Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

Beleid

De diverse verordeningen belastingen en heffingen zijn in december 2020 vastgesteld. In de begroting is uitgegaan van het nieuwe niveau van de tarieven. Waar dat mogelijk is en wettelijk is toegestaan zijn de tarieven van 2021 verhoogd met de prijs bruto binnenlands product, een indexatie van 1,6%. De uitzondering hierop vormen de tarieven voor afval en riolering. Deze tarieven zijn gebaseerd op het uitgangspunt van het hanteren van een volledige kostendekkendheid.

Kaderstellende documenten
De jaarlijks vastgestelde verordeningen belastingen en heffingen.

Leges publiekszaken

De leges publiekszaken inkomsten zijn € 79.000 hoger dan begroot.  De vraag naar reisdocumenten en rijbewijzen varieert jaarlijks. 

Onroerendezaakbelasting

De werkelijke opbrengst van de OZB was € 37.000 lager dan de begrote opbrengst. De tarieven worden bepaald door de begrote opbrengst af te zetten tegen de WOZ-waarde. De WOZ-waardes kunnen gedurende het jaar nog wijzigen. Ook hebben bezwaarschriften invloed op de definitieve WOZ-waardes waarop de uiteindelijke aanslagen gebaseerd zijn.

Precariorechten

De opbrengst precariorechten liggen in lijn met jaarrekening 2020 en zijn € 427.000 hoger dan begroot. Dit is ontstaat door uitbreiding van het aantal meters kabel (de grondslag) tussen 2019 en 2020. Deze uitbreiding is per abuis niet meegenomen bij het bepalen van de opbrengst precariorechten voor de begroting 2021. 2021  was het laatste jaar dat precariorechten geheven worden.

Algemeen plaatselijke verordening (APV)

De opbrengst van de APV is € 19.000 lager uitgevallen dan geraamd. De opbrengsten zijn afhankelijk van de vraag.  Omdat door de Coronacrisis veel evenementen niet zijn doorgegaan zijn de APV-leges opbrengsten lager uitgevallen dan begroot en gelijk aan de opbrengsten 2020.

Begrafenisrechten

De baten zijn in lijn met begroting en het resultaat over 2020.

Toeristenbelasting

De inkomsten van de Toeristenbelasting zijn in lijn met de begroting (programma 3). Het verschil is toegevoegd aan de reserve Recreatie en Toerisme.

Afvalstoffenheffing

De opbrengst van de afvalstoffenheffing laat een positief verschil ten opzichte van de begroting en is in lijn met jaarrekening 2020.  Omdat de kosten ook zijn meegestegen is de kostendekkendheid nagenoeg gelijk gebleven.

Rioolheffing

De baten rioolheffing zijn € 74.000 hoger uitgevallen dan begroot en € 30.000 hoger dan de baten in de jaarrekening 2020. De lasten zijn echter ook meegestegen waardoor de kostendekkendheid  de 100% niet heeft overschreden. 

Leges omgevingsvergunning

De ontvangen leges van de omgevingsvergunning zijn € 185.000 hoger uitgevallen dan geraamd en € 106.000 hoger dan jaarrekening 2020. Mogelijke oorzaken zijn dat door Corona en de aanhoudende krapte op de woningmarkt meer verbouwingen hebben plaatsgevonden. 

x € 1.000
Programma Lokale belastingen en heffingen Jaarrekening 2020 Begroting 2021 (incl wijzigingen) Jaarrekening 2021
0 Leges publiekszaken 281 264 343
0 Onroerendezaakbelasting 4.532 4.626 4.589
0 Precariorechten 2.315 1.900 2.327
1 Algemeen plaatselijke verordening 8 25 6
3 Toeristenbelasting 208 178 180
7 Begrafenisrechten 157 150 164
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.265 3.073 3.228
7 Rioolheffing (excl. kwijtscheldingen) 2.854 2.810 2.884
8 Leges omgevingsvergunning 755 676 861
Totaal 14.375 13.702 14.582

Afval en Riolering

Terug naar navigatie - Afval en Riolering

De mate van kostendekkendheid van afval en riolering is uitgekomen conform de begroting. De baten per onderdeel zijn wel hoger dan begroot maar dat zijn de lasten ook.

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Omgevingsvergunningen

Tariefstelling

De tariefstelling ten aanzien van de diverse omgevingsvergunningen is niet van een dergelijke omvang dat volledige kostendekkendheid kan worden bewerkstelligd. Een volledige kostendekkendheid kan niet worden gerealiseerd omdat dan de tarieven voor bepaalde vergunningen (zoals evenementenvergunningen) zodanig zouden moeten stijgen dat de hoogte van de leges niet meer in verhouding staat tot de activiteit. 

Berekening kostendekkendheid

Na vaststelling van de begroting 2021 is gekeken naar de wijze van berekenen van de kostendekkendheid van de omgevingsvergunningen. Met name de directe personeels- en overheadskosten worden toegerekend aan het taakveld. Voor begroting 2022 is een nieuwe berekeningswijze opgesteld die een reëler beeld geeft van de kostendekkendheid. Voor een betere vergelijking met de realisatie 2021 is op de begroting 2021 ook de nieuwe berekeningswijze toegepast.

Het dekkingspercentage van de omgevingsvergunningen was 95% (begroot was 76%). 

De inkomsten voor de omgevingsvergunningen bouwen waren in 2021 € 185.000 hoger dan begroot door een stijging in het aantal aanvragen. De kosten konden nagenoeg gelijk gebleven tussen begroot en realisatie. Hierdoor is de kostendekkendheid hoger uitgevallen dan begroot.

Omgevingsvergunningen Begroting 2021 Begroting 2021 Nieuwe berekening Realisatie 2021
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 1.063.000 698.000 718.000
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen
Netto directe kosten taakveld 1.063.000 698.000 718.000
Indirecte kosten
Btw
Overhead en rente 561.000 187.000 187.000
Netto indirecte kosten taakveld 561.000 187.000 187.000
Totale lasten 1.624.000 885.000 905.000
Totale heffingen
Heffingen 676.000 676.000 861.000
Totale heffingen 676.000 676.000 861.000
Dekkingspercentage 42% 76% 95%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De “Atlas van de lokale lasten 2021” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 370 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 82 (2020 nr. 76)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vinden een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Het aantal huishoudens waar kwijtscheldingen aan verleend zijn in 2021 was 545 (in 2020 was dit 560).

Beleidsindicatoren
De beleidsindicatoren die betrekking hebben op woonlasten en gemiddelde WOZ-waarde zijn opgenomen in programma 8.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen.
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben.

Een aantal risico's zijn op het moment van schrijven niet financieel te kwantificeren.  Hieronder vallen de financiële effecten van de oorlog in de Oekraïne op de directe bedrijfsvoering (energielasten) en de uitvoeringstaken (opvang, onderwijs en huisvesting van vluchtelingen).

De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed" (x €)
Risico Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
Uitkering gemeentefonds fluctueert 50% 1.000.000 14% 500.000
Onzekerheid omvang bijdrage kosten jeugdzorg 45% 1.100.000 14% 495.000
Invoering omgevingswet 60% 750.000 13% 450.000
Financiële consequenties invoering BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) 40% 1.000.000 12% 400.000
Borgstellingen 1% 39.510.000 11% 395.100
Herijking algemene uitkering gemeentefonds * 40% 900.000 10% 360.000
Mogelijke WW verplichtingen personeel 25% 1.000.000 7% 250.000
Financiële tegenvallers projecten 10% 2.000.000 6% 200.000
Mogelijke financiële consequenties die voortkomen uit de Coronacrisis 25% 750.000 5% 187.500
Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000.000 4% 150.000
Resultaat invoering woonplaatsbeginsel Jeugdzorg 10% 650.000 2% 65.000
Totaal 49.660.000 100% 3.452.600
* De herijking gemeentefonds is een risico dat betrekking heeft op 2023 en daarna.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 3,5 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 19,6 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. 

