Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Lokale heffingen

In deze paragraaf wordt ingegaan op de lokale heffingen, de onderbouwing daarvan en het bijbehorend beleid. Lokale heffingen kunnen onderverdeeld worden in wel- en niet gebonden bestedingen. Lokale heffingen die niet gebonden zijn, vormen algemene dekkingsmiddelen en hebben geen vooraf aangewezen bestemming. In Opsterland is dat alleen de onroerende-zaakbelastingen (OZB). Lokale heffingen waarvan de besteding gebonden is, zijn heffingen waarbij sprake is van een duidelijke relatie tussen de gemeentelijke dienstverlening en de belasting. Hiertoe behoren onder andere de rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges. Voor deze categorie worden de tarieven dusdanig vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten maximaal gelijk zijn aan de geraamde toerekenbare lasten (kostendekkend).

De totale belastingopbrengst van de gemeente Opsterland zoals opgenomen in de primaire begroting 2026 bedraagt € 14,1 miljoen (2025: € 12,8 miljoen). Hiervan is € 5,3 miljoen bestemd voor de algemene dekking. De overige belastingopbrengsten van € 8,8 miljoen betreffen rechten en leges die in rekening worden gebracht voor door de gemeente verstrekte diensten.

Lokale belastingen en heffingen
Progr. x € 1.000 Realisatie 2024 Begr. 2025 (incl wijz) Begr. 2026 Mut B25<>B26
Leges publiekszaken 588 588 588 -
0 Onroerendezaakbelasting 5.010 5.101 5.315 214
1 Algemeen plaatselijke verordening 8 10 10 -
3 Toeristenbelasting 278 220 220 -
7 Begrafenisrechten 173 168 168 -
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.073 3.184 4.033 849
7 Rioolheffing, baten 3.299 3.141 3.160 19
8 Leges omgevingsvergunning 1.056 432 642 210
Totaal 13.485 12.844 14.136 1.292

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

De hoogte van de OZB is een combinatie van de waarde in het economische verkeer van een pand en het vastgestelde tarief. De waarde van alle onroerende zaken wordt jaarlijks vastgesteld op grond van de Wet WOZ. In de begroting wordt gerekend met een verhoging van de OZB-opbrengsten van 2,6% conform meicirculaire 2025. De verhoging wordt voor de OZB (in afwijking van de andere heffingen) toegepast op de totale opbrengst van de OZB en niet op het tarief. Reden hiervoor is dat bij de berekening van de tarieven ook met de waardeontwikkeling van de onroerende zaken rekening moet worden gehouden. Dit is landelijk de gebruikelijke werkwijze.

Voor de berekening van de verwachte opbrengst voor 2026 wordt uitgegaan van de laatst bekende gerealiseerde opbrengst. Voor de begroting 2026 is dat het resultaat 2024. Die gerealiseerde opbrengst 2024 wordt vervolgens geïndexeerd met het indexatiepercentage begroting 2025 (=2,8%). Hier wordt 0,5% areaaluitbreiding (= nieuwgebouwde woningen en niet woningen gerealiseerd in 2025) bij opgeteld. Dit is de geprognosticeerde opbrengst 2025.  Deze verwachte baat wordt vervolgens geïndexeerd met 2,6%.

De OZB wordt geheven naar de waarde van de onroerende zaken in het economische verkeer in de gemeente, die op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt vastgesteld. Voor 2026 is de waardepeildatum 1 januari 2025. Hogere WOZ-waardes betekenen bij een gelijkblijvende opbrengst een lager belastingtarief.

Riolering

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Riolering

Met de rioolheffing kunnen de kosten worden verhaald die de gemeente maakt voor de uitvoering van de zorgplichttaken voor afval-, hemel- en grondwater. Ook klimaatadaptieve maatregelen volgens het Watertakenprogramma 2025 - 2029 worden hierin meegenomen. Daarnaast zijn er bijkomende kosten zoals veegkosten, kosten voor btw, overhead en perceptiekosten die aan de rioolheffing worden toegerekend.  Voor de tariefberekening wordt volgens het Watertakenprogramma 2025 - 2029 uitgegaan van maximale kostendekkendheid. Als de kosten hoger zijn dan de heffingen dan wordt dat deel onttrokken aan de Voorziening Riolering.

Het tarief voor een meerpersoonshuishouden in 2026 is € 259 (2025: € 259)
Het tarief voor een eenpersoonshuishouden in 2026 is € 197 (2025: € 197)

Riolering
x € 1.000 Realisatie 2024 Begr. 2025 (incl wijz) Begroting 2026 Mut B25<>B26
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.394 2.349 2.466 -117
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen -83 - - -
Netto directe kosten taakveld 2.311 2.349 2.466 -117
Indirecte kosten
Btw 393 404 404 0
Overhead en rente 500 187 170 17
Kwijtscheldingen 95 120 120 -
Netto indirecte kosten taakveld 988 710 694 17
Totale lasten 3.299 3.059 3.160 -100
Totale heffingen
Rioolheffing 3.299 3.141 3.160 -19
Totale heffingen 3.299 3.141 3.160 -19
Dekkingspercentage 100% 103% 100%

Afval

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Afval

De gemeente heeft een wettelijke inzamelplicht voor het afval van huishoudens. Gemeenten mogen op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer voor de inzameling van het afval een afvalstoffenheffing invoeren. Deze mag maximaal kostendekkend zijn. Opsterland werkt met gedifferentieerde tarieven, ook wel Diftar genoemd. Dat betekent dat niet iedereen evenveel afvalstoffenheffing betaalt. De hoogte van de afvalstoffenheffing wordt bepaald door een vast deel per perceel en het aantal keer dat uw container is geleegd. Vanaf 2026 is het variabele deel niet alleen meer afhankelijk van het aantal keer dat de container aan de weg wordt gezet maar ook van het aantal kilo's afval dat wordt aangeboden, het Diftar+ systeem.

In 2025 ontving de gemeente een eenmalige inzamelingsvergoeding over voorgaande jaren van de stichting Nedvang . Deze vergoeding is teruggeven en verrekend met het tarief per perceel. Het tarief kon daardoor eenmalig voor 2025 met € 31 worden verlaagd. Hierdoor was het tarief per perceel niet € 199 maar € 168.

In 2026 stijgen de kosten van de afvalverwerking. Hierdoor stijgen ook de tarieven voor de afvalstoffenheffing. Voor 2026 stijgt het vaste tarief met € 7 van € 199 naar € 206. Het variabele tarief voor de grijze container wordt € 1 per lediging en € 0,30 per kilo.  Uitgaande van cijfers van onze buurgemeenten die al ervaring met Diftar+ hebben, mag worden aangenomen dat de grijze container gemiddeld 13,5 keer per jaar wordt aangeboden en een gemiddeld gewicht heeft van 20 kilo, terwijl de groene container gemiddeld 6 keer per jaar wordt aangeboden dan is de gemiddelde afvalstoffenheffing afgerond € 307 per jaar (begroting 2025: € 259). Hierin is € 4 begrepen voor de uitvoering van de luiermotie.

Afval
x € 1.000 Realisatie 2024 Begroting 2025 begroting 2026 Mut B25<>B26
totaal van de gemeentelijke lasten 3191 3.268 3.712 -444
totaal van de gemeentelijke baten: niet zijnde heffingen -280 -433 -479 46
Netto directe kosten taakveld 2.911 2.835 3.233 -398
indirecte kosten
btw 616 650 732 -82
overhead en rente 39 18 18 0
kwijtscheldingen 90 100 100 0
netto indirecte kosten taakveld 745 768 850 -82
totale lasten 3.656 3.603 4.083 -480
totale heffingen
Afvalstoffenheffing 2126 2.175 2.779 -604
overig -20 0 0 0
nedvang 0 390 0 390
Afvalstoffenheffing restafval 1026 967 1.217 -250
Afvalstoffenheffing gft 31 42 88 -46
totale heffingen 3.163 3.574 4.083 -509
Dekkingspercentage 87% 99% 100%

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Omgevingsvergunningen

In onderstaande tabel staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen omgevingsvergunningen. De kostendekkendheid komt uit op 76%. De kostendekkendheid varieert jaarlijks door de omvang van bouwactiviteiten. De berekening van de tarieven geschiedt extracomptabel. Bij de kosten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de diensten waarvoor leges geheven wordt. Denk hierbij aan de uren van van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. De overhead wordt via een opslag op de directe personeelskosten toegerekend. De BTW is niet als kostenelement mee te wegen, daar het overgrote deel van de kosten de eigen personele kosten betreft, waarvoor geen BTW verschuldigd is. De wel toerekenbare BTW maakt slechts een klein onderdeel uit van de kosten.

