Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De diverse verordeningen belastingen en heffingen worden jaarlijks in december voorafgaand aan het betreffende jaar vastgesteld. In de begroting is al uitgegaan van het nieuwe niveau van de tarieven. Waar dat mogelijk is en wettelijk is toegestaan worden de tarieven verhoogd met de indexering "prijs bruto binnenlands product" van 1,8% (begroting 2020 was 1,6%). Een uitzondering hierop vormen de tarieven voor afval en riolering. Deze tarieven zijn gebaseerd op kostendekkendheid.

Kaderstellende documenten
De jaarlijks vastgestelde verordeningen belastingen en heffingen.

Overzicht geraamde inkomsten
In onderstaand overzicht staan de in onze gemeente geldende belastingen en heffingen. De verwachte opbrengst aan belastingen en heffingen bedraagt in 2021 € 13,9 miljoen, ongeveer 17% van de totale gemeentelijke baten.

Programma

 Lokale belastingen en heffingen

 (bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
0 Algemeen plaatselijke verordening 22               45 25
0 Leges publiekszaken 367             248 264
0 Reclamebelasting 40 40 40
8 Leges omgevingsvergunning 649             656 676
3 Toeristenbelasting 180             148 148
7 Begrafenisrechten 137             150 150
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.144          3.036 3.313
7 Rioolheffing (excl. kwijtscheldingen) 2.745          2.810 2.810
0 Onroerendezaakbelasting 4.440          4.479 4.626
0 Precariorechten 2.081          1.900 1.900
  Totaal 13.805        13.512 13.912

Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting bedraagt 5% van de logiesomzet in onderkomens niet toebehorende of ter beschikking gesteld door de belastingplichtige en 2,5% van de logiesomzet in onderkomens van of ter beschikking gesteld door belastingplichtige. Deze percentages zijn niet gewijzigd.

Afvalstoffenheffing
Het tarief van de afvalstoffenheffing is gebaseerd op 100% kostendekking. De tarieven voor 2021 worden in december vastgesteld in de betreffende verordening.

Rioolheffing
Het tarief van de rioolheffing is gebaseerd op 100% kostendekking. De tarieven voor 2021 worden in december vastgesteld in de betreffende verordening.

Onroerendezaakbelasting
De tarieven voor 2021 worden in december vastgesteld in de betreffende verordening.

Precariorechten
In 2021 wordt voor € 1,9 miljoen aan aanslagen precariorechten voor kabels en leidingen opgelegd.  2021 is het laatste jaar dat we precariorechten op kunnen leggen.

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Bestemmingsheffingen (afvalstoffenheffing en rioolrecht) en retributies (bijvoorbeeld leges, marktgelden en standplaatsgelden) zijn bedoeld om met de inkomsten uit die belastingheffing de gemeentelijke lasten van die activiteiten te bekostigen. Om te voorkomen dat een gemeente met deze specifieke belastingen ook andere activiteiten financiert, is in de Gemeentewet het verbod opgenomen dat de geraamde baten de geraamde lasten overschrijden. (De wetsbepalingen die de kostendekkende tarieven voorschrijven, spreken steeds over geraamde bedragen. Dit komt doordat de rechtsbescherming vereist dat de verordening voor aanvang van de belastingheffing moet zijn vastgesteld. Op dat moment zijn alleen de verwachtingen bekend. De mate van kostendekkendheid moet derhalve op begrotingsbasis worden vastgesteld.) Door dit vereiste mogen de opbrengsten hooguit kostendekkend zijn. In de praktijk spreekt men dan ook wel van kostendekkende tarieven. Als de opbrengsten minder dan kostendekkend zijn, zullen de lasten uit andere inkomsten worden betaald. Bijvoorbeeld uit de algemene belastingen (met name ozb) of uit de algemene middelen. Als de gemeente niet voor kostendekkende tarieven kiest, betekent dit dat niet alleen de kostenveroorzakers, maar alle belastingplichtigen meebetalen. Het uitgangspunt dat de veroorzaker betaalt, wordt dan losgelaten. 

Kruissubsidiëring
Zeker bij leges waarbij de tarieven voor verschillende activiteiten in één belastingverordening worden geregeld, kan zich de vraag voordoen op welk niveau de kostendekkendheid moet worden getoetst. Het uitgangspunt daarbij is toetsing op verordeningenniveau, waarbij de geraamde lasten van alle benoemde activiteiten worden gedekt door de gezamenlijke baten uit de te heffen belastingen/leges. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk: een verwacht overschot bij de ene activiteit wordt gebruikt voor de dekking van een verwacht tekort bij een andere activiteit en omgekeerd. 

Afval en Riolering

Terug naar navigatie - Afval en Riolering

Kostendekkendheid
De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven:

Afval

Directe kosten    
Totaal van de gemeentelijke lasten  € 2.972.000  
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen

 € 529.000

 
Netto directe kosten taakveld    € 2.443.000
Indirecte kosten    
Btw  € 575.000  
Overhead en rente  € 55.000  
Netto indirecte kosten taakveld    € 630.000
Totale lasten  product 'Afval 2021'    € 3.073.000
     
Totale heffingen    
Afvalstoffenheffing    € 2.239.000
Afvalstoffenheffing Restafval    € 804.000
Afvalstoffenheffing GFT        € 30.000
Totale heffingen  product 'Afval 2021'    € 3.073.000
     
Dekkingspercentage   100%

 Riolering

Directe kosten    
Totaal van de gemeentelijke lasten  € 2.158.000  
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen  €                     -  
Netto directe kosten taakveld    € 2.158.000
Indirecte kosten    
Btw  € 386.000  
Overhead en rente  € 250.000  
Netto indirecte kosten taakveld    € 636.000
Totale lasten  product 'Riolering 2021'    € 2.794.000
     
Totale heffingen    
Rioolheffing, baten  € 2.810.000  
Totale heffingen  product 'Riolering 2021'    € 2.810.000
     
Dekkingspercentage   100%

Onze gemeente heeft als vastgesteld beleid dat de tarieven van afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend moeten zijn.

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Omgevingsvergunningen

Omgevingsvergunningen
De tariefstelling ten aanzien van de diverse omgevingsvergunningen is niet van een dergelijke omvang dat volledige kostendekkendheid kan worden bewerkstelligd. Een volledige kostendekkendheid kan niet worden gerealiseerd omdat dan de tarieven voor bepaalde vergunningen (bijvoorbeeld evenementenvergunningen) zodanig zouden moeten stijgen dat de hoogte van de leges niet meer in verhouding staat tot de activiteit.

Kostendekkendheid

Directe kosten    
Totaal van de gemeentelijke lasten € 1.063.000  
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen  €                  -  
Netto directe kosten taakveld   € 1.063.000
Indirecte kosten    
Btw €                   -  
Overhead en rente € 561.000  
Netto indirecte kosten taakveld        € 561.000
Totale lasten  product 'Omgevingsvergunningen 2021'   € 1.645.000
Totale heffingen    
Heffingen € 676.000  
Totale heffingen  product 'Omgevingsvergunningen 2021'        € 676.000
Dekkingspercentage   42%

Ten opzichte van de begroting 2020 (42%) is het dekkingspercentage gelijk gebleven.   

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk 2021 kan niet eerder vastgesteld worden dan na vaststelling van de tarieven in december 2020. Bij het vaststellen van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en de aangekondigde maatregelen.

De “Atlas van de lokale lasten 2020” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 375 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 76 (2019 nr. 107)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen.
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien.

Inventarisatie van de risico’s en het weerstandscapaciteit

Risicoprofiel:
In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

tabel met de top 10 van de risico's met de geschatte "kans" en de "invloed"
risico kans  max fin. effect  invloed  totaal risico 
Herijking algemene uitkering gemeentefonds 60% € 450.000 9% € 270.000
Uitkering gemeentefonds fluctueert 50% € 1.000.000 17% € 500.000
Invoering omgevingswet 20% € 1.000.000 7% € 200.000
Uitgaven decentralisatie jeugd en WMO overschrijden de geraamde bedragen 40% € 1.400.000

18%

 € 560.000
Financiële tegenvallers projecten 10% € 2.000.000 7%   € 200.000
Mogelijke WW verplichtingen personeel 25% € 1.000.000 8%   € 250.000
Borgstellingen 1% € 20.500.000 7%    € 205.000
Mogelijke financiële concequenties die voortkomen uit de Coronacrisis 25% € 1.500.000 13%    € 375.000
Toekomstige OWO-ontwikkelingen 50% € 400.000 7% € 200.000
Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% € 1.500.000 7%    € 225.000
Totaal   € 30.750.000 100% € 2.985.000

De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben.