Het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

x € 1.000
Incidenteel weerstandsvermogen 2020 2021
Algemene reserve ultimo:
Algemene reserve deel buffer 7.500 7.500
Algemene reserve vrije deel 11.711 12.087
Totaal algemene reserve 19.211 19.587

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 zijn een vijftal financiële kengetallen verplicht gesteld. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid vanaf 2017 (zie ook hiervoor onder ‘beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s’) sluiten we aan voor de verplichte kengetallen bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetallen Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
Netto schuldquote 28,7% 35,0% 19,8%
Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 28,7% 35,0% 19,8%
Solvabiliteit 26,1% 34,4% 30,7%
Structurele exploitatieruimte -1,7% -1,5% 10,5%
Grondexploitatie 3,1% 2,6% 2,1%
Belastingcapaciteit 93,4% 96,7% 93,1%

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor het beheer van de openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen. Deze openbare ruimte bevat voorzieningen die we kapitaalgoederen noemen. Dit zijn wegen, wegbebakening, straatmeubilair, riolering, civiele kunstwerken (bruggen e.d.), openbaar groen, openbare verlichting en gebouwen. Het onderhoud hiervan is van belang voor de leefbaarheid en veiligheid in onze gemeente. Daarnaast is goed onderhoud van belang om kapitaalverlies te voorkomen.

In het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021-2025 (hierna: BKP) zijn de kwaliteitsniveaus van de arealen (te onderhouden kapitaalgoederen) openbaar groen, verhardingen en kunstwerken vastgelegd door de gemeenteraad (5 juli 2021). Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik. Netjes waar het moet, sober waar het kan. De ambitieniveaus voor de riolering zijn vastgelegd in het Gemeentelijk Watertakenprogramma 2020 - 2025 (GWP).

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021-2025 (BKP)
Beheerplan onderhoud sportvelden (2008)
Beleidsnota Licht in de Duisternis (2009)
Gemeentelijk Watertakenprogramma 2020 - 2025 (GWP)
Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan 2010 Bereikbaar zijn en blijven (GVVP)
Evaluatie Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan 2010
Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland 2014

Areaal

In 2021 zijn de kapitaalgoederen voor wat betreft beeldkwaliteit onderhouden in overeenstemming met het nieuwe vastgestelde Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021-2025. 

Wegen en verhardingen

Terug naar navigatie - Wegen en verhardingen

Kerncijfers

De gemeente heeft ongeveer 2,7 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 58% uit asfalt, 40% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.) en 2% beton. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van ongeveer € 175 mln.

Het gewenste kwaliteitsniveau van de verhardingen is vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2021-2025.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Areaal

In 2021 is inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen zijn van de lange droge periodes op de verhardingen in het westelijke deel van de gemeente. Met het vaststellen van het nieuwe Beeldkwaliteitsplan 2021 - 2025 zijn er structureel middelen beschikbaar gesteld om de ontstane schades aan te pakken.  Naar aanleiding daarvan is een prioritering opgesteld welke schades als eerste worden aangepakt.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

In de gemeente ligt meer dan 350 kilometer riolering onder de grond. Hiervan is 214 kilometer vrijverval en 137 km mechanische riolering. Daarnaast zorgen 558 gemalen, 112 IBA’s (reinigingsstations op perceelniveau) en 5 bergbezinkvoorzieningen voor de verwerking van afval- en hemelwater. De totale installatie vertegenwoordigt een geschatte waarde van ongeveer € 146 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering Hoeveelheid
Vrijvervalriolering 215.003 m1
Putten 4.582 stuks
Straatkolken 10.796 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 34 stuks
Drukriolering / persleiding 137.082 m1
Minigemalen 522 stuks
Opvoer- / tussengemalen 28 stuks
Gemalen overig 8 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 112 stuks
* 21 IBA's zijn in beheer bij het Wetterskip Fryslan

Areaal

Het areaal is onderhouden zoals vastgesteld in het Watertakenprogramma 2020-2025. In 2021 is circa 20km riool geïnspecteerd.  Bij alle gemalen is telemetrie vervangen of geplaatst om de aansturing te optimaliseren.

Areaal Structuurelement
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis Basis
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis Basis
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis Basis
Verwerking Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Watertakenprogramma 2020-2025

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatsverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. 

Vaarwegen en civiele kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en civiele kunstwerken (water)

 Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels, die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat, heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het totale areaal vertegenwoordigt een vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis
*Van drie tunnels heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het eigendom ligt bij de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Areaal

In 2021 is het areaal onderhouden in overeenstemming met de kwaliteitsambities zoals vastgesteld in het nieuwe Beeldkwaliteitsplan 2021 - 2025. 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door de eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijfers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis
Op basis van de CROW-kwaliteitsnorm zoals vastgesteld in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Areaal

In 2021 is het groene areaal onderhouden zoals is vastgesteld in de kwaliteitsambitie. Uit de schouw (steekproefgewijze inspectie) blijkt dat de gewenste kwaliteit is gehaald. In de structuurelementen 'Buitengebied' en 'Centrum' valt de gemiddelde kwaliteit iets hoger uit dan de ambitie.

 

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft 54 gebouwen in beheer en eigendom. Het gemeentelijk vastgoed heeft een herbouwwaarde van ongeveer € 60 mln.

Het grootste deel (90%) van de gebouwen is onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden zijn verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed
Functieomschrijving Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 15
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 4
Dorpshuizen 7
Overig 9
Totaal 54

Areaal

In 2021 is het areaal uitgebreid met twee gebouwen. 

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Kerncijfers

In Opsterland staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen in de openbare ruimte waarvan ongeveer 90% in beheer en eigendom van de gemeente zijn. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

Beheer

De beleidsuitgangspunten van de openbare verlichting staan vastgelegd in de notitie "Licht in de Duisternis" (2009). De masten worden onderhouden op CROW kwaliteitsniveau B (is overeenkomstig aan het ‘basisniveau’ zoals vastgelegd in het BKP).

Het begrote budget wordt gebruikt voor het onderhouden (in stand houden) van de huidige installatie. Voor vervanging wordt als dat nodig is een vervangingskrediet aangevraagd. 

Areaal

In 2021 zijn ongeveer 460 armaturen vervangen door LED-armaturen. Bij ongeveer 700 armaturen is het binnenwerk omgebouwd naar LED (retrofit). Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de rijbaan of kruising meer gericht te verlichten en strooilicht naar berm en hemel te beperken.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017).
Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2021 is dit voor onze gemeente maximaal € 6,8 miljoen. Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 is een nieuwe langlopende lening aangegaan met een positief rentepercentage. Deze lening is nog niet volledig ingezet. Uit onderstaande tabel blijkt dat we de kasgeldlimiet in 2021 niet hebben overschreden.

De Wet Fido geeft aan dat de kasgeldlimiet niet mag worden overschreden. Als een overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal geschiedt, dan dient de toezichthouder daarvan via een rapportage op de hoogte te worden gebracht en dient een plan te worden overgelegd waarin is vermeld hoe de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. Het geheel is aan goedkeuring onderworpen. Om te voorkomen dat in het derde kwartaal de kasgeldlimiet ook wordt overschreden wordt in het eerste of tweede kwartaal geanticipeerd op het tenietdoen van de overschrijding door het aantrekken van langlopende leningen. Als de overschrijding het gevolg is van incidentele wijzigingen in de inkomsten en uitgaven, bijvoorbeeld met betrekking tot de grondexploitaties kan aan de toezichthouder een ontheffing worden gevraagd.