Omgevingsvergunningen
x € 1.000 Realisatie 2024 Begroting 2025 (primair) Begroting 2026
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 631 902 690
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - - -
Netto directe kosten taakveld 631 902 690
Indirecte kosten
Btw 0 - -
Overhead en rente 281 222 153
Netto indirecte kosten taakveld 281 222 153
Totale lasten 912 1.124 843
Totale heffingen
Heffingen 1001 432 642
Totale heffingen 1001 432 642
Dekkingspercentage 110% 38% 76%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Lokale lastendruk

Omschrijving (toelichting)

De lokale lastendruk voor 2026 kan niet eerder vastgesteld worden dan na vaststelling van de tarieven. Bij het vaststellen van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en de aangekondigde maatregelen.

De tarieven van afval en riolering voor het jaar 2026 zijn al wel bekend. Het tarief voor de OZB aanslag wordt gebaseerd op de woz-waarde op peildatum 1 januari 2025.

  • Afval vast tarief € 206,- (2025 € 168 (feitelijk € 199), 2024 € 157)
  • Rioolheffing € 259,- (2025 € 259, 2024 € 277)

De “Atlas van de lokale lasten 2025” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste):

  • 2025: 11
  • 2024: 24
  • 2023: 49

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Excel-tabel

Omschrijving (toelichting)

Rekenvoorbeeld

De ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten laat het volgende beeld zien voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning met een gemiddelde WOZ-waarde van € 346.000 (1-1-'24). Voor de afvalstoffenheffing gaan we er van uit dat de grijze container gemiddeld 13,5 keer per jaar wordt aangeboden en een gemiddeld gewicht heeft van 20 kilo, terwijl de groene container gemiddeld 6 keer per jaar wordt aangeboden.

Excel-tabel

Lokale lastendruk
Voorbeeld: Meerpersoonshuishuiden /Koophuis
x € 2024 2025 2026
OZB-eigenaar 303 311 321
Afval vast 157 168 208
Afval variabel 81 81 102
Rioolheffing 277 259 259
818 820 890
Landelijk (bron: Coelo) 994 1.053 nb

Omschrijving (toelichting)

Excel-tabel

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inleiding

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed"
Risico x €1.000 Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
1 Specifieke uitkeringen fluctueren en worden gekort 50% 1.000 17% 500
2 Onzekerheid werving personeel 45% 600 9% 270
3 Effecten invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) 45% 750 11% 338
4 Borgstellingen 1% 18.187 6% 182
5 Mogelijke WW-verplichtingen personeel 25% 1.200 10% 300
6 Financiële tegenvallers projecten 60% 10.000 5% 150
7 Effect fluctuerende energieprijzen 50% 250 4% 125
8 Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000 5% 150
9 Effecten hoge inflatie op exploitatielasten 40% 750 10% 300
10 Afwijking inschattingen ramingen 70% 1.000 23% 700
Totaal 34.737 100% 3.014

Toelichting op de risico's

  1. Specifieke uitkeringen fluctueren: Een steeds groter deel van de inkomsten die de gemeente ontvangt zijn in de vorm van specifieke uitkeringen (SPuK's). De omvang van deze specifieke uitkeringen is niet constant. Ook zijn er kortingen aangekondigd (bezuinigingsmaatregel rijk) maar nog niet doorgevoerd. Elk jaar wordt de omvang van een SPuK opnieuw vastgesteld.  Een specifieke uitkering kent vaak een bestedingsregiem. Om het te besteden is echter wel capaciteit nodig en deze is vaak niet zo flexibel als de mate en snelheid waarin een SPuK kan variëren. Het effect kan zijn dat een aanpassing in het lopende begrotingsjaar vaak niet meer is op te vangen door bij te sturen wat tot een negatief rekeningresultaat kan leiden.
  2. Onzekerheid werving personeel: De arbeidsmarkt is overspannen. Dat maakt het moeilijk om als gemeente tijdig nieuwe medewerkers aan te trekken. Ook het vasthouden van medewerkers is een uitdaging. Het mogelijk risico is dat er niet voldoende eigen personeel beschikbaar is voor het uitvoeren van het vastgestelde beleid. Om toch de doelen te realiseren is dan aanvullende inhuur noodzakelijk wat meer kosten met zich meebrengt dan eigen personeel.
  3. Effecten invoering omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb): De Omgevingswet en de Wkb zijn definitief ingevoerd. Een effect is dat door de wijziging een aantal legesinkomsten vervallen maar dat een deel van de werkzaamheden (o.a. registratie) wel moeten worden uitgevoerd. Omdat alleen voor de aanvragen na invoering van de nieuwe wetgeving de nieuwe legestarieven gelden.  Naar verwachting neemt het risico in 2026 af omdat er steeds beter zicht komt op de werkzaamheden en dat vertaalt zich in een betere bepaling van de hoogte van de leges.
  4. Borgstellingen: De gemeente staat borg voor de leningen die de Stichting Waarborg Woningbouw de woningcorporaties verstrekt. Deze borgstelling is in breed landelijk verband met alle gemeenten afgesproken. Het optreden van het risico is echter zeer beperkt.
  5. Mogelijke WW-verplichtingen personeel: Als een arbeidsovereenkomst met wederzijdse goedkeuring wordt ontbonden of het contract niet wordt verlengd dan kan er sprake zijn van een WW-verplichting. De gemeente is hier niet voor verzekerd en is dus zelf WW-risicodrager. Op voorhand is niet bekend of en zo ja in welke mate er sprake is van een WW-verplichting en daarom is deze ook niet begroot.
  6. Financiële tegenvallers projecten: Projecten kennen risico's. Deze risico's worden in de projecten zelf benoemd. Het risico op de risico's is niet financieel afgedekt in de projecten. Een aantal risico's, zoals hyperinflatie, rampen en oorlogen, zijn te generiek en daarom worden ze op een hoger niveau algemeen afgedekt. De reden dat ondanks de omvang van het risico het effect beperkt is komt doordat de meeste projecten in 40 of 50 jaar worden afgeschreven. Hierdoor is het af te dekken risico een stuk lager, een factor 40 c.q. 50.
  7. Effecten fluctuerende energieprijzen: Het risico richt zich op uitschieters die nu niet te voorzien zijn maar als ze zich voordoen onontkoombaar zijn.
  8. Tegenvallende resultaten grondexploitaties: Het resultaat van de grondexploitaties is afhankelijk van de mate waarin er verkocht kan worden en of er gronden beschikbaar zijn. Ook externe ontwikkelingen zoals de stikstof problematiek en hogere bouwkosten kunnen het resultaat beïnvloeden.
  9. Effecten inflatie op exploitatielasten: Een hoge inflatie wordt gedeeltelijk vertaald in een bijstelling in de algemene uitkering. Hierdoor kan er in het lopende jaar een verschil ontstaan die tot een tegenvaller bij het opstellen van de jaarrekening kan leiden.
  10. Afwijking inschattingen ramingen: Door strakker te begroten wordt het risico op afwijkingen van de begroting groter. Er wordt niet zonder meer vanuit gegaan dat mogelijke ontwikkelingen zich voor zullen doen, door monitoring en tussentijdse rapportages.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 3,0 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 28,6 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