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 4,5 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 17,1 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te kunnen bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500).  In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

x € 1.000
Incidenteel weerstandsvermogen
Algemene reserve 1 januari 2021:
Algemene reserve buffer 7.500
Algemene reserve vrij deel 9.605
Totaal algemene reserve 17.105
Totaal bestemmingsreserves 5.749
Totaal incidenteel weerstandsvermogen 1 januari 2021 22.854
Verloop algemene reserve
Saldo volgens Verantwoording 2019 10.211
Mutaties in 2020:
Resultaat 2019 6.593
Resultaatbestemming 2019 -431
Precariobelasting 1.900
Dekking negatief resultaat begroting 2020 -1.168
Saldo algemene reserve na genomen raadsbesluiten 17.105

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen (zie onderstaande tabel) in relatie tot de financiële positie:

Netto Schuldquote

We verwachten dat de netto schuldquote in 2021 afneemt. Dit komt omdat de verhouding tussen het saldo van de schulden en de baten dan is verbeterd. De schuldquote van Opsterland bevindt zich ruim binnen de in de theorie genoemde (en door de VNG gehanteerde) grens van 130 procent.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)

Het kengetal van de netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden) is gelijk aan het kengetal netto schuldquote. 

Solvabiliteitsratio

We verwachten dat de solvabiliteit van de gemeente toeneemt ten opzichte van de begroting 2020. Solvabiliteit is de verhouding tussen leningen en eigen vermogen (reserves). De toename komt doordat de gemeente op dit moment aflost op haar geldleningen en nog niet voornemens is om nieuwe leningen af te sluiten. Het solvabiliteitspercentage is aanvaardbaar.

Structurele exploitatieruimte

Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen wordt gedekt. Een negatief percentage houdt in dat structurele lasten incidenteel gedekt worden. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. Een overzicht van de incidentele lasten en baten is opgenomen in de jaarrekening.

Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft inzicht in de waarde van de gronden ten opzichte van de totale baten van de gemeente. Het percentage geeft aan dat Opsterland geen bovenmatige risico’s op de grondexploitaties loopt afgezet tegen de omvang van de begroting. Daar komt bij dat de gemeente met de algemene reserve ook nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit wordt berekend met de tarieven voor een meerpersoonshuishouden. Bij een percentage hoger dan 100 zijn de woonlasten hoger dan het landelijk gemiddelde. Bij een percentage lager dan 100 zijn ze lager. De woonlasten bevinden zich op een stabiel en landelijk gezien laag niveau.

Tabel kengetallen
Kengetal Jaarrek 2019 Begr 2020 Begr 2021 Begr 2022 Begr 2023 Begr 2024
Netto schuldquote 36,8% 40,4% 35,0% 33,7% 30,4% 25,3%
Netto schuldquote excl verstrekte leningen 36,8% 40,4% 35,0% 33,7% 30,4% 25,3%
Solvabiliteit 30,0% 31,5% 34,4% 35,7% 37,8% 40,7%
Structurele exploitatieruimte -7,7% -1,4% -1,5% -0,5% 0,0% 0,4%
Grondexploitatie 1,8% 2,5% 2,6% 3,7% 3,1% 2,6%
Belastingcapaciteit 98,0% 93,6% 96,7% 96,7% 96,7% 96,7%

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor het beheer van de openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen. Deze openbare ruimte bevat voorzieningen die we kapitaalgoederen noemen. Dit zijn wegen, wegbebakening, straatmeubilair, riolering, civiele kunstwerken (bruggen e.d.), openbaar groen, openbare verlichting en gebouwen. Het onderhoud hiervan is van belang voor de leefbaarheid en veiligheid in onze gemeente. Daarnaast is goed onderhoud van belang om kapitaalverlies te voorkomen.

In het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 (hierna: BKP) zijn de kwaliteitsniveaus van de arealen (te onderhouden kapitaalgoederen) openbaar groen, verhardingen en kunstwerken vastgelegd door de gemeenteraad (13 mei 2013). In 2017 heeft een herijking plaatsgevonden (notitie Kapitaalgoederen) om kapitaalvernietiging te voorkomen. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik. Netjes waar het moet, sober waar het kan. De ambitieniveaus voor de riolering zijn vastgelegd in het  Gemeentelijk Watertakenprogramma 2020 - 2025 (GWP).

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 (BKP)
Aanpassingen Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte op openbaar groen (vastgesteld 15-10-2015)
Notitie kapitaalgoederen 2017
Beheerplan onderhoud sportvelden (2008)
Beleidsnota Licht in de Duisternis (2009)
Gemeentelijk watertakenprogramma 2020 - 2025 (GWP)
Gemeentelijk verkeer en vervoerplan 2010 Bereikbaar zijn en blijven (GVVP)
Evaluatie Gemeentelijk verkeer en vervoerplan 2010
Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland 2014

Toekomst

Vanaf begin 2021 worden de kapitaalgoederen voor wat betreft beeldkwaliteit onderhouden in overeenstemming met het nieuwe (nog op te stellen) Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021. Omdat de begroting eerder tot stand komt dan het vaststellen van het nieuwe plan zijn de ambities nu nog niet meegenomen. Verwacht wordt dat de verschillen in onderhoudsniveaus minimaal zijn. 

Wegen en verhardingen

Terug naar navigatie - Wegen en verhardingen

Kerncijfers

De gemeente heeft ongeveer 2,7 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 58% uit asfalt, 40% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.) en 2% beton. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van ongeveer € 175 mln.

Het gewenste kwaliteitsniveau van de verhardingen is vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan openbare ruimte 2014-2018.

Om kapitaalvernietiging te voorkomen is aanvullend in september 2017 de Notitie kapitaalgoederen vastgesteld, waarmee de ambitie is uitgesproken om alle arealen op een basisniveau te gaan onderhouden.

Areaal Hoeveelheid Kwaliteitsniveaus beheer en onderhoud verharding per structuurelement
Bedrijven terreinen Buiten gebied Centra Groen gebieden / Parken Hoofd wegen Woon gebieden
Fietspaden 85km Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeervoorzieningen 11,2ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Wegen 397km Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden / trottoirs 124km Basis Basis Basis Basis Basis Basis

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 en de herijking n.a.v. de Notitie Kapitaalgoederen 2017.

Toekomst

Wegen hebben afhankelijk van gebruik en soort een bepaalde (theoretische) levensduur. Het grootste deel van de wegen in de gemeente is aangelegd of gerehabiliteerd tussen 1970 en 1990. Dit zorgt ervoor dat er in verhouding vanaf 2020 meer wegen aan vervanging toe zijn. Het zwaartepunt van deze (theoretische) vervangingspiek ligt tussen 2030 en 2050.

Vanaf begin 2021 wordt het onderhoud uitgevoerd in overeenstemming met het nieuwe Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021. Omdat de begroting eerder tot stand komt dan het vaststellen van het nieuwe plan zijn de ambities nu nog niet meegenomen. Verwacht wordt dat de verschillen in onderhoudsniveaus minimaal zijn. 

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

In de gemeente ligt meer dan 350 km riolering onder de grond. Hiervan is 214 km vrijverval en 137 km mechanische riolering. Daarnaast zorgen 558 gemalen, 112 IBA’s (reinigingsstations op perceelniveau) en 5 bergbezinkvoorzieningen voor de verwerking van afval- en hemelwater. De totale installatie vertegenwoordigt een geschatte waarde van ongeveer € 146 mln.

Beheer

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Watertakenproramma 2020-2025. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Gemeentelijke watertaken Kwaliteitsniveaus  per structuurelement
Centrum Woongebieden Bedrijventerreinen Buitengebied
Afvalwater inzameling van afvalwater Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
transport van afvalwater Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater inzameling van overtollig hemelwater Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog  n.v.t.
verwerking van hemelwater in riolen Basis Basis Basis  n.v.t.
verwerking van hemelwater in openbare ruimte Basis Basis Basis  n.v.t.
Grondwater inzameling van grondwater Basis Basis Basis  n.v.t.
verwerking van grondwater Basis Basis Basis  n.v.t.

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met het Watertakenprogramma 2020-2025

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatsverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. 

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en kunstwerken (water)

 Kerncijfers

Civiele kunstwerken
Omschrijving Aantal
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks
Bruggen (vast) 28 stuks
Bruggen (hout) 96 stuks
Kademuren 6.860 m1
Oeverconstructies 26.734 m1
Vaarrecreatieve voorzieningen 36 stuks
Duikers 4 stuks
Tunnels* 4 stuks
Sluizen 1 stuks

*Van drie tunnels heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het eigendom ligt bij de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat
Het totale areaal kunstwerken vertegenwoordigt een geschatte vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

Beheer

Het gewenste kwaliteitsniveau van kunstwerken e.a. is vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan openbare ruimte 2014-2018. Binnen het begrote budget worden de kunstwerken / voorzieningen op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Areaal Kwaliteitsniveaus beheer en onderhoud verharding per structuurelement
Bedrijven terreinen Buiten gebied Centra Groen gebieden / Parken Hoofd wegen Woon gebieden
Bruggen (beweegbaar)  n.v.t. Basis Basis  n.v.t. Basis Basis
Bruggen (vast)  n.v.t. Laag Basis  n.v.t. Laag Basis
Bruggen (hout)  n.v.t. Laag  n.v.t. Basis Basis Basis
Kademuren  n.v.t. Basis Basis  n.v.t.  n.v.t. Basis
Oeverconstructies  n.v.t. Basis  n.v.t.  n.v.t.  n.v.t. Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen  n.v.t. Basis Basis  n.v.t.  n.v.t. Basis

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018.