Renterisiconorm

De renterisiconorm houdt in, dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 16 miljoen renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2020 bedraagt € 3,8 miljoen. We voldoen aan de renterisiconorm

Renteschema

In 2021 is rente over de grondexploitatie en de voorziening riolering toegerekend. De resterende rentelast is niet toegerekend aan taakvelden maar opgenomen onder treasury.

x € 1.000
Kasgeldlimiet 1e 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2021 2021 2021 2021
Omvang begroting (stand primaire begroting) 80.100 80.100 80.100 80.100
Grondslagpercentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Toegestane kasgeldlimiet 6.809 6.809 6.809 6.809
Vlottende schuld 721 1.680 1.518 222
Vlottende middelen 18.697 23.464 24.302 22.900
Totaal netto vlottende schuld (17.976) (21.784) (22.784) (22.678)
Toets kasgeldlimiet
Toegestane kasgeldlimiet 6.809 6.809 6.809 6.809
Totaal netto vlottende schuld (17.976) (21.784) (22.784) (22.678)
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 24.785 28.593 29.593 29.487
x € 1.000
Renterisico vaste schuld over de jaren 2022 t/m 2025 2022 2023 2024 2025
Omvang begroting (stand primaire begroting) 81.151 81.151 81.151 81.151
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 16.230 16.230 16.230 16.230
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 3.800 3.800 3.800
Rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Toets renterisico
Renterisiconorm 16.230 16.230 16.230 16.230
Totaal rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 12.430 12.430 12.430 12.430
x € 1.000
Renteschema realisatie 2021
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 277
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 18
Saldo rentelasten en rentebaten 260
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 4
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 0
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke 0
lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
4
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 255
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen 0
d2. Werkelijke rente over voorzieningen 39
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 216
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekenede rente
Verschil 216

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Hoe lopen de processen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Deze zaken hebben permanent aandacht.

Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het goedkoper en beter? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen. 

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Organisatiebesluit (2021)
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078)
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld)
Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886)
OWO-Visie (2021)

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

In 2020 is een traject voor organisatieontwikkeling gestart. De gemeente Opsterland wil haar rol in de netwerksamenleving beter spelen. Zij wil meer en beter kunnen aansluiten bij de initiatieven van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden, zowel lokaal als regionaal. De organisatieontwikkeling bestaat uit drie sporen. Spoor 1 en spoor 2, aanpassing van de hoofdstructuur van de organisatie en de inrichting van de teamstructuur, zijn in 2021 afgerond.  De nieuwe inrichting van de teamstructuur gaat in per 1 februari 2022. We hebben nu een plattere organisatie met minder managementlagen, kortere communicatielijnen en een teamindeling die integraal werken beter ondersteunt. In 2021 is een start gemaakt met spoor 3, dat zich richt op samen leren en ontwikkelen en inspelen op initiatieven uit de samenleving. Kernbegrippen hierbij zijn eigenaarschap, integraal werken en rolduidelijkheid. Alle medewerkers en leidinggevenden worden hierbij betrokken. Spoor 3 loopt door in 2022.

Professionalisering van de organisatie

Terug naar navigatie - Professionalisering van de organisatie
De organisatieontwikkeling draagt in belangrijke mate bij aan de professionalisering van de organisatie (zie hierboven). Daarnaast hebben we de werkplekken van medewerkers aangepast.  Hierin zijn de ervaringen uit de coronatijd meegenomen, zoals het thuiswerken. Het doel is om het mogelijk te maken dat je daar werkt waar je het werk het best en het meest efficiënt kunt doen. Voor de ene medewerker is dat vooral op kantoor, voor een andere is het een combinatie van thuis en op kantoor werken. Hiermee wordt plaats- en tijd onafhankelijk werken gefaciliteerd.  In 2021 is het aantal werkplekken op kantoor verminderd en hybride vergaderen, de combinatie van fysiek en digitaal vergaderen, mogelijk gemaakt. Het aanpassen van de werklocaties gaat door in 2022.
 

Toezicht en controle op de gemeente

Toezicht en controle op de gemeente

Terug naar navigatie - Toezicht en controle op de gemeente

Doel paragraaf toezicht en controle

In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de toezichtvormen en controles van 2021. Het gaat hierbij om toezicht en controle op de gemeente. Het gaat hier niet om toezicht en handhaving die de gemeente uitvoert op activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen. Puntsgewijs wordt ingegaan op:

  1. Accountantscontrole en rechtmatigheid
  2. Audits informatiebeveiliging
  3. Horizontale verantwoording college aan de raad
  4. Interbestuurlijk toezicht door de provincie
  5. Rekenkamercommissie
  6. Waarstaatjegemeente.nl

Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Accountantscontrole en rechtmatigheid

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2021 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

  • De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
  • De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

  Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht raad

Als blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is, zal het college voor aanvullende budgettaire ruimte voorstellen doen aan de raad. Dit is niet nodig als er door het college dekking kan worden gevonden binnen het programma. Als de uitgave inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de accountantscontrole. Het normenkader wordt jaarlijks per 31 december door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant is met de auditcommissie van de raad afgestemd.

Met het vaststellen van de begroting zijn de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Vanaf 1 januari 2022 moet het college van B&W een verantwoording opnemen in de jaarstukken over de rechtmatigheid. De eerste keer zal dit plaatsvinden in 2023 over de jaarstukken van 2022. De rechtmatigheidsverantwoording moet door gemeenten opgenomen worden in de jaarrekening op het moment dat de wetgeving is aangepast. Ten tijde van het schrijven van de jaarstukken is de wetgeving nog niet aangepast. Zodra de wetgeving is aangenomen wordt bovenstaande tekst aangepast aan deze nieuwe wetgeving. 

Audits informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Audits informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker. Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit een stelsel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten waar we aan moeten voldoen, zoals de basisregistratie personen (BRP), de paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet), de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de basiskaart grootschalige topografie (BGT), Basisregistratie ondergrond (BRO) en DigiD. 

Door de ENSIA-zelfevaluatietool zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied van de bovenstaande wetten. 

Dit betekent dat maar één keer per jaar de zelfevaluatielijst ingevuld hoeft te worden. De informatie wordt gebruikt voor de horizontale verantwoording aan de gemeenteraad en aan diverse verticale verantwoordingslijnen als departementen.

ENSIA heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren door het toezicht te bundelen en aan te sluiten op de gemeentelijke planning & control-cyclus. Hierdoor heeft de gemeenteraad meer overzicht over de stand van zaken van de informatieveiligheid en kan hij bijsturen op de voortgang van de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). 

Horizontale verantwoording van college aan de gemeenteraad

Terug naar navigatie - Horizontale verantwoording van college aan de gemeenteraad

Door de invoering van de Wet revitalisering generiek toezicht is de controlerende taak van de gemeenteraad versterkt. Dit komt tot uitdrukking door de volgende activiteiten:

  1. Meer aandacht voor de uitvoering van de medebewindstaken in de jaarstukken.
  2. Deelname aan het VNG-project Versterken horizontale verantwoording. Dit project richt zich op verantwoording via de website “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Wat punt a betreft wordt in het jaarverslag in verschillende programma’s informatie verstrekt over de uitvoering van landelijke wetgeving. In de meeste gevallen wordt dit in tabellen aangegeven, waarbij de ontwikkeling van de laatste drie of vier jaren te vergelijken is. Substantiële financiële mutaties worden toegelicht in de programma’s bij de derde W (wat kost het?).

Naast deze vorm van verantwoorden is over de uitvoering van de medebewindswetgeving meer informatie te vinden op de website “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Een toevoeging aan de begroting zijn landelijke kengetallen, die opgenomen worden bij de betreffende programma’s in de begroting.

Interbestuurlijk toezicht door de provincie (verticaal toezicht)

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht door de provincie (verticaal toezicht)

Het interbestuurlijk toezicht (IBT) is de wettelijke toezichtstaak die een provincie heeft ten aanzien van de uitvoering van wettelijke taken door gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen.

De provincie richt zich als toezichthouder op de volgende beleidsterreinen:

Ook houdt de provincie toezicht op de financiële positie van gemeenten.

Het toezicht gebeurt op basis van vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten. Als basis van het interbestuurlijk toezicht is een goede horizontale verantwoording (controle door gemeenteraad bij gemeenten) onmisbaar.

Het interbestuurlijk toezicht is gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. Aan de hand van het stoplichtmodel wordt er een beoordeling gegeven. De uitkomst hiervan kan de kleur groen, oranje of rood zijn. Groen staat voor goed, oranje staat voor matig/risico en rood voor taakverwaarlozing. Ingrijpen gebeurt alleen als wettelijk vastgelegde taken niet of niet juist worden uitgevoerd. Of als besluiten in strijd zijn met het algemeen belang of het recht. In deze gevallen is de uitkomst van de beoordeling de kleur rood en kan de provincie gebruik maken van de volgende instrumenten:

  • Indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. Bij taakverwaarlozing kan de provincie de taak overnemen.
  • Schorsing en vernietiging. Als er besluiten worden genomen die in strijd zijn met het recht of het algemeen belang, kan het besluit worden voorgedragen voor schorsing of vernietiging.