Incidenteel weerstandsvermogen x € 1.000
Algemene reserve ultimo 2024 23.549
Mutaties 2025 -
Resultaat 2024 5.503
Resultaatbestemming -443
Totaal algemene reserve 28.609
Totaal incidenteel weerstandvermogen 1-1-2026 28.609

Kengetallen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Kengetallen

Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
Structurele exploitatieruimte Eerste jaar en meerjarig > 0% Begroting en meerjarig 0% Begroting en meerjarig < 0%
Grondexploitatieruimte < 20% 20 - 35% > 35%
Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%
Kengetallen Realisatie 2024 Begr.2025 (primair) Begr.2025 (incl wijz. ) Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden 9,1% 36,6% 21,9% 39,2% 54,5% 68,5% 72,2%
b. met correctie doorgeleende gelden 9,4% 36,8% 22,2% 39,5% 54,8% 68,8% 72,5%
Solvabiliteit 43,9% 40,3% 43,9% 45,4% 41,7% 37,3% 35,1%
Structurele exploitatieruimte 5,4% 1,4% -1,5% 0,4% 1,0% 0,6% 1,7%
Grondexploitatie 0,7% 0,2% 0,2% 0,1% 0,2% -0,5% 0,0%
Belastingcapaciteit 81,3% 81,3% 81,3% 80,3% 80,3% 80,3% 80,3%

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Toelichting kengetallen

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie:

Netto Schuldquote

We verwachten dat de netto schuldquote in 2026 stijgt ten opzichte van 2025. De schuldquote van Opsterland bevindt zich ruim binnen de in de theorie genoemde (en door de VNG gehanteerde) grens van 130 procent.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)

Het kengetal van de netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden) is bij Opsterland nagenoeg gelijk aan het kengetal netto schuldquote.

Solvabiliteitsratio

We verwachten dat de solvabiliteit van de gemeente stijgt ten opzichte van de begroting 2025 en de komende jaren ook blijft stijgen. Solvabiliteit is de verhouding tussen leningen en eigen vermogen (reserves). De daling komt doordat de gemeente de komende jaren een positief resultaat heeft waardoor het eigen vermogen stijgt maar leningen moet aantrekken om het investeringsprogramma uit te voeren. Het solvabiliteitspercentage is aanvaardbaar.

Structurele exploitatieruimte

Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen wordt gedekt. Een negatief percentage houdt in dat structurele lasten incidenteel gedekt worden. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. Een overzicht van de incidentele lasten en baten is opgenomen in de financiële begroting.

Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft inzicht in de waarde van de gronden ten opzichte van de totale baten van de gemeente. Het percentage geeft aan dat Opsterland geen bovenmatige risico’s op de grondexploitaties loopt afgezet tegen de omvang van de begroting. Daar komt bij dat de gemeente met de algemene reserve ook nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit wordt berekend met de tarieven voor een meerpersoonshuishouden. Bij een percentage hoger dan 100 zijn de woonlasten hoger dan het landelijk gemiddelde. Bij een percentage lager dan 100 zijn ze lager. De woonlasten bevinden zich op een stabiel en landelijk gezien laag niveau.

Frauderisico's en continuïteit

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Frauderisico's en continuïteit

Bij de beoordeling van de continuïteit is sprake van formele continuïteit en een materiele beoordeling.

De formele continuïteit gaat over het voortbestaan van de organisatie.  Op dat vlak heeft het Rijk harde waarborgen getroffen. De continuïteit staat niet ter discussie. In het uiterste geval kan een artikel 12 Financiële-verhoudingswet besluit genomen worden. Daar is bij de gemeente Opsterland geen sprake van.

Materieel kan het wel zo zijn dat activiteiten niet of anders moeten worden vormgegeven. Dat kan leiden tot aanpassing in taken, activiteiten, beleid, projecten of doelstellingen. Politieke keuzes daarin kunnen leiden tot bijvoorbeeld afwaardering van activa of de noodzaak om voorzieningen te treffen. Als dat grote financiële effecten heeft, moeten deze punten in de jaarstukken (continuïteitsbeoordeling of risicoparagraaf) worden betrokken.

Om misbruik en oneigenlijk gebruik te constateren is er misbruik en oneigenlijk gebruik beleid. Het misbruik en oneigenlijk gebruik beleid wordt actueel gehouden en jaarlijks toegepast. Om fraude te kunnen constateren zijn er frauderisicoanalyses en controles. Bij de jaarstukken worden de bevindingen weergegeven.

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Onderhoud kapitaalgoederen

Omschrijving (toelichting)

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een groot deel van de openbare ruimte. Deze ruimte is opgebouwd uit onze kapitaalgoederen. Dit zijn onder andere de wegen, riolering, bruggen, verlichting, openbaar groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen heeft invloed op de beleving door inwoners, bezoekers en ondernemers bij hun activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast vertegenwoordigen de kapitaalgoederen een aanzienlijke waarde en brengt vroegtijdige vervanging onnodige kosten met zich mee. Het is daarom belangrijk dat we goed op deze kapitaalgoederen passen om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen en kapitaalverlies te voorkomen.

De kaders voor het onderhouden van de arealen verhardingen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en het openbare groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik; netjes waar het moet, sober waar het kan. Hierin is gezocht naar een verantwoorde balans tussen kosten enerzijds en een prettige leefomgeving anderzijds.

De kaders voor het beheren onderhouden van de riolering en daarbij horende (zuiverings)installaties zijn vastgelegd in het Gemeentelijke Watertakenprogramma 2025-2029. Naast de verankering van de zorgplicht voor de inzameling van het afvalwater, hemelwater en grondwater voorziet het plan in kaders voor de klimaatadaptatie en andere gemeentelijke watertaken.

Het gemeentelijke vastgoed dat nog in overeenstemming met de functie in gebruik is wordt in stand gehouden door preventief onderhoud binnen de daarvoor gestelde bestek kwaliteit.

Excel-tabel

Legenda ambitie kapitaalgoederen
Technische staat (Heel) Verzorging (netheid) Rapportcijfer
Zeer hoog Perfect, heel, niets kapot Brandschoon 9,5-10
Hoog Weinig op aan te merken Schoon 7,5-9,4
Basis Lichte schade, een en ander op aan te merken Matig schoon, niet storend 5,5-7,4
Laag Duidelijk schade, veel op aan te merken Vuil, storend 3,5-5,4
Zeer laag Ernstige schade, kapot, onveilig Zeer vuil, duidelijk, storend 0-3,4

Verharding en openbare verlichting

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Verharding en openbare verlichting

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

De gemeente heeft ongeveer 2,81 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 51% uit dicht asfaltbeton, 41% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.), 3 % cementbeton en 5% overige soorten verharding. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 175 mln. In de gemeente staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen, waarvan 4.121 in beheer en eigendom van de gemeente. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De ondergrondse infrastructuur die hierbij hoort is voor het grootste deel in eigendom van netbeheerder Liander. Van het areaal bestaat ongeveer 80% uit energiezuinige LED-armaturen. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting
Omvang Kwaliteitsambitie
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis

Toekomst

Uit de laatste inspectie is naar voren gekomen dat het areaal er op plaatsen onvoldoende bijligt. Op deze plekken zijn schadebeelden geconstateerd die volgens de verwachte levensduur van de betreffende wegvakken niet zijn voorzien. Deze schades zijn voornamelijk aangetroffen op de wegen in het westen van de gemeente (veengronden) en zijn gerelateerd aan de lange droge periodes van de afgelopen jaren. We blijven deze schadebeelden nauwlettend monitoren en voeren proeven uit om ervaring op te doen met lichtere wegen.