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2025 betreft de theoretische vervanging circa €5 mln. Tot en met 2040 bedraagt dit circa €12 mln. Op dit moment is er geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen.

Vanaf begin 2021 wordt het onderhoud uitgevoerd in overeenstemming met het nieuwe Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021. Omdat de begroting eerder tot stand komt dan het vaststellen van het nieuwe plan zijn de ambities nu nog niet meegenomen. Verwacht wordt dat de verschillen in onderhoudsniveaus minimaal zijn. 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De grootste arealen zijn hieronder weergegeven.

Openbaar groen
Omschrijving Aantal
Bomen 49.000 stuks
Bosplantsoen 900.000 m2
Sierbeplanting 75.000 m2
Hagen 9.500 m1
Grasveld 965.000 m2
Bermen/ruigte 1.893.000 m2
Watergangen/vijvers 590.000 m2
Parkmeubilair 800

stuks

Beheer

Het gewenste kwaliteitsniveau van het openbare groen is vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan openbare ruimte 2014-2018. Om kapitaalvernietiging te voorkomen is aanvullend in september 2017 de Notitie Kapitaalgoederen vastgesteld waarmee de ambitie is uitgesproken om meer arealen op een basis niveau te gaan onderhouden. 

Binnen het begrote budget worden de arealen groen op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Beeldkwaliteit  

Centra

Woon gebied

Hoofd wegen

Bedrijven terrein

Groen gebieden / parken

Buiten gebied

Begraaf plaatsen

Bomen

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Bosplantsoen

Basis

Basis

Laag

Laag

Laag

Laag

Basis

Sierbeplanting

Basis

Basis

Basis

Laag

Basis

Laag

Hoog

Hagen

 n.v.t.

Basis

Basis

Basis

Laag

Laag

Hoog

Grasveld

Basis

Laag

Laag

Laag

Laag

Laag

Hoog

Bermen

 n.v.t.

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Kruidenrijk gras

Basis

Laag

Laag

Laag

Laag

 n.v.t.

Basis

Watergangen/vijvers

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Parkmeubilair

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Hoog

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met de aanpassingen op het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 (15-10-2015) en de Notitie Kapitaalgoederen 2017.

De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door eigen dienst en Caparis.

Toekomst

Vanaf begin 2021 wordt het onderhoud uitgevoerd in overeenstemming met het nieuwe Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021. Omdat de begroting eerder tot stand komt dan het vaststellen van het nieuwe plan zijn de ambities nu nog niet meegenomen. Verwacht wordt dat de verschillen in onderhoudsniveaus minimaal zijn. 

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers

De gemeente heeft 53 gebouwen in beheer en eigendom. Het gemeentelijk vastgoed heeft een herbouwwaarde van circa € 63 mln.

Gemeentelijk vastgoed
Functieomschrijving Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 15
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 5
Dorpshuizen 5
Overig 9
Totaal gebouwen 53

 Beheer

Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Kerncijfers

In Opsterland staan circa 4.400 lantaarnpalen in de openbare ruimte waarvan ongeveer 90% in beheer en eigendom van de gemeente zijn. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

Beheer

De beleidsuitgangspunten van de openbare verlichting staan vastgelegd in de notitie "Licht in de Duisternis" (2009). De masten worden onderhouden op CROW kwaliteitsniveau B (is overeenkomstig aan het ‘basisniveau’ zoals vastgelegd in het BKP).

Het begrote budget wordt gebruikt voor het onderhouden (in stand houden) van de huidige installatie. Voor vervanging wordt indien aan de orde een vervangingskrediet aangevraagd. 

Toekomst

De installatie openbare verlichting is relatief jong. Op basis van de theoretische levensduur ontstaat na 2025 een vervangingspiek. Op dit moment is ongeveer een derde van het areaal voorzien van duurzame LED-techniek. Het omzetten naar LED gaat de komende jaren door. 

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017).

Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor de in de komende jaren aflopende langlopende leningen wordt er van uit gegaan dat deze weer voor hetzelfde leningsbedrag worden aangetrokken tegen een geschat rentepercentage van 1%.

Renteverwachtingen 2021

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. We verwachten in 2021 geen grote veranderingen in de rentestand. Daarnaast speelt de spreiding in de schuldportefeuille een grote rol.

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2021 is dit voor onze gemeente maximaal € 6,8 miljoen. Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen.

Renterisiconorm

De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 16 miljoen renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2021 bedraagt € 2,8 miljoen. We voldoen aan de renterisiconorm.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2021 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze hebben we sturing op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Hoe lopen de processen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Deze zaken hebben permanent aandacht.
Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het goedkoper en beter? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen. 

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Organisatieverordening (2017).
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078).
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld).
Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886). 

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

In 2020 is een traject voor organisatieontwikkeling gestart. De gemeente Opsterland wil haar rol in de netwerksamenleving beter spelen. Zij wil meer en beter kunnen aansluiten bij de initiatieven van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden, zowel lokaal als regionaal. Hiervoor zijn een aanpassing van de managementstructuur, een aangepast organisatieontwerp en het aanpakken van kwetsbaarheden in de formatie nodig. Deze aanpassingen worden in 2021 uitgevoerd.

Professionalisering van de organisatie

Terug naar navigatie - Professionalisering van de organisatie
De organisatieontwikkeling draait om aanpassing van de sturing, het organisatieontwerp en 'anders denken en doen'. Dit laatste betekent dat medewerkers bijvoorbeeld een aantal workshops volgen om beter met elkaar en met externe partijen samen te werken. Met deze professionaliseringsslag kan de gemeente haar rol binnen de netwerksamenleving beter spelen. Daarnaast bekijken we of er aanpassingen nodig zijn aan de werkplek van medewerkers om te werken binnen de netwerksamenleving. Hierbij betrekken we de ervaringen die zijn opgedaan tijdens de coronacrisis, bijvoorbeeld het thuiswerken.

Toezicht en controle op de gemeente

Toezicht en controle op de gemeente

Terug naar navigatie - Toezicht en controle op de gemeente

Doel paragraaf toezicht en controle

In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de toezichtvormen en controles die in 2021 zullen plaatsvinden. Het gaat hierbij om toezicht en controle op de gemeente. Dit ter onderscheiding van toezicht en handhaving die de gemeente uitvoert op activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen. Puntsgewijs wordt ingegaan op:

  1. Accountantscontrole en rechtmatigheid
  2. Audits informatiebeveiliging
  3. Horizontale verantwoording college aan de raad
  4. Interbestuurlijk toezicht door de provincie
  5. Rekenkamercommissie
  6. Waarstaatjegemeente.nl

Ad 1 Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Ad 1 Accountantscontrole en rechtmatigheid

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden  staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2021 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

  • De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
  • De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

  Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht raad

Als blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is, zal het college voor aanvullende budgettaire ruimte voorstellen doen aan de raad. Dit is niet nodig als er door het college dekking kan worden gevonden binnen het programma. Als de uitgave inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de accountantscontrole. Het normenkader wordt jaarlijks per 31 december door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant zal met de auditcommissie van de raad worden afgestemd.

Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Vanaf 1 januari 2021 moet het college van B&W een verantwoording opnemen in de jaarstukken over de rechtmatigheid. De eerste keer zal dit plaatsvinden in 2022 over de jaarstukken van 2021. De rechtmatigheidsverantwoording moet door gemeenten opgenomen worden in de jaarrekening op het moment dat de wetgeving is aangepast. Ten tijde van het schrijven van de begroting is de wetgeving nog niet aangepast. Zodra de wetgeving is aangenomen zal bovenstaande tekst aangepast moeten worden aan de nieuwe wetgeving. 

Ad 2 Audits informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Ad 2 Audits informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker. Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid(BIO). De BIO bestaat uit een stelsel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten waar we aan moeten voldoen, zoals de basisregistratie personen (BRP), de paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet), de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de basiskaart grootschalige topografie (BGT), Basis registratie ondergrond (BRO) en DigiD. 

Door de ENSIA-zelfevaluatietool zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied van de bovenstaande wetten. 

Dit betekent dat maar één keer per jaar de zelfevaluatielijst ingevuld hoeft te worden. De informatie wordt gebruikt voor de horizontale verantwoording aan de gemeenteraad en aan diverse verticale verantwoordingslijnen als departementen.