 Informatie over de prestaties van onze gemeente staat op “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Rekenkamercommissie Opsterland

Terug naar navigatie - Rekenkamercommissie Opsterland

De rekenkamercommissie (rkc) heeft in 2021 drie onderzoeksrapporten naar de raad gestuurd, over meldingen openbare ruimte, schuldhulpverlening en het gebiedsteam.

Het onderzoek naar de meldingen openbare ruimte was onderdeel van een onderzoeksproject van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies. De rkc heeft in het rapport de aanbeveling gedaan om het college opdracht te geven in de jaarverantwoording de afwijkingen ten opzichte van de vastgestelde Kritieke Prestatie Indicatoren te vermelden. De raad heeft deze aanbeveling op 13 september 2021  overgenomen. 

In het onderzoek over schuldhulpverlening heeft de rkc de aanbeveling gedaan om aanvullend beleid voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen met problematische schulden op te stellen. De raad heeft deze aanbeveling op 13 september 2021 overgenomen.  Aan de verwerking van de aanbevelingen, bijvoorbeeld in beleid, uit deze twee onderzoeken wordt gewerkt.

Het onderzoek over het gebiedsteam is eind 2021 naar de raad gestuurd, maar behandeld in 2022. In de jaarverantwoording over 2022 wordt hierop teruggekomen.

In 2021 is gewerkt aan de aanbevelingen uit eerdere onderzoeken van de rkc. Het gaat hierbij met name om het onderzoek Financiële sturing Jeugdwet. De kosten worden intern nog beter gemonitord en de raad wordt via bijvoorbeeld de klankbordbijeenkomsten op de hoogte gehouden van de (financiële) ontwikkelingen op het gebied van de Jeugdwet. 

Waarstaatjegemeente.nl

Terug naar navigatie - Waarstaatjegemeente.nl

De website "Waarstaatjegemeente.nl" laat zien hoe onze gemeente er op verschillende beleidsterreinen voor staat. Daarbij kunnen vergelijkingen worden gemaakt met andere gemeenten. Het instrument “Waarstaatjegemeente.nl”, een product van VNG Realisatie, is voortdurend in ontwikkeling. Bijvoorbeeld door betere indicatoren uit te vinden en nieuwe beleidsvelden toe te voegen. Naast de genoemde toezichtinformatie is op “Waarstaatjegemeente.nl” ook andere informatie over Opsterland beschikbaar.

Voorbeelden zijn: bevolkingsontwikkeling, woningmarkt, overlast en onveiligheid, verkeersveiligheid, waardering onroerende zaken, sociale zekerheid (uitkeringen), zorg en welzijn, onderwijs, duurzaamheid, lokale economie en de baten en lasten in de gemeentelijke begroting.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s van de begroting worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk én financieel belang, de zogenaamde verbonden partijen. 

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat;
  • de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

Is er alleen sprake van een financieel belang dan is er geen sprake van een verbonden partij. 