Riolering

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Riolering

Kerncijfers

De gemeente is voor een (groot) deel verantwoordelijk voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hiervoor zijn drie verschillende systemen in de gemeente aanwezig: vrijevervalriolering, drukriolering en individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (IBA's). Van de vrijevervalriolering bestaat nog ongeveer 70% uit een gemengd systeem. Bij de rest is sprake van scheiding tussen hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA). Het totale systeem vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 186 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering
Omvang
Vrijvervalriolering 227 km
Straat- en trottoirkolken 12.046 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 39 stuks
Drukriolering / persleiding 137 km
Minigemalen 523 stuks
Hoofdgemaal 30 stuks
Tunnelgemaal 6 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 114 stuks

Kwaliteitsambitie

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Gemeentelijke Watertakenprogramma 2025-2029. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Kwaliteitsambitie Riool
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog nvt
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis nvt
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis nvt
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis nvt
Verwerking Basis Basis Basis nvt

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress.

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Vaarwegen en kunstwerken (water)

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat heeft de gemeente het dagelijkse beheer. Het totale areaal vertegenwoordigd een vervangingswaarde van ongeveer € 165 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken
Omvang Kwaliteitsambitie
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2040 betreft de theoretische vervanging ongeveer €19 mln. Op dit moment is er geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen. 

Groen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambities

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door de eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen
Omvang Kwaliteitsambitie
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijvers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis

Gebouwen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft divers vastgoed in eigendom en beheer en heeft een herbouwwaarde van ongeveer € 63 mln. Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestek kwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd. Deze gebouwen zijn meestal al geheel afgeschreven, als dit niet het geval is, is de boekwaarde lager dan de marktwaarde.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar. In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed
Omvang
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 17
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 5
Opvang Oekraïners 5
Dorpshuizen 7
Overig 13
Totaal 66

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering - Financiering

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2024).
Nota reserves en voorzieningen (2025).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor komend jaar wordt niet verwacht dat er een nieuwe langlopende lening aangetrokken hoeft te worden.

Renteverwachtingen 2026

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. Het gewogen gemiddelde rentepercentage in 2026 is 0,51% 

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2026 is dit voor onze gemeente maximaal € 8,6 miljoen (2024 € 8,4 miljoen). Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 hebben we echter een langlopende lening afgesloten waardoor we verwachten in 2026 nog steeds geen kortlopende lening te hoeven afsluiten.

Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 20,2 miljoen renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2026 bedraagt € 4,6 miljoen. We voldoen aan de renterisiconorm.

Renteschema
Er is voor 2026 geen rente geen toegerekend aan de verschillende taakvelden op basis van de boekwaarde van de activa. Dit doordat het verplicht schatkistbankieren op dit moment meer oplevert dan dat we kwijt zijn aan de rentes voor de lopende leningen. Deze situatie is van tijdelijke aard door de geplande investeringen in de komende jaren. Rente aan het grondbedrijf is toegerekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage afgezet tegen de waarde van de bouwgrondexploitaties.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2026 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze hebben we sturing op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Schatkistbankieren
Door de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2026 ongeveer € 759.000 (2025 ongeveer € 741.000).

Renterisiconorm vaste schuld
x € 1.000 2026 2027 2028 2029
Omvang begroting (stand primaire begroting) 101.517 100.963 99.162 98.638
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 20.303 20.193 19.832 19.728
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 2.400 3.150 4.150
Rente risico 2.400 3.150 3.900 4.150
Toets renterisico
Renterisiconorm 20.303 20.193 19.832 19.728
Totaal rente risico 2.400 3.150 3.900 4.150
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 17.903 17.043 15.932 15.578

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Lopen de processen zoals ze moeten lopen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Al deze zaken hebben permanent aandacht.

Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het beter en goedkoper? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Kaderstellende documenten

Organisatiebesluit (2021)
OWO-Visie (2021)
Inwonersparticipatiebeleid
Inwonersparticipatieverordening
Bestuursovereenkomst OWO-samenwerking 2024
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld)

Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Accountantscontrole en rechtmatigheid

Normenkader
Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de rechtmatigheidsverantwoording en de accountantscontrole. Het normenkader per 31 december wordt jaarlijks door de raad vastgesteld.

Controleplan
Het controleplan van de accountant wordt met de auditcommissie van de raad afgestemd.

Rechtmatigheidsverantwoording
In de rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre het begrotings-, voorwaarden- en misbruik en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd.

  • Begrotingscriterium: De financiële handelingen moeten passen binnen door de raad vastgestelde budgetten, zoals opgenomen in de begroting.
  • Voorwaardencriterium: Het gaat daarbij om toetsing of de financiële beheershandelingen (recht, hoogte en duurbepalingen) zijn verricht in overeenstemming met wet- en regelgeving.
  • Misbruik en oneigenlijk gebruik: Het gaat om bijvoorbeeld toetsing op juistheid en volledigheid van gegevens die door derden zijn verstrekt met het oog op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen.  Dit kan zowel intern als extern gebeuren.

Om uitspraken over de rechtmatigheid te kunnen doen, is er onder andere een interne controle ingericht. Jaarlijks worden de materiële geldstromen gecontroleerd. De accountant beoordeelt de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening op getrouwheid. Dat betekent dat de accountant controleert of de uitspraken in de rechtmatigheidsverantwoording een goed beeld geven.

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging
De gemeente heeft een grote hoeveelheid aan informatie van onder andere: inwoners, medewerkers en samenwerkingspartners. Informatie is een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. Het beschermen van deze informatie is van groot belang in de huidige digitale samenleving. De ontwikkelingen in de digitale wereld, waaronder de komst van kunstmatige intelligentie (AI), hebben effect op de gemeentelijke dienstverlening en vragen om een continue doorontwikkeling van onze informatiebeveiliging.
 
Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten die eisen stellen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging. De gemeente volgt de ontwikkelingen in wet- en regelgeving nauwgezet en vertaalt deze naar de eigen organisatie. Zoals de komst van de Cyberbeveiligingswet en de doorontwikkeling van de BIO. Daarnaast wordt in 2026 aandacht gegeven aan het voortzetten van de implementatie van de aanbevelingen uit het onderzoek van de Rekenkamer naar informatiebeveiliging dat in 2025 is opgeleverd.

ENSIA-audit
Met de ENSIA-audit zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied privacy en informatiebeveiliging. De audit wordt jaarlijks uitgevoerd en bestaat uit een zelfevaluatie en een toetsing door een externe IT-auditor. Door het zicht op de stand van zaken kunnen concrete acties worden genomen om de beveiliging van de informatie van onze inwoners verder te versterken. ENSIA sluit aan op de gemeentelijke planning & control-cyclus en heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren. Ook in 2026 wordt de ENSIA-audit uitgevoerd.

Openbaarheidsparagraaf

Inleiding

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf - Inleiding

De Wet open overheid (Woo) kent drie doelstellingen:

  1. Het openbaar maken van informatie op verzoek.
  2. Het actief openbaar maken van informatie.
  3. Het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van alle overheidsdocumenten. 

Het openbaar maken van informatie op verzoek en het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van overheidsdocumenten zijn geen nieuwe verplichtingen. Deze bestonden al onder de Wet openbaarheid van bestuur, de voorganger van de Woo.  Ook de Archiefwet geeft aan dat overheidsdocumenten in goede en geordende staat moeten zijn. We werken in OWO-verband samen aan de invoering van het actief openbaar maken van informatie en het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van documenten.

Waar staan we?

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf - Waar staan we?

Vanaf 1 november 2024 moeten voor de gemeenten onderstaande informatiecategorieën van de Wet open overheid (Woo) verplicht openbaar gemaakt worden, onder voorbehoud dat de Koninklijke Besluiten genomen zijn.

Dit betreft:

  • Wetten en algemeen verbindende voorschriften.
  • Overige besluiten van algemene strekking.
  • Organisatie en werkwijze.
  • Bereikbaarheidsgegevens.