ENSIA heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren door het toezicht te bundelen en aan te sluiten op de gemeentelijke planning & control-cyclus. Hierdoor heeft de gemeenteraad meer overzicht over de stand van zaken van de informatieveiligheid en kan hij bijsturen op de voortgang van de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). 

Ad 3 Horizontale verantwoording van college aan de gemeenteraad

Terug naar navigatie - Ad 3 Horizontale verantwoording van college aan de gemeenteraad

Door de invoering van de Wet revitalisering generiek toezicht is de controlerende taak van de gemeenteraad versterkt. Dit komt tot uitdrukking door de volgende activiteiten:

  1. meer aandacht voor de uitvoering van de medebewindstaken in de jaarstukken en
  2. deelname aan het VNG-project Versterken horizontale verantwoording. Dit project richt zich op verantwoording via de website “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Wat punt a betreft wordt in het jaarverslag in verschillende programma’s informatie verstrekt over de uitvoering van landelijke wetgeving. In de meeste gevallen wordt dit in tabellen aangegeven, waarbij de ontwikkeling van de laatste drie of vier jaren te vergelijken is. Substantiële financiële mutaties worden toegelicht in de programma’s bij de derde W (wat kost het ?).

Naast deze vorm van verantwoorden is over de uitvoering van de medebewindswetgeving meer informatie te vinden op de website “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Een toevoeging aan de begroting zijn landelijke kengetallen, die opgenomen worden bij de betreffende programma’s in de begroting.

Ad 4 Interbestuurlijk toezicht door de provincie (verticaal toezicht)

Terug naar navigatie - Ad 4 Interbestuurlijk toezicht door de provincie (verticaal toezicht)

Het interbestuurlijk toezicht (IBT) is de wettelijke toezichtstaak die een provincie heeft ten aanzien van de uitvoering van wettelijke taken door gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen.

De provincie richt zich als toezichthouder op de volgende beleidsterreinen:

Ook houdt de provincie toezicht op de financiële positie van gemeenten.

Het toezicht gebeurt op basis van vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten. Als basis van het interbestuurlijk toezicht is een goede horizontale verantwoording (controle door gemeenteraad bij gemeenten) onmisbaar.

Het interbestuurlijk toezicht is gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. Aan de hand van het stoplichtmodel wordt er een beoordeling gegeven. De uitkomst hiervan kan de kleur groen, oranje of rood zijn. Groen staat voor goed, oranje staat voor matig/risico en rood voor taakverwaarlozing. Ingrijpen gebeurt alleen als wettelijk vastgelegde taken niet of niet juist worden uitgevoerd. Of als besluiten in strijd zijn met het algemeen belang of het recht. In deze gevallen is de uitkomst van de beoordeling de kleur rood en kan de provincie gebruik maken van de volgende instrumenten:

  • Indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. Bij taakverwaarlozing kan de provincie de taak overnemen.
  • Schorsing en vernietiging. Als er besluiten worden genomen die in strijd zijn met het recht of het algemeen belang, kan het besluit worden voorgedragen voor schorsing of vernietiging.

 Informatie over de prestaties van onze gemeente staat op “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Ad 5 Rekenkamercommissie Opsterland

Terug naar navigatie - Ad 5 Rekenkamercommissie Opsterland

De rekenkamercommissie heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente vastgestelde beleid en de uitvoering van het beleid. De rekenkamercommissie is volledig onafhankelijk.

Voor 2021 zal de rekenkamercommissie een onderzoeksplan aan de raad voorleggen.

Ad 6 Waarstaatjegemeente.nl

Terug naar navigatie - Ad 6 Waarstaatjegemeente.nl

De website "Waarstaatjegemeente.nl" laat zien hoe onze gemeente er op verschillende beleidsterreinen voor staat. Daarbij kunnen vergelijkingen worden gemaakt met andere gemeenten. Het instrument “Waarstaatjegemeente.nl”, een product van VNG Realisatie, is voortdurend in ontwikkeling. Bijvoorbeeld door betere indicatoren uit te vinden en nieuwe beleidsvelden toe te voegen. Naast de genoemde toezichtinformatie is op “Waarstaatjegemeente.nl” ook  andere informatie over Opsterland beschikbaar.

Voorbeelden zijn: bevolkingsontwikkeling, woningmarkt, overlast en onveiligheid, verkeersveiligheid, waardering onroerende zaken, sociale zekerheid (uitkeringen), zorg en welzijn, onderwijs, duurzaamheid, lokale economie en de baten en lasten in de gemeentelijke begroting.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s van de begroting worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk én financieel belang, de zogenaamde verbonden partijen. In deze paragraaf geven we een overzicht van de verbonden partijen.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat;
  • de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf van de begroting. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Fryslân te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch

 Informatie per verbonden partij:

 

Naam en vestigingsplaats

 

GR Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Ellen van Selm

Te behartigen openbaar belang

De gemeenschappelijke belangen van de Friese gemeenten op de terreinen van publieke gezondheidszorg, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing, het bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, het in standhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer en tot slot het zijn van een platvorm voor samenwerking voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners, dan wel organisaties en andere openbare lichamen.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

3,70 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019 € 5.266.093

Eigen vermogen per 31-12-2019 € 3.614.834

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 58.560.060

Vreemd vermogen per 31-12-2019: € 69.718.223

Het resultaat

2019:  € - 524.311

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: € nihil

Bijdrage 2021 € 2.820.717

Bijdrage 2020 € 2.722.414

De risico’s die de gemeente loopt

De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

GR Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou

Portefeuillehouder

Anko Postma

Te behartigen openbaar belang

Het behartigen van de belangen van de 18 deelnemende Friese gemeenten, de provincie en het waterschap bij de uitvoering van taken en bevoegdheden op het gebied van het milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

Het aantal stemmen is afhankelijk van de financiële bijdragen van de deelnemers en wordt jaarlijks vastgesteld. Opsterland heeft op dit moment 1 stem van de 75 (1,33%).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019: € 647.128

Eigen vermogen per 31-12-2019: € 1.364.718

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 4.245.145

Vreemd vermogen per 31-12-2019: € 4.791.599

Het resultaat

2019:  € 390.590

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Bijdrage 2021 € 321.215

Bijdrage 2020 € 307.268

Risico’s die de gemeente loopt

Er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten. 

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

GR Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten

Portefeuillehouder

Libbe de Vries

Te behartigen openbaar belang

Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften voor de 8 deelnemende gemeenten.

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft de uitvoering van deze taak “uitbesteed” aan Caparis NV (“Caparis”).

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

In het kader van de herstructurering Sociale Werkvoorziening, is er voor gekozen de GR SW Fryslan  wijzigen in een bedrijfsvoeringsregeling. De beleidstaken zijn terug gegaan naar de individuele gemeenten. De gemeenten hebben een directe relatie met de uitvoeringsorganisatie Caparis NV, daar zit geen gemeenschappelijke regeling tussen.  Hiermee kunnen wij als één van de eigenaren directer sturing geven.

Zeggenschap

12,5 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019: € 600.000

Eigen vermogen per 31-12-2019: € 458.000

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 5.661.000

Vreemd vermogen per 31-12-2019: € 5.161.000

Het resultaat

 Resultaat 2019: € - 142.000

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage 2019: nihil

Betaling voor verrichte diensten in 2019: € 3.643.000

Begroting 2021: € 3.476.743

Risico’s die de gemeente loopt

Gemeenten ontvangen van het Rijk een bijdrage in de kosten van de sociale werkvoorziening. Deze bijdrage is m.i.v. 2015 jaarlijks verder door het Rijk naar beneden bijgesteld. Omdat de rijksbijdrage op dit moment al onvoldoende is om de werkelijke kosten (loonkosten) te dekken, zal het tekort de komende jaren verder toenemen. Dit zogenoemde “subsidietekort” moet door de gemeenten zelf worden gedragen..

We blijven we aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 6 Sociaal domein.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

GR Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Friesland op het gebied van een evenwichtige en gecoördineerde ontwikkeling van de watersport en van andere vormen van recreatie op en aan het water, met inachtneming van de belangen van natuur en landschap.

In de praktijk wordt gezorgd voor de bevaarbaarheid van waterwegen (baggeren), beheer en onderhoud aanlegsteigers en andere voorzieningen, vuilnisophaal in watersportgebieden en een uniforme regeling brugbediening.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

4,55 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019: € 4.136.522

Eigen vermogen per 31-12-2019: € 4.749.836

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 1.380.309

Vreemd vermogen per 31-12-2019: € 479.613

Het resultaat

2019:  € 613.314

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Bijdrage 2021 € 28.000

Bijdrage 2020 € 31.000

Risico’s die de gemeente loopt

De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 5 Sport, cultuur en recreatie.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

GR Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Friesland te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Anko Postma

Te behartigen openbaar belang

Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân.