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf van de begroting. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Fryslân te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch
Veiligheidsregio Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Samenwerkingsverband van de Friese gemeenten op de terreinen van publieke gezondheidszorg, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het instandhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer en tot slot het zijn van een platvorm voor samenwerking voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners, dan wel organisaties en andere openbare lichamen.
Zeggenschap 3,70%
Financieel belang Bijdrage 2020 € 2.722.000
Bijdrage 2021 € 2.968.126
Eigen vermogen 1-1-2020 € 3.614.834
31-12-2020 € 6.075.701
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 69.718.223
31-12-2020 € 72.001.431
Financieel resultaat 2020 € 3.790.666
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen Het COVID-19 virus heeft grote impact op activiteiten. De veiligheidsregio beschermt en informeert de inwoners. Grote inzet nodig van GGD via uitvoeren bron- en contactonderzoek, uitvoeren landelijk testbeleid RIVM en informeren bevolking. Dit zal tot hogere (niet begrote) kosten leiden. De inspecties kinderopvang zijn opgeschort en zijn er risico's door minder reizigersvaccinaties, wat kan leiden tot negatieve impact op de opbrengsten. De continuïteit is te allen tijde geborgd aanzien de VRF een gemeenschappelijke regeling is.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Ellen van Selm
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Grou
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de belangen van de 18 deelnemende Friese gemeenten, de provincie en het waterschap bij de uitvoering van taken en bevoegdheden op het gebied van het milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten.
Zeggenschap Het aantal stemmen is afhankelijk van de financiële bijdragen van de deelnemers en wordt jaarlijks vastgesteld. Opsterland heeft op dit moment 1 stem van de 75 (1,33%).
Financieel belang Bijdrage 2020 € 307.000
Bijdrage 2021 € 321.000
Eigen vermogen 1-1-2020 € 1.364.718
31-12-2020 € 1.626.448
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 4.791.599
31-12-2020 € 5.572.137
Financieel resultaat 2020 € 325.320
Risico's Er is een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen Binnen de beperkende coronamaatregelen was de inzet erop gericht de taakuitvoering zo goed mogelijk doorgang te laten vinden. De toezichtcontroles in de vorm van bedrijfsbezoeken zijn (tijdelijk) beperkt, aansluitend bij het beleid van de deelnemers. Vanuit de FUMO is het initiatief genomen om de samenwerking met de ketenpartners omtrent de invoering van de Omgevingswet te versterken. Met ingang van 2020 zijn door gemeenten op basis van het besluit VTH juni 2017,extra basistaken bij de FUMO ondergebracht.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Sociale werkvoorziening Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf,Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Bestuurlijk belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Zeggenschap 12,50%
Financieel belang Bijdrage 2020 opgenomen bij Caparis NV
Bijdrage 2021 opgenomen bij Caparis NV
Eigen vermogen 1-1-2020 € 458.000
31-12-2020 € 0
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 5.161.000
31-12-2020 € 7.172.000
Financieel resultaat 2020 € 0
Risico's Gemeenten ontvangen van het Rijk een bijdrage in de kosten van de sociale werkvoorziening. Deze bijdrage is m.i.v. 2015 jaarlijks verder door het Rijk naar beneden bijgesteld. Omdat de rijksbijdrage op dit moment al onvoldoende is om de werkelijke kosten (loonkosten) te dekken, zal het tekort de komende jaren verder toenemen. Dit zogenoemde “subsidietekort” moet door de gemeenten zelf worden gedragen. De GR treedt op als financier voor Caparis. Voor de leningen van de GR aan Caparis zijn door Caparis zekerheden gesteld in de vorm van hypotheek- en pandrecht. Het risico voor de GR bestaat daarin, dat Caparis in staat moet zijn om aan de vereiste aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen en dat bij ingebrekestelling de waarde van de verkregen zekerheden niet toereikend is voor het aflossen van de financiering. Wel blijven we aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Het proces van herstructurering van het Sociaal Werkbedrijf is eind 2019 afgerond. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd; er is geen sprake meer van de uitvoering van de WSW. De GR SW Fryslân is gewijzigd in een bedrijfsvoeringsregeling. Dit betekent dat de gemeenten een directe relatie krijgen met uitvoeringsorganisatie Caparis en daar geen GR meer tussen zit. Hiermee kan Opsterland als een van de eigenaren directer sturing geven.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Libbe de Vries
Recreatieschap De Marrekrite
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Friesland op het gebied van een evenwichtige en gecoördineerde ontwikkeling van de watersport en van andere vormen van recreatie op en aan het water, met inachtneming van de belangen van natuur en landschap. In de praktijk wordt gezorgd voor de bevaarbaarheid van waterwegen (baggeren), beheer en onderhoud aanlegsteigers en andere voorzieningen, vuilnisophaal in watersportgebieden en een uniforme regeling brugbediening.
Zeggenschap 4,55%
Financieel belang Bijdrage 2020 € 29.500
Bijdrage 2021 € 27.800
Eigen vermogen 1-1-2021 € 5.162.521
31-12-2021 € 4.794.859
Vreemd vermogen 1-1-2021 € 885.657
31-12-2021 € 1.996.468
Financieel resultaat 2021 € 130.982
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen De GR loopt geen risico voor de continuïteit vanwege de aard van de werkzaamheden en de betrouwbaarheid van de deelnemers in de GR. Lange termijnprognose voor Marrekrite is uitstekend. Sterk dalende onderhoudskosten door gebruik van duurzame materialen.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Friesland
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen 17 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. In de praktijk betekent dit geven van welstandsadviezen over bouwplannen, het adviseren over algemene welstandsvraagstukken en het voorzien in de advisering over de toepassing van de Monumentenwet en de Monumentenverordening.
Zeggenschap 3,85%
Financieel belang Voor de dienstverlening door Hûs en Hiem is de gemeente een vergoeding verschuldigd die via de gemeentelijke leges wordt doorberekend aan de vergunning aanvragers. Er is dus geen vaste gemeentelijke bijdrage.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 333.895
31-12-2020 € 350.189
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 82.454
31-12-2020 € 80.906
Financieel resultaat 2020 € 8.294
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen Naar verwachting wordt de Omgevingswet eind 2022 of begin 2023 van kracht. Hûs en Hiem heeft de verwachting dat de Friese gemeenten ook na de stelselherziening , verzekerd zullen willen zijn van onafhankelijk, deskundig advies inzake de ruimtelijke aspecten van omgevingskwaliteit. Elke gemeente dient dan te beschikken over een gemeentelijke adviescommissie, die tenminste over de Rijksmonumenten adviseert, maar die ook met andere adviestaken kan worden belast. Gemeentelijke beleidsregels inzake het uiterlijk van bouwwerken (veelal vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota) vormen vanaf die datum onderdeel van de zogenaamde ‘bruidsschat’ in het Omgevingsplan van de gemeente en blijven onverkort van toepassing. Het Rijk biedt de gemeenten een overgangsperiode van 10 jaar om het Omgevingsplan aan te passen.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 4.726.730
31-12-2020 € 5.536.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 7.081.601
31-12-2020 € 4.326.736
Financieel resultaat 2020 € 809.270
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd (in dit geval tot 2040) van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. Al gerealiseerde winsten worden binnen de exploitatie gehouden ter dekking van eventuele risico’s. De gemeente Smallingerland heeft in de jaren 2012-2013 2,6 miljoen bijgestort als gevolg van een voorzienbaar tekort. Daarmee gaan we er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een minimaal kostendekkende exploitatie.
Ontwikkelingen Voor de aanpak van COVID-19 wordt gekeken wat er, aanvullend op de landelijke maatregelen van het Rijk,gedaan kan worden. Er wordt gestreefd naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming. De risico's en die van de partners worden voortdurend gemonitord. De organisatie loopt geen risico voor de continuiteit, de liquiditeitspositie wordt goed bewaakt.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Anko Postma
Caparis NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang Bij Caparis NV kunnen onder andere mensen die in aanmerking komen voor een WSW-dienstverband te werk gesteld worden. Voor een deel van de WSW-ers is het niet haalbaar om bij een private of publieke organisatie te werken. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage 2020 € 3.463.626
Bijdrage 2021 € 3.400.478
Eigen vermogen 1-1-2020 € 6.694.000
31-12-2020 € 8.496.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 17.368.000
31-12-2020 € 26.850.000
Financieel resultaat 2020 € 1.803.000
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis vormt zich om van SW-bedrijf naar Talentbedrijf. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap.De vakbonden steken bij cao-onderhandelingen voor 2021 in op 3 jaar eerder met pensioen kunnen voor Sw-ers. Dit zou kunnen leiden tot een versnelling in de afbouw van de Sw.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin: NV Afvalsturing Fryslân (AF) en NV Fryslân Miljeu (FM)
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten en diverse andere gemeenten
Bestuurlijk belang Omrin :NV Afvalsturing (afvalverwerking) en NV Fryslân Miljeu (inzameling) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 120 aandelen in de NV Afvalsturing (4,00 %) en 11.381 in de NV Fryslân Miljeu (8,10%).
AF en FM
Financieel belang Bijdrage 2020 € 2.920.439
Bijdrage 2021 € 2.881.638
NV Afvalsturing Fryslân NV Fryslân Miljeu
Eigen vermogen 1-1-2020 € 57.000.000 € 8.286.000
31-12-2020 € 61.055.000 € 9.426.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 142.008.000 € 17.289.000
31-12-2020 € 132.770.000 € 20.976.000
Financieel resultaat 2020 € 5.176.000 € 1.348.000
Risico's De technische beschikbaarheid van de kapitaalintensieve installaties, de beschikbaarheid van afval en de ontwikkelingen op de energiemarkt. De contracten voor de levering van afval hebben in de meeste gevallen een meerjarig karakter. De ontwikkelingen op de energiemarkt worden gevolgd en zijn er zowel contractueel als door middel van subsidies maatregelen getroffen om de risico’s van onverwachte fluctuaties te voorkomen. De belangrijkste risico’s zijn beheersbaar en zijn in lijn met het gewenste risicoprofiel van de onderneming. Op basis van het positieve resultaat over 2020 en de huidige financiële positie is het risico dat niet aan verplichtingen kan worden voldaan zeer beperkt.
Ontwikkelingen Inzetten op het maximaal terugwinnen van grondstoffen en duurzame energie uit afval: door innovatie, door verbetering van voor- en nascheiding en door het aangaan van nieuwe samenwerkingen. Gaan voor circulaire bedrijfsvoering: volledig duurzaam transport, meer biodiversiteit op onze bedrijfslocaties en circulaire inkoop. Kennispartner voor het realiseren van de VANG-doelstellingen. Gemeenten vertalen de VANG-ambities in hun gemeentelijk afval- of grondstoffenbeleidsplan. In deze plannen wordt, naast de kwantitatieve streefgetallen (tenminste 75% scheiding van het huishoudelijk afval en maximaal 100 kilogram huishoudelijk restafval per inwoner per jaar in 2020, met als landelijke stip aan de horizon maximaal 30 kilogram in 2025), steeds meer nadruk gelegd op de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde deelstromen.
Programma 2 Verkeer en vervoer; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
BNG Bank NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Den Haag
Deelnemende partijen De Staat, gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap
Bestuurlijk belang BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 66.651 aandelen (0,12 %).
Financieel belang De gemeente ontvangt jaarlijks dividend. Over 2020 was dit € 120.638.
Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 4.887.000.000
31-12-2020 € 5.097.000.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 144.802.000.000
31-12-2020 € 155.262.000.000
Financieel resultaat 2020 € 221.000.000
Risico's De BNG is een solide bank in handen van overheden met een beperkt statutair werkterrein. Dit biedt financiers vertrouwen. De bank heeft een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen. De bank heeft een gezonde financiële positie. Bij een faillissement valt het geplaatst/gestort aandelenkapitaal van € 151.225 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.
Ontwikkelingen De lage langetermijnrente veroorzaakt bij de BNG druk op het renteresultaat. Doel is om CO2-emmissies van de kredietportefeuille te verlagen, de positie van marktleider in de publieke sector te handhaven en de risicocultuur binnen de organisatie te versterken.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Geen.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 1.589.543
31-12-2020 € 1.571.084
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 50.833
31-12-2020 € 17.940
Financieel resultaat 2020 -/- € 18.459
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 1. Het risico is nihil.
Ontwikkelingen Het voornemen is om de vennootschap te ontbinden. Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is sindsdien in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan wanneer de contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
CSV Amsterdam BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Deze BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in de BV (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
CSV
Eigen vermogen 1-1-2020 € 451.905
31-12-2020 € 392.583
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 83.583
31-12-2020 € 27.162
Financieel resultaat 2020 € 172.219
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 5. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Ontwikkelingen In de algemene Vergadering van Aandeelhouders van 9 april 2020 is ingestemd met het bereikte compromis over de beëindiging van een geschil over vier betwiste claims en een belastingteruggave. Eveneens heeft de AVA ingestemd het uitkeren van de bedragen genoemd in de vaststellingsovereenkomst (onder inhouding van € 150.000 voor aanvulling werkkapitaal) aan de aandeelhouders na rato van het aandelenbelang in CSV. De vennootschap zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. Op het moment is de vennootschap in afwachting van de reactie van de Belastingdienst op het bezwaar. Afhankelijk van de reactie van de Belastingdienst en de kans van slagen van een gerechtelijke procedure zal in overleg met Aandeelhouderscommissie de procedure al dan niet worden voortgezet. Na afwikkeling van deze bezwaar- en/of beroepsprocedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure zal de vennootschap kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Uitgangspunten

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota grondbeleid. Het grondbeleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, wonen en gronden (o.a. woningbouw en zonneparken). In de begroting zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie en de daarmee samenhangende financiële risico’s als incidenteel opgenomen. Doordat (bouw-)grond een grote (boek-)waarde vertegenwoordigt heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (hoogte van eigen vermogen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten zijn de financiële risico’s beheersbaar.