Naar verwachting zijn medio 2026 alle vier informatiecategorieën geïmplementeerd.

Wat gaan we in 2026 doen?

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf - Wat gaan we in 2026 doen?

Het openbaar maken van informatie op verzoek
Het afhandelen van Woo-verzoeken wordt door de gemeenten uitgevoerd. Woo verzoeken hoeven op dit moment nog niet actief openbaar gemaakt worden. In 2025 zijn de acties hiervoor afgerond en we zijn erop voorbereid.

Het actief openbaar maken van informatie
Het is op dit moment nog niet bekend wanneer de volgende informatiecategorieën actief openbaar moeten worden gemaakt. We volgen het Rijk en de VNG actief om zo bekend te zijn met deze planning om daar vervolgens ook aan te gaan voldoen om zo ook de overige informatiecategorieën tijdig openbaar te maken.

Het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van alle overheidsdocumenten
We werken aan het verbeteren van de informatiehuishouding. Dit doen we o.a. door het wegwerken van de achterstanden en het implementeren van een kwaliteitssysteem voor informatie- en archiefbeheer. We zetten (de komende jaren) vervolgstappen naar een e-depotvoorziening. De Visie e-depot OWO-samenwerking is in het voorjaar 2024 vastgesteld.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Verbonden partijen

In de verschillende programma’s worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt van deze organisaties een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat.
  • De gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf.

De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en/of doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden over de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
Lijst van verbonden partijen
1. Gemeenschappelijke regelingen
Belang
Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Bijdrage 2026 (x€1.000,-). Portefeuille (eigenaar / inhoud)
1.1 samenwerking sociaal domein Friese gemeenten Leeuwarden 291 ( B 2026). Libbe de Vries
1.2 Veiligheidsregio Fryslân (VRF) Leeuwarden 3.879 ( B 2026). Andries Bouwman en Libbe de Vries
1.3 Recreatieschap Marrekritte Uitwellingerga 30 ( B 2026). Rob Jonkman
1.4 Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) Grou 526 ( B 2025). Marcel van Opzeeland
1.5 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) Leeuwarden nihil Marcel van Opzeeland
1.6 Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten Drachten nihil Marcel van Opzeeland
1.7 Sociale Werk Voorziening Drachten 7 Libbe de Vries
Vermogensstructuur en resultaat
Gemeenschappelijke regeling Eigen vermogen per 1-1 2024 Eigen vermogen per 31-12 2024 Vreemd vermogen per 1-1 2024 Vreemd vermogen per 31-12 2024 Resultaat 2024
1.1 samenwerking sociaal domein Friese gemeenten in € 1.000,- - - - - -
1.2 Veiligheidsregio Fryslân (VRF) in € 1.000,- 8.868 10.662 82.448 87.344 3.643
1.3 Recreatieschap Marrekritte in € 1.000,- 4.328 4.256 4.894 6.861 128
1.4 Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) in € 1.000,- 1.279 840 5.327 4.784 -361
1.5 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) in € 1.000,- 257 383 453 425 123
1.6 Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten in € 1.000,- 6.531 6.593 1.538 5.007 61
1.7 Sociale Werk Voorziening in € 1.000,- - - 4.210 2.088 -
2) Vennootschappen en coöperaties
Belang
Vennootschappen en coöperaties Vestigingsplaats Portefeuille (eigenaar / inhoud) Aandeel Boekwaarde
2.1 a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) Leeuwarden Rob Jonkman € 54.000 (120 aandelen) bruto dividend 2024: € 5.258 54000
2.2 b. N.V. Fryslân Miljeu Leeuwarden Rob Jonkman € 51.670 (11.381 aandelen) bruto dividend 2024: € 55.530 52000
2.3 Caparis NV Drachten Rob Jonkman en Libbe de Vries 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap 3000
2.4 N.V. Bank Nederlandse gemeenten(BNG) Den Haag Rob Jonkman 66.651 aandelen a € 2,50 nominaal. Het brutodividend over 2024 was € 167.294. 151000
Vermogensstructuur en resultaat
Vennootschappen en coöperaties Eigen vermogen per 1-1 2024 Eigen vermogen per 31-12 2024 Vreemd vermogen per 1-1 2024 Vreemd vermogen per 31-12 2024 Resultaat 2024
2.1 Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) in € 1.000,- 78.528 83.562 106.366 131.694 7.130
2.2 N.V. Fryslân Miljeu in € 1.000,- 11.572 13.030 26.299 30.506 1.621
2.3 Caparis NV in € 1.000,- 7.594 6.260 20.089 20.720 -1.335
2.4 N.V. Bank Nederlandse gemeenten(BNG) in € 1.000.000,- 4.721 4.777 110.819 123.164 294
Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Ooststellingwerf);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Ooststellingwerf);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
. Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost)
Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers)).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen.
Financieel belang x€1.000,- Bijdrage 2024 € 3.542 (Realisatie 2024), € 3.879 (begroting 2026)
Gezondheid € 1.441 (Realisatie 2024), € 1.597 (begroting 2026)
Crisis € 154 (Realisatie 2024), € 192 (begroting 2026)
Brandweer € 1.947 (Realisatie 2024), € 2.090 (begroting 2026)
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 8.868 1-1-2024 € 82.448
31-12-2024 € 10.662 31-12-2024 € 87.344
Resultaat x € 1.000 € 3.643 (2024)
Risico's Als de VRF afwijkt van afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF. Daarnaast is zien we jaarlijks een verder toenemende gemeentelijke bijdrage, veelal veroorzaakt door autonome ontwikkelingen die ook de VRF raken. De prijsstijgingen gecombineerd met een takendiscussie blijven onderwerp van gesprek.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Andries Bouwman
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Marcel Opzeeland.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag.
De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang x € 1.000 Bijdrage 2025 € 526
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 1.279 1-1-2024 € 5.327
31-12-2024 € 840 31-12-2024 € 4.784
Resultaat x € 1.000 €-/-361 (2024)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek heeft voor onze gemeente een forse verhoging van de bijdrage betekend.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Opsterland nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder de Vries
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden.
Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom de bijdrage aan de GR vrijwel nihil.
Financieel belang Bijdrage opgenomen bij Caparis NV
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 0 1-1-2024 € 4.210
31-12-2024 € 0 31-12-2024 € 2.088
Resultaat x € 1.000 € 0 (2024)
Risico's Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Libbe de Vries
Marekritte
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Jonkman
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Fryslân met als doel een uniforme, toeristische recreatieve infrastructuur op water en land te bewerkstelligen. Voor waterrecreatie betreft dit onderhoud en beheer van aanlegvoorzieningen, boeien en bakens, het baggeren van waterwegen en de afvoer van recreatieafval. Voor landrecreatie worden Toeristische Overstap Punten (TOP's) en het fiets-en wandelknooppuntennetwerk beheerd.
Financieel belang x € 1.000 bijdrage 2026: € 29
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 4.328 1-1-2024 € 4.894
31-12-2024 € 4.256 31-12-2024 € 6.861
Resultaat x € 1.000 Resultaat 2024 € 128
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder van Opzeeland.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 257 1-1-2024 € 453
31-12-2024 € 383 31-12-2024 € 425
Resultaat x € 1.000 € 123 (2024)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 6.531 1-1-2024 € 1.538
31-12-2024 € 6.593 31-12-2024 € 5.007
Resultaat x € 1.000 € 61 (2024)
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. We gaan er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een winstgevende exploitatie.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Caparis NV
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschap
Deelnemers Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang De gemeente Opsterland is aandeelhouder van het sociaal ontwikkelbedrijf Caparis NV. Caparis helpt de gemeente bij de bemiddeling van mensen naar regulier werk of biedt mensen een beschutte werkplek (sociale werkvoorziening, afspraakbanen en beschut werk). De gemeente Opsterland heeft hiervoor dienstverleningsovereenkomsten afgesloten voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage € 3476 (2026)
(x1.000)
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 7.594 1-1-2024 € 20.089
31-12-2024 € 6.260 31-12-2024 € 20.720
Financieel resultaat €-1335 (2024)
(x1.000)
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis wil hét Talentbedrijf van Fryslân worden. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap. Doelstelling is om in 2030 het eerste circulaire talentbedrijf van Nederland te zijn. Door de nieuwe cao Sociale Werkvoorziening (SW) kunnen medewerkers nog eerder met vroegpensioen, waardoor de krimp van de voormalige sociale werkvoorziening nog harder gaat. Om blijvend ontwikkelkansen te geven aan zowel de nieuwe doelgroep vanuit de Participatiewet als de huidige sociale werkvoorziening-medewerkers is instroom van nieuwe doelgroepen (zowel afspraakbanen als beschut werk) noodzakelijk om de infrastructuur overeind te kunnen houden. Hiervoor zijn nieuwe afspraken gemaakt om meer mensen vanuit de Participatiewet bij Caparis te plaatsen. Indien dit niet lukt zullen er andere keuzes moeten worden gemaakt voor de toekomst van Caparis.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschappen
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Jonkman.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing (a)en Fryslân Miljeu(b)) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.000 (120 aandelen)
b. € 51.670 (11.381 aandelen)
Dividend
Afvalsturing Fryslan (bruto dividend 2024): € 5.258
Fryslan Milieu (bruto dividend 2024): € 55.530
Omvang van het vermogen x € 1.000.000 Afval sturing
Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 79 1-1-2024 € 106
31-12-2024 € 84 31-12-2024 € 132
Fryslân Miljeu
Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 12 1-1-2024 € 26
31-12-2024 € 13 31-12-2024 € 31
Resultaat x € 1.000 Afvalsturing Fryslan 2024 € 7.130
Fryslan Milieu 2024 € 1.621
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschap
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.
Financieel belang 66.651 aandelen a € 2,50 nominaal. Het brutodividend over 2024 was € 167.294.
Vermogen x € 1.000.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2024 € 4.721 1-1-2024 € 110.819
30-12-2024 € 4.777 30-12-2024 € 123.164
Resultaat x € 1.000.000 € 294 (2024)
Risico's Het aangaan en beheersen van risico’s is inherent aan de bedrijfsvoering van een bank. Zonder het accepteren van een bepaalde mate van krediet-, markt-, liquiditeits- en operationeel risico is het voeren van een bankbedrijf niet mogelijk. BNG Bank kent alleen een bankenboek en geen handelsboek. Het risicobeheer van BNG Bank is gericht op handhaving van het veilige risicoprofiel van de bank. Dit profiel komt tot uitdrukking in hoge externe kredietratings. Om deze reden hanteert BNG Bank een strak kapitalisatiebeleid, met ondergrenzen voor de leverage ratio en de Tier 1-ratio. Deze grenzen bepalen in combinatie met de beperking van de dienstverlening zoals vastgelegd in haar statuten het werkgebied en de actieradius van de bank. In haar jaarverslag beschrijft en rapporteert de Bank uitgebreid haar risicomanagement. Dit jaarverslag is beschikbaar via www.bngbank.nl/jaarverslag.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Grondbeleid