In de praktijk betekent dit geven van welstandsadviezen over bouwplannen en het adviseren over algemene welstandsvraagstukken.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

3,85 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019: € 369.353

Eigen vermogen per 31-12-2019: € 333.895

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 120.418

Vreemd vermogen per 31-12-2019: € 82.454

Het resultaat

2019:  € 6.542

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Voor de dienstverlening door Hûs en Hiem is de gemeente een vergoeding verschuldigd die via de gemeentelijke leges wordt doorberekend aan de vergunning aanvragers. Er is dus geen vaste gemeentelijke bijdrage.

Risico’s die de gemeente loopt

De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 8 Bouwen, wonen en gronden.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

GR Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten

Portefeuillehouder

Anko Postma

Te behartigen openbaar belang

Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeente Smallingerland en Opsterland.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

50 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019: € 4.238.730

Eigen vermogen per 31-12-2019: € 4.726.730

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 9.840.447

Vreemd vermogen per 31-12-2019: € 7.081.601

Het resultaat

2019: € 488.000

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: niet van toepassing.

Betaling voor verrichte diensten in 2019: niet van toepassing.

Risico’s die de gemeente loopt

De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd (in dit geval tot 2030) van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn.

Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. Al gerealiseerde winsten worden binnen de exploitatie gehouden ter dekking van eventuele risico’s. De gemeente Smallingerland heeft in de jaren 2012-2013 2,6 miljoen bijgestort als gevolg van een voorzienbaar tekort. Daarmee gaan we er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een minimaal kostendekkende exploitatie.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 3 Economie.

  

 

Naam en vestigingsplaats

 

Caparis NV te Drachten

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang.

Het in opdracht van de Sociale werkvoorziening Fryslân uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften voor de deelnemende gemeenten.

Bij Caparis NV kunnen mensen die in aanmerking komen voor een WSW-dienstverband te werk gesteld worden. Voor een deel van de WSW-ers is het niet haalbaar om bij een private of publieke organisatie te werken. Voor dat deel van de populatie is door de 8 gemeenten van de gemeenschappelijke regeling Sociale werkvoorziening Fryslân in 2001 de Caparis NV opgericht.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Vanwege arbeidsrechtelijke overwegingen en de wens om de gevolgen van de herstructurering voor de betrokken SW-ers te minimaliseren is er voor gekozen om de GR SW Fryslân te wijzigen in een bedrijfsvoeringsregeling. Deze gemeenschappelijke regeling heeft alleen als doel om als werkgever te fungeren voor alleen de huidige SW-ers. Dit betekent dat mensen die bij Caparis NV werken, maar geen SW indicatie hebben (het zg. kaderpersoneel) maar nu wel in dienst van de GR zijn, overgaan naar Caparis NV per 1 januari 2020. Het betekent ook dat de gemeenten een directe relatie krijgen met de uitvoeringsorganisatie Caparis NV en dat daar niet, zoals nu het geval is, een gemeenschappelijke regeling tussen zit.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 3.465 aandelen (7,77%).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019 € 14.232.000

Eigen vermogen per 31-12-2019 € 6.694.000

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 8.849.000

Vreemd vermogen per 31-12-2019: € 16.823.000

Het resultaat

2019: € - 563.000

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: € nihil.

Betaling voor verrichte diensten: opgenomen bij GR Sociale Werkvoorziening  Fryslân.

Risico’s die de gemeente loopt

Caparis transformeert naar een sociale onderneming in de periode 2020 - 2024. De omvorming zal gepaard gaan met herstructureringskosten en zou kunnen leiden tot een lagere waardering van het vastgoed. De omvang van deze kosten is nog niet vast te stellen. Bij een faillissement valt het aandelenkapitaal van € 3.465 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering van de wetgeving op andere wijze te continueren.

Net als nu blijven we aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 5 Sport, cultuur en recreatie; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

NV Afvalsturing Fryslân (AF) en NV Fryslân Miljeu (FM) (beide Omrin) te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

Het te behartigen openbaar belang is het voor de aandeelhoudende Friese gemeenten inzameling en verwerking van afval.

De NV Afvalsturing zorgt voor de afvalverwerking. De NV Fryslân Miljeu voor de inzameling. Omrin is de handelsnaam van beide NV’s.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 120 aandelen in de NV Afvalsturing (4,00 %) en 11.381 in de NV Fryslân Miljeu (8,10%).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019: € 50.585.0000 (AF) en € 8.414.000 (FM). Eigen vermogen per 31-12-2019: € 57.000.0000 (AF) en € 8.286.000 (FM).

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 152.203.000 (AF) en €16.388.000 (FM). Vreemd vermogen per 31-12-2019: €142.008.000 (AF) en € 17.289.000 (FM).

Het resultaat

2019: € 6.536.000 (AF) en € 507.000 (FM).

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: € nihil.

Betaling voor verrichte diensten in 2019: € 2.657.510 (AF en FM).

Risico’s die de gemeente loopt

De Restafvalstoffen Energie Centrale (REC) is in 2011 in gebruik genomen. Het niet volledig benutten van de capaciteit van de REC vormt op de langere termijn een risico voor de resultaten van de onderneming. Tot op heden heeft de REC bijgedragen aan lagere verwerkingskosten met als resultaat een lager tarief voor afvalstoffenheffing voor de inwoners. Voor de toekomst is dit dus niet zeker.

Bij een faillissement valt het aandelenkapitaal van € 54.454 (Afvalsturing) en € 75.119 (Fryslân Miljeu) weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 2 Verkeer en vervoer; 7 Volksgezondheid en milieu.

  

 

Naam en vestigingsplaats

 

NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag (BNG)

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 66.651 aandelen (0,12 %) op 31-12-2019.

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2019 € 4.953 miljoen.

Eigen vermogen per 31-12-2019 €  4.991 miljoen.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2019: € 132.518 miljoen.

Vreemd vermogen per 31-12-2019: €  144.802 miljoen.

Achtergestelde schulden per 01-01-2019: 32 miljoen.

Achtergestelde schulden per 31-12-2019: 33 miljoen.

Het resultaat

Netto winst 2019 € 163 miljoen (2018: €337 miljoen)

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: niet van toepassing.

De gemeente ontvangt jaarlijks een dividend. In 2019 is het dividend van 2018 ontvangen: €  189.955.

Betaling voor verrichte diensten: niet van toepassing.

Risico’s die de gemeente loopt

De BNG is een solide bank in handen van overheden met een beperkt statutair werkterrein. Dit biedt financiers vertrouwen. De bank heeft een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen.

Bij een faillissement valt het geplaatst/gestort aandelenkapitaal van € 151.225 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 0 Bestuur en ondersteuning.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

CSV Amsterdam BV beide te Den Bosch

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

CSV Amsterdam BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

CBL Vennootschap BV; Ontbonden per 9 april 2020

CSV Amsterdam BV; In de algemene Vergadering van Aandeelhouders van 9 april 2020 is ingestemd met het bereikte compromis over de beëindiging van een geschil over vier betwiste claims en een belastingteruggave. Eveneens heeft de AVA ingestemd het uitkeren van de bedragen genoemd in de vaststellingsovereenkomst (onder inhouding van € 150.000 voor aanvulling werkkapitaal) aan de aandeelhouders na rato van het aandelenbelang in CSV.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen (0,02 %).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen CSV per 01-01-2019: € 745.990

Eigen vermogen CSV per 31-12-2019: € 451.905

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen CSV per 01-01-2019: € 44.765

Vreemd vermogen CSV per 31-12-2019: € 83.583

Het resultaat

Resultaat 2019 CSV: € - 255.267 

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: niet van toepassing.

Betaling voor verrichte diensten: niet van toepassing.

Risico’s die de gemeente loopt

De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk in elke BV € 5.

Het risico is nihil.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 0 Bestuur en ondersteuning.

 

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Uitgangspunten

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota grondbeleid. Het grondbeleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, wonen en gronden (o.a. woningbouw en zonneparken). In de begroting zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen.. Doordat (bouw-)grond een grote (boek-)waarde vertegenwoordigt, heeft het grondbeleid  invloed op het weerstandsvermogen (hoogte van eigen vermogen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

In de nota grondbeleid is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in deze paragraaf grondbeleid van de begroting. Evenals in voorgaande jaren zal in 2021 een terughoudend en voorzichtig actief grondbeleid worden gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond. Gorredijk Loevestein fase 4 oost is vanaf 2020 in exploitatie genomen. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden zal de gemeente faciliterend en ondersteunend optreden. In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven valt onder de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf.