In de nota grondbeleid is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in de paragraaf grondbeleid van de verantwoording. Evenals in voorgaande jaren is in 2021 een terughoudend actief grondbeleid gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond. Voor initiatieven van derden op gemeentelijke grond worden anterieure overeenkomsten afgesloten om (onder andere) het kostenverhaal te verzekeren. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden treedt de gemeente faciliterend en ondersteunend op. In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude.

Het bedrijventerrein Drachten-Azeven valt onder de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf.

Nadat medio 2022 de Omgevingsvisie en de Woonvisie vastgesteld zullen zijn zal (naar verwachting eind 2022) de nota Grondbeleid mede op basis daarvan vernieuwd worden. 

In financieel opzicht wordt een voorzichtige koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • Exploitaties worden financieel behoudend opgezet: grond zal beperkt bouwrijp gemaakt worden als er niet voldoende zekerheid is over de grondverkopen.
  • Winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV).
  • De buffer van de algemene reserve geeft dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017)
Nota grondbeleid 2018-2021

Economische situatie en meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - Economische situatie en meerjarenperspectief

Het meerjarenperspectief voor woningbouw en bedrijventerreinen is positief. Door de grote vraag naar bouwkavels voor woningen zullen de resultaten naar verwachting volgens de begroting worden gerealiseerd.  Ook de vraag naar bedrijventerreinen zal naar verwachting verder aantrekken waardoor het verwachte negatieve resultaat lager zal worden.

Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Terug naar navigatie - Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er waren in 2021, verspreid over de verschillende dorpen, tien bouwgrondcomplexen in exploitatie. Deze bestaan uit negen woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas).  Er zijn in 2021 geen nieuwe complexen bijgekomen. De boekwaarde van alle complexen was per 31 december 2021 + € 0,7 miljoen inclusief (na aftrek van) de voorziening voor het verwachte tekort van het complex Gorredijk industrie (€ 0,3 miljoen) en de voorziening nog uit te voeren werken (€ 0,1 miljoen voor de afronding van afgesloten complexen). Het complex Lippenhuizen-De Wiken is in 2021 afgesloten met een positief resultaat.

x € 1.000
Nog te realiseren resultaten onderhanden complexen
Verwacht resultaat 2022 Verwacht resultaat ná 2022 Totaal nog te realiseren resultaat Looptijd
Woningbouwlocaties:
Frieschepalen  - De Skâns 14 1 15 2022
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 21 38 59 2023
Gorredijk - Loevestein fase 4 - oost 5 254 259 2028
Hemrik - Fabryksleane 11 1 12 2021
Lippenhuizen - De Wiken 6 - 6 2021
Terwispel - Kolderveen -4 7 3 2021
Tijnje - Riperwâlden - - - afgesloten in 2020
Ureterp - Noord 226 123 349 2023
Ureterp - De Hege Kamp 475 211 686 2023
Wijnjewoude - Zuidwest 27 2 29 2021
Totaal woningbouwlocaties 781 637 1.418
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie - - 650 *) -650 2027
Totaal bedrijventerreinen - -650 -650
Totaal nog te realiseren resultaat 781 -13 768
*)  Het verwachte verlies wordt veroorzaakt door het complex Gorredijk Industrie en is afgedekt door een voorziening. Het verwachte verlies is al jaren stabiel en is ontstaan in de door achterblijven verkopen en doorlopende kosten.

Resultaten per programma

Terug naar navigatie - Resultaten per programma

Resultaat 2021 BIE

Het verwachte resultaat van de BIE was in 2021 € 1.625.000. Bij de specificatie van het meerjarig resultaat (zie tabel) wordt het resultaat per complex weergegeven.

Programma 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur

Het gerealiseerde resultaat ten opzichte van de begroting 2021 voor de bouwgrondexploitatie in programma 3 (economie) is € 377.000 voordeliger.

De oorzaak van dit voordeligere resultaat is dat de verliesvoorziening van het complex Gorredijk-industrie (Overtoom en Tolbaas) deels (€ 367.000,-) is vrijgevallen doordat voor twee kavels (De Kromten 18 en De Werf 10) de kavelprijzen in 2021 (marktconform) verhoogd zijn. De verliesvoorziening (verwacht negatief resultaat) voor het complex Gorredijk-industrie (Overtoom en Tolbaas) bedroeg eind 2021:  - € 283.000 (was: - € 650.000).

Programma 8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen)

Het gerealiseerde resultaat ten opzichte van de begroting 2021 voor de bouwgrondexploitatie in programma 8 (bouwen, wonen en gronden) is € 178.000 voordeliger.

De lagere verwachte kosten voor bouw- en woonrijp maken in het complex Ureterp - Hege Kamp zijn hiervan de oorzaak. Daardoor kon er in 2021 meer winst genomen worden (+ € 173.000).

Prognose meerjarig resultaat

Terug naar navigatie - Prognose meerjarig resultaat

Het verwachte nog te realiseren exploitatieresultaat voor de BIE is € 1,6 miljoen (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de toekomstige jaren zullen naar verwachting de navolgende resultaten worden gerealiseerd:

x € 1.000
Verwacht resultaat BIE
Verwacht resultaat
in begrotingsjaar 2022 950
in de jaren 2023 t/m 2025 675
in de jaren na 2025 0
Totaal 1.625

Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

Terug naar navigatie - Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

In 2021 heeft het gerealiseerde resultaat van de kavelverkoop voor woningen de begroting met € 178.000 overschreden (realisatie: € 1.316.000; begroot: € 1.138.000).  De prognose van het toekomstige financiële resultaat voor de jaren vanaf 2022 is eveneens hoger dan begroot (actuele prognose: € 1.908.000; begroot: € 1.418.000). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere verwachte kosten bouw- en woonrijp maken.  De prognose van het negatieve resultaat voor de bedrijventerreinen in Gorredijk industrie is met € 367.000 verbeterd (actuele prognose: - € 283.000; begroot:  - € 650.000) door hogere verwachte grondopbrengsten.

Risico's in de grondexploitatie

Terug naar navigatie - Risico's in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • Conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan.
  • Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag.
  • Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
  • Milieurisico’s.
  • Planschadeclaims.
  • Hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen.
  • Archeologische risico’s.
  • Het niet kunnen krijgen van voldoende woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd.

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

Specificatie meerjarig resultaat

Terug naar navigatie - Specificatie meerjarig resultaat

Eind 2021 waren er nog zestien gemeentelijke kavels voor woningbouw te koop in lopende bouwgrondexploitaties (BIE), waarvan vier kavels in Gorredijk-Loevestein fase 4 west, vier in Frieschepalen-De Skâns,  vier in Ureterp-noord en vijf in Ureterp-Hege Kamp.  Eind 2021 was er nog 41.700 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 10.900 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een milieucirkel (geurcirkel) van een schapenhouderij ligt. Hierdoor is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Ten westen van dit gebied is een dorpsinitiatief voor woningbouw waarvoor deze geurcirkel naar verwachting geen belemmering vormt.  Hier loopt nog onderzoek naar. Op de bedrijventerreinen Tolbaas en Overtoom in Gorredijk is de komende jaren nog 23.261 m2 (tien kavels) respectievelijk 10.238 m2 (drie kavels) bouwgrond te koop. Op de meeste te koop staande bedrijvenkavels rust een optie of reservering.