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid. Dit beleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, Wonen en Gronden (niet-bedrijventerreinen). Volgens de nota Grondbeleid wordt de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks vastgelegd in de paragraaf grondbeleid.

In de begroting zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen. Doordat (bouw-)grond een grote (boek-)waarde vertegenwoordigt, heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (hoogte van eigen vermogen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

In de nota Grondbeleid 2025 is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in deze paragraaf grondbeleid. Evenals in de voorgaande paar jaren zal in 2026 een actief grondbeleid worden gevoerd op gemeentelijke grond om de woningbouw te stimuleren. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden zal de gemeente faciliterend en ondersteunend optreden. In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Voor de uitbreiding van Overtoom worden nu gronden verworven tussen de Badweg en de Hans de Jongwei in Gorredijk. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf. Ook hier worden gronden verworven voor de uitbreiding van Azeven zuid.

In financieel opzicht wordt een gedegen koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  •  Exploitaties worden zorgvuldig en behoedzaam opgezet, zo wordt bij het investeren in het bouw- en woonrijp maken van locatie(s) bijvoorbeeld rekening gehouden met de verwachte grondopbrengsten.
  • Het streven is betalingen optimaal gedekt te houden door inkomsten; dit verlaagt het (rente-)risico.
  • Winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV).
  • De buffer van de algemene reserve geeft dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten
Nota Grondbeleid 2025 
Financiële Verordening Opsterland 2024

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Ontwikkelingen grondbedrijf

1. Economische situatie en meerjarenperspectief

In 2026 en de daaropvolgende jaren zal de prognose van het financiële resultaat zich stabiliseren ten opzichte van de prognose in de begroting van 2025. Door de aantrekkende woningmarkt is er een toename van de vraag naar (koop-)woningen. Zowel in de begroting van 2026 als in het meerjarenperspectief 2027-2029 zijn de verkopen behoedzaam geraamd.

Excel-tabel

2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er zijn, verspreid over de verschillende dorpen, acht bouwgrondcomplexen in exploitatie bestaande uit woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). De boekwaarde was per 31 december 2024 ongeveer € 0,97 miljoen inclusief de gevormde voorziening voor de complexen Loevestein fase 4 zuid (€ 0,09 miljoen), Terwispel Kolderveen fase 2 (€ 0,19 miljoen) en Gorredijk industrie (€ 0,11 miljoen).

Prognose van het meerjarige resultaat

Het verwachte nog te realiseren resultaat voor de BIE is - € 0,2 miljoen (negatief) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:   

Excel-tabel

Verwachte exploitatieresultaten
x € 1.000.000 Verwacht resultaat
In het begrotingsjaar 2026 0,1
In de jaren 2027 t/m 2029 -0,2
In de jaren ná 2029 -0,1
Totaal -0,2

3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

Het begrote nog te realiseren resultaat vanaf 2026 voor de BIE is € 97.000 lager dan in de begroting 2025. Dit wordt veroorzaakt door de verwachte negatieve resultaten in de complexen Loevestein fase 4 zuid en Terwispel Kolderveen fase 2. De helft van het verwachte tekort in Terwispel Kolderveen fase 2 zal gedekt worden uit de toegekende WBI-subsidie.

Het begrote resultaat voor de bouwgrondexploitatie is in het jaar 2026 € 112.000. Dat is € 147.000 lager dan begroot is voor 2025 (€ 259.000). Dit is veroorzaakt doordat in 2024 meer winst genomen is in de complexen Loevestein 4 west Gorredijk (meevallende kosten) en Ureterp noord (laatste bouwkavel verkocht). Zie Programma 8 Bouwen, wonen en gronden, onderdeel 8.2 Grondexploitatie niet-bedrijventerreinen.

Excel-tabel

4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • Conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan.
  • Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag.
  • Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
  • Milieurisico’s.
  • Planschadeclaims.
  • Hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen.
  • Archeologische risico’s.
  • Onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd.

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

Excel-tabel

5. Nog te realiseren resultaten bouwgrond in exploitatie

Eind juni 2025 waren nog 12 gemeentelijke kavels voor woningbouw te koop in de lopende bouwgrond exploitaties (BIE). Het gaat hier om:

  • 4 kavels in Siegerswoude (Uthôf).
  • 8 kavels in Wijnjewoude (Meester Geertswei).

Er is op deze locaties 5.644 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 11.000 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een geurcirkel (milieucirkel) van een boerderij ligt. Door deze beperking is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Terwispel Kolverveen fase 2, die niet onder deze beperking valt, is in 2024 in ontwikkeling genomen door de gemeente.

Op bedrijventerrein Tolbaas in Gorredijk waren eind juni 2025 nog 7 kavels (16.116 m2) te koop. Enkele van deze kavels zijn gereserveerd of onder optie. Op bedrijventerrein Overtoom zijn alle kavels verkocht.