In financieel opzicht wordt een voorzichtige koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • exploitaties worden financieel behoudend opgezet. Bouwrijp maken gebeurt pas op het moment dat er voldoende zekerheid is over de grondverkopen;
  • winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV);
  • de buffer van de algemene reserve geeft dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017)

Nota grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondbedrijf
  1. Economische situatie en meerjarenperspectief

    In 2021 en de daaropvolgende jaren zal de prognose van het financiële resultaat zich stabiliseren ten opzichte van de prognose in de begroting van 2020. Door de aantrekkende woningmarkt is er een toename van de vraag naar (koop-)woningen. Zowel in de begroting van 2021 als in het meerjarenperspectief 2022-2024 zijn de verkopen behoedzaam geraamd.

  2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

    Er zijn, verspreid over de verschillende dorpen, tien bouwgrondcomplexen in exploitatie bestaande uit woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). De boekwaarde was per 31 december 2019 circa € 1,5 inclusief de gevormde voorzieningen voor de complexen Gorredijk industrie en Tijnje Riperwâlden (totaal € 0,8 miljoen).

    Prognose van het meerjarige resultaat

    Het verwachte exploitatieresultaat voor de BIE is € 1,4 miljoen (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:

    Verwachte exploitatieresultaten in miljoenen euro's
    in het begrotingsjaar 2021 0,9
    in de jaren 2022 t/m 2024 1,0
    in de jaren ná 2024 - 0,5 *)
    Totaal 1,4 
  3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

    Het begrote resultaat vanaf 2021 in de BIE is € 0,6 miljoen lager dan de begroting 2020. De daling van de prognose wordt veroorzaakt door de begrote winstnemingen  in 2020 (- € 0,7 miljoen) en overige wijzigingen (- € 0,1 miljoen). Door het in 2020 in exploitatie nemen van Gorredijk - Loevestein fase 4 oost neemt het totale verwachte resultaat toe (+ € 0,2 miljoen).  Het begrote saldo op de bouwgrondexploitatie is in het jaar 2021 € 127.000,- hoger dan in 2020.  Zie Programma 8 Bouwen, wonen en gronden (resultaat programma). Dit hogere resultaat door tussentijdse winstneming is een na-ijleffect van hogere verwachte grondopbrengsten in het jaar 2020.

  4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

              Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan;
  • verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag;
  • het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen;
  • milieurisico’s;
  • planschadeclaims;
  • hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen;
  • archeologische risico’s;
  • onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen  jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd. 

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

Verwachte totaalresultaten onderhanden complexen
(bedragen x € 1.000) voordelig nadelig looptijd
Woningbouwlocaties:      
Frieschepalen  - De Skâns 1 -   2023
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 20 - 2023
Gorredijk - Loevestein fase 4 - oost 212 - 2028
Hemrik - Fabryksleane 42 -   2022
Lippenhuizen - De Wiken 73 -   2021
Terwispel - Kolderveen 2 -   2022
Tijnje - Riperwâlden - 59 2020
Ureterp - Noord 331 -   2022
Ureterp - De Hege Kamp 1.389 -   2025
Wijnjewoude - Zuidwest 137 -   2022
Totaal woningbouw  2.207 59  
Bedrijventerreinen:      
Gorredijk - Industrie -   730 2029
Totaal bedrijventerreinen -   730  
Totaal 2.207 789  
Saldo resultaatprognose 1.418 **)      

Eind 2020 waren er nog 21 kavels voor woningbouw te koop in lopende bouwgrondexploitaties (BIE), waarvan 13 kavels in Gorredijk-Loevestein fase 4 west, 1 in Ureterp-Hege Kamp en 4 in Frieschepalen. Van 2016 t/m 2019 werd er gemiddeld 10.000 m2 bouwgrond per jaar verkocht. In 2020 is circa 17.500 m² verkocht. In 2020 is Loevestein fase 4 oost in exploitatie genomen. Hierdoor zijn 49 kavels (18.200 m2 uitgeefbaar) aan de voorraad bouwgrond toegevoegd.
Op het bedrijventerrein Tolbaas in Gorredijk is nog 21.000 m2 (11 kavels) bedrijventerrein beschikbaar.

*) De verwachte verliezen in de complexen Tijnje Riperwâlden en Gorredijk Industrie worden afgedekt door voorzieningen.

Projecten

MFA de Tynje

Terug naar navigatie - MFA de Tynje

In de MFA De Tynje worden verschillende (basis)voorzieningen gecombineerd, waaronder onderwijs, ontmoeting en sport. Het dorp wil door het integreren en combineren van functies en ruimten in het gebouw én door het uitvoeren van zelfwerkzaamheid de gymnastiekvoorziening voor het dorp behouden. Het dorp werkt de plannen veelal zelf uit en stemt dit met de omgeving en met de gemeente af. Hierin wordt nauw samengewerkt met stichting Comprix.

De projectpartners hebben de bedoeling om eind 2020/begin 2021 het ontwerp van het MFA aan de gemeente voor te leggen. Wij leggen deze plannen aan u voor en dan wordt u gevraagd om ons deel van het benodigde uitvoeringskrediet voor de daadwerkelijke bouw vrij te geven. De financiële dekking hiervan is door ons opgenomen in de begroting.

Wat is ons deel van het uitvoeringskrediet?
De financiering in de stichtingskosten van MFA Tynje is voor de gemeente beperkt tot de projectonderdelen basisschool, de subsidiebijdrage voor het dorpshuis en het openbaar gebied in- en rondom het projectgebied. De bijdrage voor de school en de voorfinanciering kinderopvang zijn als onderdeel van het IHP eerder door u al in de begroting opgenomen.

Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Terug naar navigatie - Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Voor het gebouw kindcentrum (KC) De Finne zijn stichting Comprix , vv De Sweach en de gemeente tot een dekkingsplan gekomen. In 2021 concretiseren we de plannen en de financiële onderbouwing. Afspraken leggen we vast met betrokken partijen. Stichting Comprix neemt het voortouw in dit project en levert een uitvoerbaar bouwplan op, waarop wij vervolgens bij u het uitvoeringskrediet aanvragen. De nu ingeschatte investerings- en exploitatiekosten zijn opgenomen in de begroting. Na besluitvorming kan de realisatie van het project beginnen. Dan ontstaat de mogelijkheid voor alle in de directe omgeving gevestigde belanghebbenden om plannen te maken voor verdergaande samenwerking.

Kindcentrum De Treffer - Gorredijk

Terug naar navigatie - Kindcentrum De Treffer - Gorredijk

Het ontwerp van Kindcentrum De Treffer is afgerond en de investering past binnen de financiële kaders van de projectbegroting. Hierdoor wordt de aanbesteding in het derde/vierde kwartaal 2020 door ons opgestart. De oplevering vindt plaats in het najaar 2021.

OWO samenwerking

Bestuursovereenkomst

Terug naar navigatie - Bestuursovereenkomst

De bestuursovereenkomst OWO-samenwerking van 2015 heeft per 1 juli 2017 de voltooiing van de bouw van de drie OWO-afdelingen bereikt. Na de bouwfase verkeren de OWO-afdelingen nu in de fase van continue verdere ontwikkeling en professionalisering en dat verloopt naar wens. De OWO-afdelingsplannen zijn de basis voor de onderlinge ambities, de bestaande afspraken en de financiële vereffening en verrekening tussen de drie gemeenten. Een uniek construct in Nederland. Nieuwe plannen of beleidsopgaven pakken de drie gemeenten, waar mogelijk, gezamenlijk op. Bij actuele of nieuwe (beleids)vraagstukken maken de OWO-gemeenten gebruik van elkaars kennis, kunde en/of capaciteit. Op deze manier lukt het de drie gemeenten om sneller en effectiever in te spelen op landelijke, provinciale of regionale opgaven. Een mooi voorbeeld hiervan is de invoering van de Omgevingswet.

Medio 2019 is een bijeenkomst van de drie OWO-gemeenteraden geweest waarin de raadsleden meegenomen zijn in de stand van zaken van de OWO-samenwerking en de ontwikkeling hiervan. Tijdens deze bijeenkomst is ook bij de raadsleden gepeild hoe zij aankijken tegen de samenwerking. Oogst van deze avond is dat de drie raden overwegend positief aankijken tegen de OWO-samenwerking. De drie OWO-gemeenteraden hebben ook gevraagd om een OWO-visie (strategische agenda) op papier te zetten. Aan deze opdracht is een vervolg gegeven door het opstellen van een document met de volgende onderdelen:

1. Waarom werken de drie gemeenten samen in de huidige samenwerking op basis van een bestuursovereenkomst?
2. Een inventarisatie vanuit de OWO-afdelingen waar de huidige samenwerking verbeterd en verder ontwikkeld kan worden.
3. Kansen voor verdere/meer samenwerking: mogelijkheden voor ‘uitbouwen’ van de samenwerking onder de huidige vorm en uitgangspunten.
4. De politieke wenselijkheid van de richting waarin de samenwerking zich ontwikkelt en een ambtelijke inventarisatie van de richting:
   a. visie en/of inzichten van (een delegatie van) de drie gemeenteraden;
   b. bestuurlijke (drie colleges) visie en/of inzichten over de richting;
   c. ambtelijke (directies en MT’s) visie en/of inzichten over de richting.