De resultaten van de BIE worden (per complex) nader gespecificeerd in het bijlagenboek bij de Verantwoording.

x € 1.000
Resultaat Bouwgrond in exploitatie (BIE) per complex
Resultaat 2021 Nog te realiseren resultaat Looptijd
Woningbouwlocaties:
Frieschepalen  - De Skâns 6 106 2023
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 94 138 2024
Gorredijk - Loevestein fase 4 - oost 0 233 2024
Hemrik - Fabryksleane 6 24 2023
Lippenhuizen - De Wiken 120 - afgesloten in 2021
Terwispel - Kolderveen 0 11 2023
Ureterp - Noord 0 344 2024
Ureterp - De Hege Kamp 966 988 2024
Wijnjewoude - Zuidwest 124 64 2022
Totaal woningbouwlocaties 1.316 1.908
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie *) - -283 2025
Totaal bedrijventerreinen - -283
Totaal saldo resultaat 1.316 1.625
*)  Het verwachte verlies in het complex Gorredijk Industrie is afgedekt door een voorziening. Dit verwachte verlies is ontstaan door vertraging in de verkopen in de achterliggende jaren in combinatie met doorlopende kosten.

Projecten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Team projecten heeft in 2021 diverse projecten verder in proces gebracht. Voor de betrokken projecten MFA de Tynje,  Kindcentrum de Finne  en Kindcentrum de Treffer, treft u onderstaand een bredere uitleg over het verloop.  Een aantal projecten is inmiddels afgerond, zoals de verbetering van de Mjumsterwei in Bakkeveen en MFA Lippenhuizen.

MFA de Tynje

Terug naar navigatie - MFA de Tynje

In de MFA De Tynje worden verschillende (basis)voorzieningen gecombineerd, waaronder onderwijs, ontmoeting en sport. Het dorp wil door het combineren van functies en ruimtes in het gebouw en door het uitvoeren van zelfwerkzaamheid de gymnastiekvoorziening voor het dorp behouden. 

De Stichting MFA De Tynje heeft samen met Stichting Comprix de plannen verder uitgewerkt en dit met de gemeente en de omgeving afgestemd. Per brief van 10 december 2021 heeft de stuurgroep MFA De Tynje de raad over de voortgang van het project geïnformeerd.

Het ontwerp van het MFA is inmiddels in een vergevorderd stadium. Ook zijn eerste stappen gezet naar een overeenkomst waarin afspraken worden vastgelegd over eigendom, beheer, (multifunctioneel) gebruik en bouwheerschap. Eind 2021 is de stichtingskostenraming geactualiseerd op basis van de marktontwikkelingen. Deze raming laat een groter tekort zien dan de raming waarop de brief van 10 december 2021 was gebaseerd. Begin 2022 wordt gekeken naar de mogelijkheden om extra fondsen te werven en of de kosten te reduceren door aanpassingen in het ontwerp. 

Het is de bedoeling om alle stukken in de eerste helft van 2022 aan de raad voor te leggen, met de vraag om het uitvoeringskrediet voor de daadwerkelijke bouw beschikbaar te stellen. Daarna kan de aanbestedingsprocedure starten, de aannemer worden geselecteerd en begonnen worden met de bouw. Eind 2023 kan het gebouw dan opgeleverd worden.

Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Terug naar navigatie - Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Voor het gebouw kindcentrum (KC) De Finne werken stichting Comprix , vv De Sweach en de gemeente samen. In 2021 is de bestemmingsplanwijziging vastgesteld, die de bouw van het multifunctionele centrum planologisch mogelijk maakt. Ook is de financiële dekking voor het gebouwdeel van VV De Sweach haalbaar geworden door het beschikbaar stellen van een krediet door de gemeente. De partijen hebben een intentieovereenkomst gesloten en zijn gestart met het uitwerken van de afspraken, die zullen worden vastgelegd in een overeenkomst. Hierna kan gestart worden met het uitwerken van de plannen.

Kindcentrum De Treffer - Gorredijk

Terug naar navigatie - Kindcentrum De Treffer - Gorredijk

Het ontwerp van Kindcentrum De Treffer is afgerond en de investering past binnen de financiële kaders van de projectbegroting. De aanbesteding is in het derde/vierde kwartaal 2020 gestart en in 2021 afgerond. De realisatie van Kindcentrum De Treffer is in volle gang en verloopt voorspoedig. De oplevering is gepland in het derde kwartaal 2022.

OWO samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer één derde van alle medewerkers. De OWO-visie is begin 2021 door de drie gemeenteraden vastgesteld en bevat 10 topprioriteiten, waarvan in deze OWO-paragraaf de voortgang wordt beschreven.

We kijken terug op een goed OWO jaar, ondanks de andere werkomstandigheden en soms ook werkzaamheden die Covid-19 afdwong. Binnen de drie organisaties is geïnventariseerd of er behoefte, mogelijkheden en beschikbaar budget aanwezig is voor een OWO-traineeprogramma. Gebleken is dat er genoeg voordelen aan een gezamenlijke traineeprogramma zitten voor de organisaties. Een werkgroep geeft invulling aan het programma, dat in 2022 van start kan gaan.
Binnen het sociaal domein, onderdeel jeugd, is een drietal projecten ingericht op grip op de financiën, samenwerking en verdeling van werk. 
Daarvoor is een structuur neergezet en wordt er gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid en de verbinding tussen drie gemeenten. OWO beleidsmedewerkers, managers en teamleiders in het Sociaal Domein werken goed samen. Er is focus op de verdeling van de uit te voeren taken binnen OWO-verband en vereenvoudiging van de overlegstructuur SDF.
Voor wat betreft de omgevingswet zijn er in 2021 vier uniforme raadsbesluiten in de drie OWO-gemeenten genomen. Deze besluiten zijn ambtelijk OWO-breed voorbereid en uiteindelijk door de drie gemeenteraden als hamerstuk vastgesteld. Het gaat om de besluiten inzake de verordening nadeelcompensatie, bindend adviesrecht, verplichte participatie en delegatie.
In het kader van de energietransitie is eind vorig jaar in OWO samenwerking door de drie gemeenteraden de transitievisie warmte vastgesteld.
De drie raden zijn gedurende het proces in een aantal gezamenlijke bijeenkomsten over de voortgang geïnformeerd. De besluitvorming heeft plaatsgevonden in de afzonderlijke raden.
Bestuurlijke afstemming heeft plaatsgevonden in het bestuurlijk overleg van de OWO beleidstafel duurzaamheid.
De Europese openbare aanbesteding kernapplicatie is afgerond. Na een lang en intensief voorbereidings- en aanbestedingsproces met drie vragenrondes waarbij in OWO-verband intensief is samengewerkt, is de gunning aan Pink Roccade Local Goverment gedaan, waarmee de eerste fase van dit proces is afgerond.
De WOZ waarden voor woningen worden tot belastingjaar 2022 bepaald op basis van de inhoud (kubieke meters). We zijn verplicht per belastingjaar 2022 te taxeren op de oppervlakten. Alle inspanningen in dit project  hebben ertoe geleid dat voor alle drie gemeenten toestemming is ontvangen van de Waarderingskamer om de WOZ beschikkingen/belastingaanslagen 2022 op basis van de oppervlakten te versturen, waarmee dit project in 2021 succesvol is uitgevoerd!

Onderstaande informatie over 2021 is afkomstig van de drie OWO afdelingen (Beheer en Registratie, VTH en Bedrijfsvoering) en bestaat uit twee onderdelen. In deel 1 ‘Algemeen’ worden de onderwerpen benoemd die gelden voor alle drie OWO afdelingen en/of OWO-gemeenten, deel 2 ‘Topprioriteiten’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering.