Excel-tabel

Nog te realiseren resultaten onderhanden complexen
x € 1.000 Verwacht resultaat 2026 Verwacht resultaat ná 2026 *) Totaal nog te realiseren resultaat *) Looptijd
Woningbouwlocaties:
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 3 104 107 2026
Gorredijk - Loevestein fase 4 - zuid 0 -95 -95 2030
Siegerswoude - Uthôf 18 0 18 2027
Terwispel - Kolderveen fase 1 9 1 10 2027
Terwispel - Kolderveen fase 2 0 -377 -377 2028
Ureterp - Noord 82 137 219 2027
Wijnjewoude - Meester Geertswei 6 / vm OBS It Twaspan 0 1 1 2027
Totaal woningbouwlocaties 112 -230 -118 0
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie 0 -107 -107 2028
Totaal bedrijventerreinen 0 -107 -107 0
Totaal nog te realiseren resultaat 112 -337 -225 0
*)  Het verwachte verlies is afgedekt door een voorziening. Het verwachte verlies in Terwispel – Kolderveen fase 2 is voor 50% afgedekt door een WBI-subsidie.

Investeringen

Inleiding

Terug naar navigatie - Investeringen - Inleiding

Meerjaren investeringsprogramma (MIP)
De komende jaren staan grote investeringen op de agenda die vragen om een goed afwegingskader en inzicht in de financiële gevolgen, zowel voor de exploitatie als voor onze vermogenspositie. Sinds de begroting 2025 wordt een Meerjaren Investeringsprogramma (MIP) aangeboden bij de begroting. Met dit MIP houden wij inzicht in de toekomstige investeringsbehoefte(n) van de gemeente en de financiële consequenties.

De jaarschijven uit het MIP zijn op basis van huidige inzichten voor prijspeil en fasering in onderstaand overzicht opgenomen. Vooralsnog is het volledige krediet in het uitvoeringsjaar opgenomen, later zal dit nader worden gespecificeerd wanneer een beter beeld van voorbereiding en uitvoeringsperiode bekend is.

A = Investering wordt direct beschikbaar gesteld bij de vaststelling van de begroting.
B = Volgt een apart raadsvoorstel of investering wordt opgenomen in latere begroting.
  
De kapitaallasten en mutaties in reserves en voorzieningen zijn volledig verwerkt in de meerjarenbegroting. Onder de tabel worden de geplande investeringen voor 2026 nader toegelicht.

Lopende investeringen
De besteding van de al beschikbaar gestelde kredieten komen jaarlijks bij de jaarrekening terug en als er afwijkingen ontstaan gedurende de uitvoering worden deze separaat aan u voorgelegd of opgenomen in een tussentijdse rapportage.

Overzicht geplande investeringen
bedragen x 1.000
Omschrijving 2026 2027 2028 2029 2030 Afschr.
B Nieuwbouw Burg. Harmsma school 5.718 50
B IHP: It Avontoer LG (De Hoekstien en De Wjukslach) 3.372 50
B IHP: De Dúnwizer BN (Betrouwen en de Oanrin) 3.659 50
B IHP: Doarpsskoalle NS (De Arke & De Jasker) 3.807 50
B IHP: De Sinnewizer WE 4.350 50
B IHP: School Lyndensteyn BG 11.038 50
A Vervangen beton Leppedyk Nijbeets 200 1
A Vervangen rijbaan Hegedyk Langezwaag / Gorredijk 200 1
A PPB'25 Vervanging Bleekersbrege 1.059 20
A PPB'25 Bermschade Bûtewei LN 205 1
A PPB'25 Bermschade Dwarswyk BN 30 1
A PPB'25 Bermschade Bûtewei UP 149 1
A PPB'25 Fietspad De Dulf - Mersken 153 1
A PPB'25 Fietsstraat Nije Drinte Wei 43 1
A PPB'25 Onderzoeken oevers en kades 795 60
A Tractie 2026 230 10
B Tractie 2027 230 10
B Tractie 2028 230 10
B Tractie 2029 230 10
B Tractie 2030 230 10
B Kunstwerken 2026 (conform mjop) 1.301 div
B Kunstwerken 2027 (conform mjop) 1.492 div
B Kunstwerken 2028 (conform mjop) 3.993 div
B Kunstwerken 2029 (conform mjop) 639 div
B Kunstwerken 2030 (conform mjop) 5.238 div
A Riolering 2026 (conform GWP 2024) 5.720 div
B Riolering 2027 (conform GWP 2024) 5.292 div
B Riolering 2028 (conform GWP 2024) 1.588 div
B Riolering 2029 (conform GWP 2024) 788 div
B Riolering 2030 (conform GWP 2024) 854 div
Totaal 15.803 21.423 5.811 5.316 14.478

Burgemeester Harmsma school

Terug naar navigatie - Investeringen - Burgemeester Harmsma school

De Singelland Burgemeester Harmsma School (BHS) in Gorredijk is een school voor voortgezet onderwijs in de gemeente Opsterland. In het IHP is rekening gehouden met vernieuwbouw van (een deel van) het schoolgebouw. Het voorste bouwdeel heeft een functiewijziging gekregen en wordt geschikt gemaakt voor De Skâns. De gemeenteraad heeft hierover op 18 september 2023 een besluit genomen. Hiermee kan de BHS de plannen voor de vernieuwbouw concretiseren.

Het schoolbestuur heeft echter besloten geen gebruik te willen maken van een bij de gemeente aan te vragen voorbereidingskrediet. Zij stellen voor eigen risico en kosten een aanbestedingsgereed bouwplan op, waarna een bouwkrediet bij de gemeenteraad wordt aangevraagd. Daarbij houden we rekening met de besluiten die al zijn genomen over De Skâns. Hiermee kan de realisatiefase in 2026 worden opgestart.

Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP)

Terug naar navigatie - Investeringen - Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP)

De gemeente Opsterland baseert haar meerjarenraming voor investeringen in onderwijshuisvesting op de VNG-normbedragen, die jaarlijks worden geïndexeerd. Dit is conform de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Opsterland en de uitgangspunten uit het Integraal Huisvestingsplan (IHP) 2022–2035. De VNG-normbedragen worden afgegeven als uitgangspunt voor de stichtingskosten van bouwprojecten. In de praktijk blijkt echter dat deze normbedragen bij (ver)nieuwbouw, renovatie en uitbreiding van schoolgebouwen onvoldoende aansluiten bij de werkelijke kosten van huisvestingsprojecten.

Daarom wordt in de meerjarenraming voor investeringen in (ver)nieuwbouw en/of uitbreiding van onderwijshuisvesting te rekenen met een opslag van 25% over de VNG-normvergoeding, zodat wij onze wettelijke en beleidsmatige opgave op het gebied van onderwijshuisvesting ook in de komende jaren verantwoord kunnen realiseren. De toeslag van gemiddeld +25% is een indicatie. Projectspecifieke omstandigheden kunnen zorgen voor afwijkingen van dit percentage. Bij de planvorming van projecten en de definitieve aanvraag van het investeringskrediet moet dit per geval duidelijk worden.

Kunstwerken

Terug naar navigatie - Investeringen - Kunstwerken

Vervangingsmaatregelen voor kunstwerken die als investering worden uitgevoerd worden apart aan u voorgelegd op basis van een budgetraming. 
Volgens het meerjaren onderhoudsprogramma kunstwerken worden de volgende werkzaamheden in 2026 uitgevoerd:

  • Beweegbare brug Klein Groningen (OD_029).
  • Aanleg steiger Nieuwe Vaart (OD_235).
  • Damwand (OD_321, OD_462 en OD_494).
  • Walbeschoeing (OD469, OD_471 en OD_475).