In de zomer van 2020 is een concept OWO-visie (strategische agenda) door de drie OWO-colleges opgesteld op basis van een aantal bijeenkomsten. Dit concept is schriftelijk (vanwege de COVID-19-maatregelen kon een interactieve werksessie geen doorgang vinden) aan de drie OWO-gemeenteraden voorgelegd met een aantal gerichte vragen. Deze consultatieronde is in het derde kwartaal van 2020 afgerond. De input zal worden verwerkt en de definitieve versie zal eind 2020 met de drie gemeenteraden gedeeld worden.

OWO-afdelingen: het fundament van onze samenwerking

Terug naar navigatie - OWO-afdelingen: het fundament van onze samenwerking

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer een derde van de medewerkers.

Ook buiten onze gemeenten is de OWO-samenwerking een begrip. Een bijzonder en uniek samenwerkingsverband: samen waar het kan én met behoud van eigenheid. Onverminderd zetten de afdelingen zich in voor de vier K’s:

1. meer Kwaliteit
2. vergroten Kennis
3. vermindering Kwetsbaarheid
4. minder (meer) Kosten

In de tweede helft van 2017, op het moment dat het einde van de bouwfase in beeld kwam, zijn de OWO-directie met de OWO-afdelingshoofden in gesprek gegaan over de toekomst en verdere
ontwikkeling van de OWO-samenwerking. De OWO-samenwerking is uniek en er staat een hele mooie basis. Cliché of niet, maar ‘stilstand is achteruitgang’ ligt op de loer. Om dit niet te laten gebeuren is eind 2018 een lijstje met prioriteiten opgesteld waarmee de OWO-samenwerking, gelet op alle ontwikkelingen buiten en binnen, de komende jaren aan de slag wil.

Deze prioriteiten zijn:

1. OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen
     OWO 2.0 - zoektocht OWO-identiteit
2. Ambities en inrichting dienstverleningsconcept
3. Door ontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
4. Door ontwikkelen GEO-informatie
5. Positioneren verzekeringen
6. Harmonisatie APV
7. Actualiseren VTH-beleidsplan
8. Omgevingswet
9. Informatieveiligheidsbeleid en privacy
10. Innovatie

Digitalisering

Terug naar navigatie - Digitalisering

Een rode draad die bij beide teams (Backoffice Sociaal Domein en Belastingen & Vastgoedinformatie) is te herkennen, is de voortschrijdende digitalisering. Niet alleen in de reguliere werkprocessen dat heeft geleid tot een reductie van het aantal fte’s, maar ook in de ontwikkelingen voor het komende jaar en de daarop volgende jaren. Dan gaat het over nieuwe applicaties, koppelingen tussen basisregistraties, digitaal registreren et cetera. Daarnaast hebben ook de wijzigingen in wet- en regelgeving grote invloed en ook hierin speelt de digitalisering een prominente rol zoals bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de invoer van landelijke administratieprotocollen. Deze veranderingen en ontwikkelingen hebben hun effect op het type medewerker dat deze werkzaamheden uitvoert, de mandateringen en de overdracht van werkzaamheden aan de OWO-afdelingen.

Monitoring uitgaven zorg

Terug naar navigatie - Monitoring uitgaven zorg

De afdeling is vertegenwoordigd in de diverse werkgroepen die de ontwikkeling van de uitgaven van de diverse onderdelen (Jeugd, Wmo et cetera) volgen. De capaciteit die hiermee gemoeid is, vangt de afdeling op binnen de reguliere capaciteit.

Invoering omgevingswet

Terug naar navigatie - Invoering omgevingswet

De afdeling Beheer en Registatie neemt actief deel aan de werkgroep die de invoering van de Omgevingswet begeleidt. De capaciteit die hiermee gemoeid is wordt opgevangen binnen de reguliere capaciteit

WOZ-waarden op basis van oppervlakte

Terug naar navigatie - WOZ-waarden op basis van oppervlakte

Met ingang van 2022 moeten de woningen getaxeerd worden op basis van de oppervlakte in plaats van inhoud. Hiermee is gestart in 2019 en in 2022 vindt de eerste herwaardering plaats op basis van de oppervlakte. Het jaar 2021 is een testjaar en een jaar waarin de puntjes op de I worden gezet. We hebben voor 2019 en 2020 incidentele gelden ontvangen.

Aanbesteding

Terug naar navigatie - Aanbesteding

Er zijn verschillende applicaties waarvan de contracten aflopen die we niet meer rechtmatig kunnen verlengen. Daarom zullen we opnieuw moeten aanbesteden. De voorbereidende werkzaamheden voor de OWO-brede aanbesteding zijn in 2020 gestart en beide teams, zowel Backoffice Sociaal Domein als Belastingen & Vastgoedinformatie, nemen hieraan deel.

Afdeling Bedrijfsvoering (gemeente Weststellingwerf)

Terug naar navigatie - Afdeling Bedrijfsvoering (gemeente Weststellingwerf)

De afdeling Bedrijfsvoering levert advisering, ondersteuning en uitvoering van taken op het gebied van voor informatisering en automatisering, business intelligence, de documentaire informatievoorziening, de personeels- en salarisadministratie, inkoop en verzekeringen en de financiële administratie.

Informatisering en Automatisering (I&A)

Terug naar navigatie - Informatisering en Automatisering (I&A)

De informatie- en communicatietechnologie (ICT) heeft vanaf 2021 extra geld nodig. Dit is bij de kadernota gemeld en aangevraagd. Veel digitaliserings- en automatiseringstaken hebben wij in het verleden al gedaan met het beschikbare geld. Maar de digitale verandering gaat door en hiervoor is nog veel nodig. Ook is extra geld nodig voor stijgende prijzen en contracten. ICT is niet meer weg te denken en is onderdeel van ons dagelijks bestaan. Onze OWO-ICT is voor:

• ruim 80.000 inwoners en bedrijven, en
• ongeveer 900 gebruikers.

Daarnaast werken wij samen met andere overheden en partners. Wij hebben hierin een wettelijke taak waarvoor eisen gelden. Onze data moet betrouwbaar en beschikbaar zijn. ICT moet het gewoon doen, snel werken, veilig en betrouwbaar zijn. Deze aanvraag voor extra geld is nodig om te blijven zorgen voor:

• veiligheid en snelheid van ons netwerk,
• alle gebruikers in ons netwerk,
• nieuwe inrichting werkplek,
• digitale diensten aan onze bedrijven en burgers,
• opslaan en delen van informatie,
• digitale werkprocessen.

In 2021 bieden I&A en DIV een voorstel aan voor het vaststellen van een informatievisie. Daarnaast zullen in 2021 de veiligheid en de beschikbaarheid van betrouwbare data en het blijven voldoen aan de wetgeving (AVG, BIG, BIO enzovoorts) belangrijke speerpunten zijn.

Door de versnelde uitrol van het op afstand werken door de COVID-19-maatregelen en het uitrollen van mobiele werkplekken in de drie gemeenten (onder andere laptops) zal ook in 2021 het werken op locatie en vanuit thuis of elders de nieuwe werkelijkheid zijn. We breiden de middelen en voorzieningen in 2021 waar nodig of gewenst verder uit en zetten het optimaliseren voort.

In 2021 moeten we een groot deel van het bestaande applicatielandschap en de daarbij behorende voorzieningen in de ketens van alle processen Europees aanbesteden en gunnen. De projectvoering is in 2020 voorbereid en rond de zomer van 2021 is bekend op welke manier en met welke leverancier(s) we voor de toekomst gaan bouwen aan de continuering van onze informatievoorziening, gegevensbeheer, uitwisseling van gegevens en de functionele toepassingen. De rechtmatigheid van de aanbesteding en de functionele wensen van alle proceseigenaren in de drie huizen gaan we in OWO-samenwerking bedienen.

Documentaire Informatievoorziening (DIV)

Terug naar navigatie - Documentaire Informatievoorziening (DIV)

De nazorg van de invoering van het zaakgericht werken in OWO-verband vraagt aandacht. Zaakgericht werken biedt centraal inzicht in alle lopende zaken en ondersteunt volledige digitale dossiervorming. De uitfasering en ontsluiting van informatie van de bestaande documentaire management systemen (DMS) zoals Corsa en Decos rollen we uit en borgen we.

Vanuit de Archiefwet en de provincie als toezichthouder liggen grote opgaven om te voldoen aan de inrichting en het actueel zijn van de informatievoorziening en archiefvorming. Hiervoor zijn aanvullende middelen ingezet. Dit proces duurt nog zeker tot 2023, net als de extra inzet van personeel.

Binnen het ruimtelijk domein zal de naderende invoering van de Omgevingswet een grote rol gaan spelen. Daarbij staat een goede informatievoorziening voor zowel de ambtenaar als de burger centraal. Dit betekent dat we moeten investeren in een goede kwaliteit van onze gegevens.

Inkoop

Terug naar navigatie - Inkoop

Op het terrein van het inkoop- en aanbestedingsbeleid gaan we in 2021 het bestaande beleidskader hanteren en de toepassing stimuleren. Wij faciliteren, motiveren en sturen daarbij op onze beleidsdoelen: lokaal- en regionale inkoop daar waar dat kan. Het actieplan Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) rollen we verder uit waar het ambitiedocument circulaire economie Fryslân deel van uitmaakt.

Het thema Beter Aanbesteden, waarin wij met het ministerie landelijk zijn opgetrokken wordt toegepast. Dit heeft als doel het verbeteren van de inkoop van diensten en producten zodat het slimmer, beter en makkelijker wordt voor zowel ondernemers als overheden.

Verzekeringen

Terug naar navigatie - Verzekeringen

We ontwikkelen het onderwerp verzekeringen binnen de OWO-gemeenten verder met als focus risicomanagement: bewustwording van wat, wanneer verzekerd moet zijn. In 2021 gaan wij werken volgens het in 2020 gepresenteerde verzekeringenbeleidskader. De groei in het aantal claims en verzekeringen voor de gemeenten zorgt er tevens voor dat gemeenten in control moeten zijn. Door deze ontwikkelingen bestaat het risico dat in de komende jaren de grote verzekeraars premies en het eigen risico gaan verhogen. Voor deze begroting was er nog geen aanleiding om de budgetten hierop aan te laten passen. We volgen de marktontwikkelingen op de voet.

Financiële administratie

Terug naar navigatie - Financiële administratie

Het op tijd binnen de gestelde kaders betaalbaar stellen van facturen is een continu proces waarbij de norm is dat minimaal 95 procent van de onbetwiste facturen binnen dertig dagen betaald zijn. Het verwerken, muteren en verantwoorden van onze financiën in combinatie met het ontsluiten van deze informatie is in combinatie met onze ondersteuning voor de reguliere planning- en controlcyclus een prominente activiteit.

Personeels- en salarisadministratie

Terug naar navigatie - Personeels- en salarisadministratie

De personeels- en salarisadministratie (PSA) faciliteert gebruikers met het softwarepakket e-HRM waarmee zij eenvoudig, overal en altijd hun zaken kunnen inzien of regelen, zoals de salarisspecificatie, declaraties, verlofregelingen en secundaire arbeidsvoorwaarden. Leidinggevenden krijgen (digitale) ondersteuning in het werken met digitale personeelsdossiers. Daarnaast ondersteunt PSA de (werving- en selectie)processen en overige vraagstukken van HRM.

Nieuwe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Nieuwe ontwikkelingen

Onderstaand melden wij thema's waarvan wij voorzien dat zij nog in 2021 een rol gaan spelen maar waar vooralsnog geen financieel gevolg aan is gegeven in deze begroting. Zodra over deze thema's meer bekend is op gevolg, benodigde acties en financiële middelen wordt dit bekend gesteld en in de eerstvolgende reguliere processtap van de Planning & Control cyclus meegenomen.

1. Veranderende en nieuwe wetgeving
1.1 . Wet open overheid: deze wet geeft regels over het actief openbaar en toegankelijkheid maken
van overheidsinformatie en moet ervoor zorgen dat deze beter vindbaar, uitwisselbaar,
eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van
bestuur (Wob). De impact voor de OWO-gemeenten is momenteel lastig in te schatten en
nader onderzoek is nodig. Ook de Eerste Kamer heeft de behandeling voorlopig opgeschort om
ruimte te geven voor nader onderzoek naar de impact van de wet voor overheden. Er bestaat
brede consensus over het belang van de Wet open overheid, maar nog niet over de invulling. De strekking van de wet is duidelijk: actiever en transparant (overheids)informatie delen. En dit stelt eisen aan de kwaliteit van de informatiehuishouding (archivering, systemen, processen, publicatiekanalen) en aan de kennis van betrokken medewerkers.

1.2. Archiefwet 2021: deze wet is in voorbereiding en heeft gevolgen door de verkorting van de termijnen voor de overbrenging van archiefstukken van twintig jaar nu naar tien jaar straks. Ook gelet op het interbestuurlijk toezicht (IBT) vanuit de provincie zijn extra inspanningen nodig om te kunnen voldoen aan datgene wat in het Verbeterplan door de toezichthouder wordt gevraagd.

2. Informatisering, digitalisering en automatisering
In 2019 is onderzoek gedaan naar de inrichting van een voor de toekomst bestendige informatievoorziening in de OWO-samenwerking. Uit dit onderzoek is een aantal aandachtsgebieden naar voren gekomen. De uitwerking van deze aandachtsgebieden vindt in 2020 en 2021 plaats en heeft budgettaire consequenties.

2.1 Data gedreven werken: om hier invulling aan te geven zoeken we regionaal de aansluiting bij Data Fryslân in Leeuwarden. Dit geeft proces- en projectvoeringkosten om datagedreven werken te optimaliseren.

2.2 Nieuwe rollen en functies zoals IT-architect, Informatie Architect, Change Management (ITIL-procesvoering) en Incidentbeheerder. Om de kwetsbaarheid op het gebied van netwerkbeheer te verminderen is aanvullende spreiding van kennis noodzakelijk. Voor een belangrijk deel zetten we de beschikbaar gekomen vacatureruimte (1 fte) in. Om het gehele pakket kwalitatief goed en toekomstbestendig af te dekken is aanvullend nog 1 fte nodig.

2.3 Nieuwe rol en functie van strategische Informatiemanager.

3. Archiefverplichtingen en werkvoorraad wegwerken DIV
Om de achterstanden en de werkvoorraad weg te werken en de archieven op orde te brengen is zowel in 2021 als ook in 2022 en 2023 nog extra inhuurcapaciteit nodig. Het gaat vooral om uitvoeringstaken bij DIV zoals scannen, registreren, archiveren, inventarissen overbrengen en het doen van kwaliteitscontroles. Archieven moeten op orde zijn, zoals de Archiefwet voorschrijft. Als dit niet het geval is dan kan er sprake zijn van taakverwaarlozing.

Aan de ontstane situatie ligt een aantal redenen ten grondslag. Er is sprake van een hoog ziekteverzuim en langdurige uitval van medewerkers en het is lastig mensen te vinden met de juiste competenties. Daarnaast is er sprake van een hybride situatie (zowel papier als digitaal archiveren in 2019 en 2020) met dubbele werkzaamheden tot gevolg. We hebben ook te maken met verschillende werkwijzen in de drie OWO-gemeenten en we moeten systemen en processen opnieuw opbouwen die nog niet optimaal werken. Deze werkzaamheden zijn majeur en veel omvattend; op de procesvoering is nog zeker voor drie jaar extra inzet noodzakelijk.

Beleidsplan Vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving

Terug naar navigatie - Beleidsplan Vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving

Voor de periode 2020-2024 is een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. Het beleidsplan geeft richting aan de prioriteiten voor de afdeling VTH: een verschuiving van minder periodieke milieucontroles (onder andere veroorzaakt door verschuiving van deze taken naar de FUMO) naar meer tijd voor natuur, landschap en groen en meer aandacht voor de openbare ruimte. Daarnaast zijn energietransitie en ondermijning belangrijke aandachtspunten. De afdeling werkt aan accentverschuivingen in taken en competenties om de beleidsdoelen te kunnen realiseren. Mede ingegeven door een recent rekenkameronderzoek rond het proces van vergunningverlening is monitoring van resultaten nadrukkelijk in de uitvoeringsorganisatie opgenomen.

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Omgevingswet

De Omgevingswet treedt naar verwachting op 1 januari 2022 in werking. Dit betekent niet dat op deze datum alle doelen uit deze wet gerealiseerd moeten zijn. Voor een aantal minimale eisen geldt dit wel maar een verdere implementatie loopt tot 2028. De drie gemeenten en de OWO-afdelingen trekken nauw samen op om op tijd klaar te zijn. Grote klussen zijn er op het gebied van automatisering en het trainen en opleiden van personeel. Ook de afstemming met de ketenpartners is van groot belang, vooral met de FUMO. In de begrotingen is hiervoor geld gereserveerd. De Omgevingswet zal ook gevolgen hebben voor de legesopbrengsten, want men kan meer vergunningsvrij bouwen. Dit zal tot minder legesinkomsten leiden. De impact hiervan nemen we mee in de begroting van 2022