Riolering

Terug naar navigatie - Investeringen - Riolering

Op basis van het Gemeentelijk Watertaken Programma staan de volgende werkzaamheden voor 2026 geraamd:

  • Project 1: Bakkeveen - Boskleane.
  • Project 6: Beetsterzwaag - F. Andrealaan e.o.
  • Project 7: Beetsterzwaag - Vlaslaan e.o.
  • Project 15: Gorredijk - De Hoop.
  • Jaarlijks budget voor afkoppelen - planperiode.
  • Jaarlijks budget renovatie riolering (groot onderhoud) - planperiode.
  • Reserveringsbudget vervanging gemalen mechanische riolering.

OWO samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - OWO samenwerking - Inleiding

De OWO-samenwerking is uniek te noemen. De samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op terreinen waar dit vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt.
De OWO-samenwerking werkt continue aan uitvoering van de opdracht in de bestuursovereenkomst:

  • De OWO-afdelingen verder te optimaliseren en expertisedeling tussen medewerkers te stimuleren.
  • Samenwerking op complexe opgaven en beleidsterreinen aan te gaan wanneer deze samenwerking bijdraagt aan de doelstellingen.
  • Samen extern op te trekken richting gezamenlijke deelnemingen en bij bovenlokale vraagstukken wanneer deze samenwerking bijdraagt aan de doelstellingen.

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - OWO samenwerking - Algemene ontwikkelingen

Gemeenteraadsverkiezingen 2026: 
In 2026 wordt er een introductiemoment georganiseerd om alle raadsleden van de OWO-gemeenten kennis te laten maken met de OWO-samenwerking.

10 jaar OWO-samenwerking:
De OWO-samenwerking bestaat 10 jaar. In 2026 wordt dit jubileum gevierd.

Onze prioriteiten voor 2026

Terug naar navigatie - OWO samenwerking - Onze prioriteiten voor 2026

De OWO-afdelingen verder optimaliseren en expertisedeling stimuleren
De drie OWO-afdelingen werken samen met de afdelingen binnen de drie huizen aan de afhandeling van binnenkomende (aan)vragen, aan de uitvoering van gemeentelijk beleid of aan de ondersteuning van de bedrijfsvoering. Door complexer wordende wetgeving en een veranderende samenleving is het takenpakket van de OWO-afdelingen de afgelopen periode uitgebreid. In 2026 worden daarom de afspraken en processen tussen de OWO-afdelingen en de drie huizen geactualiseerd zodat deze weer beter aansluiten op de huidige praktijk.

De OWO-afdelingen stappen uiterlijk begin 2026 over op een OWO-huisstijl (inclusief briefpapier en enveloppen) om zo de herkenbaarheid van de OWO-samenwerking en efficiency in de uitvoering verder te verbeteren.

Actuele ontwikkelingen binnen de OWO-afdelingen:

  • Vanuit de OWO-afdeling Beheer en registratie gaan de drie gemeenten per 2026 over op een nieuw belastingportaal waar inwoners en ondernemers zelf op kunnen inloggen om bijvoorbeeld de WOZ-waarde te bekijken. Ook wordt het mogelijk een bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking of gemeentelijke belastingen in te dienen. Later in 2026 volgen ook het verzoek tot kwijtschelding, het aanvragen van de automatische incasso en de aangifte toeristenbelasting. Het wordt eenvoudiger en de afhandeling gaat sneller en nauwkeuriger.
  • Met de invoering van de omgevingswet is het wettelijk verplicht een gemeentelijk Uitvoerings- en handhavingsstrategie (U&H-strategie) op te stellen. Dit is de opvolger van het VTH-beleidsplan. In de U&H-strategie wordt beschreven hoe de OWO-gemeenten de komende jaren uitvoering geven aan haar taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). In 2026 start OWO-VTH met het uitvoeren van haar werkzaamheden volgens de U&H-strategie.
  • Bij de OWO-afdeling Bedrijfsvoering ligt de focus op de ondersteuning van de drie gemeenten zodat zij hun werkzaamheden goed kunnen uitvoeren. Hierbij is betrouwbare dienstverlening, transparant werken en efficiënt samenwerking altijd uitgangspunt. In de 2e helft van 2026 volgt de nieuwe informatievisie (de i-visie). Deze visie verbindt externe ontwikkelingen (zoals AI, Common Ground)  met ambities, opgaven en wensen vanuit de gemeenten zoals de verdere transitie van de ICT-afdeling van een beheer- naar een regieorganisatie.
  • De Woo (Wet open overheid) vraagt dat gemeenten steeds meer actief openbaar maken. De drie gemeenten volgen hierbij het tijdpad vanuit de rijksoverheid. OWO-Bedrijfsvoering levert een ondersteunende rol aan de drie huizen bij de invoering van de Woo.

Samenwerking op complexe opgaven en beleidsterreinen aan te gaan
Aanpak ondermijning
In OWO-verband wordt er structureel samengewerkt om ondermijning aan te pakken. Er vinden regelmatig controles plaats op illegale bewoning en er wordt actief deelgenomen aan integrale acties met bijvoorbeeld politie, OM en anderen. Agrariërs blijven een belangrijke doelgroep die we samen met het LTO benaderen om hen voor te lichten over ondermijning en het herkennen van signalen. Er is een landelijke trend dat drugslabs zich verplaatsen van het buitengebied naar de bebouwde kom, waar meer anonimiteit is.

Nieuw evenementenbeleid
In het op te stellen OWO-evenementenbeleid staat waar evenementen kunnen plaatsvinden en aan welke voorwaarden evenementen moeten voldoen. Doel hiervan is helderheid te creëren voor organisatoren, vergunningverleners en inwoners. Het opstellen van het beleid is een langlopend project waarbij we optrekken met onder andere politie, Veiligheidsregio en evenementenorganisatoren. Naar verwachting wordt het beleid in het 3e kwartaal van 2026 aan de drie gemeenteraden voorgelegd.

Uitvoering Omgevingswet: Omgevingsplannen en Nota Omgevingskwaliteit
Het gezamenlijk werken aan de nieuwe omgevingswet blijft waardevol. De komende periode staat in het teken van het opstellen van onder andere de nota Omgevingskwaliteit en de Omgevingsplannen. In de nota Omgevingskwaliteit staan de kwaliteitseisen van onze omgeving beschreven. In het omgevingsplan staan vervolgens algemene regels voor de fysieke leefomgeving. Iedere gemeente krijgt uiteindelijk één nota Omgevingskwaliteit en één Omgevingsplan. Dit is een traject dat nog jaren in beslag neemt.

Informatieveiligheidsbeleid en BIO II
De drie gemeenten werken in OWO-verband aan nieuw informatieveiligheidsbeleid en het voldoen aan de nieuwe Baseline Informatiebeveiliging Overheid II (BIO II). De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is het basisnormenkader voor informatiebeveiliging binnen alle overheidslagen (Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen).

Energietransitie: het OWO-Energiebureau
Ook rondom de energietransitie werken we in OWO-verband samen. Binnen het OWO-Energiebureau werken energieverkenners die de subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie uitvoeren en met inwoners in gesprek gaan hoe zij hun woning kunnen verduurzamen. In 2026 wordt besloten welke activiteiten in het OWO-Energiebureau een plek krijgen.

Samen extern op te trekken
Fumo
De OWO trekt actief samen op in afstemming met de Fumo. Vanuit de OWO-afdeling VTH, maar ook bestuurlijk wordt er afgestemd over de gezamenlijke koers en inzet richting Fumo. In 2026 wordt er in OWO-verband toegewerkt naar een eenduidige advisering richting colleges en gemeenteraden over de begroting van de Fumo.

Sociaal domein Friesland
Binnen OWO wordt er zowel bestuurlijk als ambtelijk samen opgetrokken en afgestemd over het Sociaal domein Friesland. Vergaderingen worden structureel afgestemd zodat er binnen het Sociaal domein Friesland met één OWO-mond gesproken wordt. Hierdoor zijn de drie gemeenten een stevige gesprekspartner.