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Covid-19
Voor het tweede jaar op rij is er grotendeels thuis gewerkt door de Covid-19 crisis. Dit vroeg net als in 2020 meer aandacht en zorg voor het welzijn van de medewerkers én ook om de verbinding met elkaar en met de organisatie te behouden. Dat heeft er enerzijds toe geleid dat het lage ziekteverzuimpercentage van de afdelingen Beheer & Registratie en VTH laag is gebleven en anderzijds dat de reguliere werkzaamheden met onverminderde kwaliteit zijn uitgevoerd én dat er gewerkt kon worden aan specifieke werkzaamheden.

In 2021 is gebleken dat digitaal werken en digitale informatievoorziening belangrijke en onmisbare pijlers zijn voor het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Door de Covid-19 beheersingsmaatregelen in 2021, is de werkplek van de gemeente aan verandering onderhevig. Het in hybride werken heeft zijn entree gemaakt en heeft ook in de kantoorgebouwen zijn effect op de kantoorwerkplek inrichting. Dit heeft tot een fundamentele verandering in het digitaal werken en thuiswerken geleid. 

Strategisch personeelsbeleid
Het invullen van nieuwe specifieke functies is in de huidige arbeidsmarkt niet gemakkelijk. Dit geldt ook voor de bestaande specialistische functies en de komende jaren komen hiervan meerdere posities vrij. In het afgelopen jaar hebben we het verloop in juist deze waardevolle functies op zien lopen. Dit maakte ons kwetsbaarder. Verschillende functies bleven in 2021 lange tijd open staan en moesten we middels kostbare inhuur borgen. 
Hieronder wordt een beeld gegeven van de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand van de drie afdelingen, ter toelichting op de noodzakelijk inhuur in 2021. Tevens geeft dit beeld onze uitdagingen op het personeelsbeleid voor de toekomst weer, waarop we in 2022  terug zullen komen in onze vooruitblik op het jaar 2023.

•    Beheer & Registratie
De afdeling heeft in totaal 57 medewerkers (45,78 fte). 30% van het aantal fte gaat in de periode 2021 tot en met 2026 met pensioen. In de periode 2027 tot en met 2031 komt daar 17% bij. Dit laatste percentage kan hoger worden als medewerkers uit latere pensioenjaren, eerder met pensioen gaan. 

•    Bedrijfsvoering
De afdeling heeft in totaal 68 medewerkers in vaste dienst (63,95 fte). In de uitvoerende functies van de verschillende teams zien we grotendeels een leeftijdsopbouw van 60 plus. Dit brengt in de huidige én toekomstige werkomgeving een groot risico met zich mee. De huidige werkzaamheden zijn aan het veranderen van uitvoerend, naar controlerend en regisserend. Dit vraagt scholing en ontwikkeling. Gezien de ontwikkelbaarheid van juist deze groep medewerkers zien we daar in de komende 10 jaar een steeds groter wordend probleem ontstaan.

•    Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving
De afdeling heeft momenteel 43 medewerkers in vaste dienst (41,18 fte).  Daarvan zit momenteel 3,64 fte in een flexibele schil. De uitstroom, als gevolg van pensionering de komende 3 jaren, is 11%. Hoofdzakelijk in 2022. De afgelopen 3 jaren was de uitstroom 27%. Als gevolg van een ander personeelsbeleid, aangejaagd door de krappe arbeidsmarkt en de hoge tarieven, is de flexibele schil teruggedrongen. Van de 27% instroom in het afgelopen jaar, was 20% jonger dan 40 jaar. 

Er wordt kritisch gekeken naar de ontwikkelingen in het werk, de pensioneringen etc. om te blijven voldoen aan de vier kernwaarden van de OWO samenwerking. De verwachting is echter dat we vanaf heden én de komende jaren meer moeten (blijven) investeren, om nieuwe en bestaande functies in te vullen en ingevuld te houden door middel van opleidingen, talentontwikkeling stimuleren, zij-, in-/uitstroom bevorderen, een OWO-traineeprogramma en het herijken van functies.
Los van bovengenoemde ontwikkelingen wordt ook onderzocht of bepaalde taken/functies waarvoor wordt ingehuurd, beter zelf uitgevoerd kunnen worden. Om de hogere kosten van inhuur te reduceren is ons voorstel voor de nabije toekomst om een pool van vaste medewerkers aan te trekken. En om daarnaast actief in te zetten op strategisch personeelsbeleid en de werving van nieuwe medewerkers met een ontwikkelpotentieel.

Aanbestedingen
In 2021 zijn twee grote Europese aanbestedingen opgestart en door Inkoop begeleid: de aanbesteding voor ons financiële pakket in de drie gemeenten en de aanbesteding voor een groot deel van onze ICT-applicaties. De aanbesteding van ons financiële pakket is afgerond en wordt geïmplementeerd. De aanbesteding van ICT-applicaties zal begin 2022 afgerond zijn. Hierna zal gefaseerd het ICT applicatielandschap geïmplementeerd worden. Vooruitblikkend: op de roadmap staan ook voor de andere omgevingen nog Europese aanbestedingen, die van de drie organisaties capaciteit en inzet zullen blijven vragen. Daarnaast zal er voor deze grote ICT projecten ingezet moeten worden op een projectteam met ervaring. Dit zal geworven moeten worden.

Topprioriteiten

Terug naar navigatie - Topprioriteiten

In de herijkte visie op de OWO samenwerking zijn onder de noemer ‘uitbouwen en doorontwikkelen’ 10 topprioriteiten opgenomen. De prioriteiten dragen nadrukkelijk bij aan de doelen van de samenwerking: doorontwikkeling, verdieping en optimalisatie. De regiegroep heeft zich uitgesproken met deze prioriteiten aan de slag te willen. Daarmee ligt er een solide basis voor de OWO-samenwerking. 

1a.    OWO 2.0 – herijken OWO-afdelingen
1b.    OWO 2.0 – zoektocht OWO-identiteit
Met het herijken van de visie is een hernieuwde solide basis gelegd onder de samenwerking.’ Samen zelfstandig’ is het motto. De OWO-samenwerking heeft daarmee opnieuw “smoel” gekregen. Deze visie en de uitwerking van onder andere de prioriteiten, geven koers en identiteit en vormen de start van OWO 2.0. In een continu ontwikkelproces is het belangrijk de doelen van de OWO-afdelingen scherp te houden. Drie afdelingen in drie verschillende huizen die samenwerken: welke overeenkomsten en welke verschillen zien we? De invulling van de OWO-identiteit is nog volop gaande.
2.     Ambities en inrichting dienstverleningsconcept
In 2021 is een nieuwe visie op OWO gepresenteerd. Op basis daarvan zullen we de ambities op dienstverlening verder vormgeven, mogelijk via een OWO-dienstverleningsconcept. Samenwerking en onderlinge afstemming op generieke onderdelen is essentieel!

3.     Door ontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
In 2021 zijn de voorbereidingen gestart voor een verdere doorontwikkeling van de inkoopfunctie, waarover we in 2022 in het kader van de inrichting van een toekomstbestendige afdeling OWO-BV, de dialoog willen starten.

4.    Datagedreven werken
Datagedreven werken is het sturen op basis van (onbewerkte) feiten en data om een beweging op gang te krijgen. De OWO afdelingen beschikken over veel en waardevolle data voor de samenwerkende gemeenten, waardoor dit thema in OWO-verband wordt opgepakt.
In het Informatiseringsjaarplan 2021 is opgenomen dat de OWO gemeenten verder willen met Datagedreven werken. Door middel van het opstarten van praktische en concrete pilots wordt de organisatie vanaf de start  meegenomen om te zien wat er mogelijk is. Om grip te krijgen op de verschillende initiatieven, is de regievoering centraal neergelegd bij de afdeling OWO Beheer en Registratie binnen het team BVI. In 2021 is gestart met een pilot binnen het sociaal domein (OWO breed).

5.     Positioneren verzekeringen
Bij het samengaan is het duidelijk geworden dat er bij de verzekeringsfunctie kansen zijn voor kostenbesparing en kwaliteitsverbetering. In de afgelopen twee jaren zijn de verzekeringsportefeuilles van de drie gemeenten op het moment van opnieuw moeten afsluiten, samengevoegd en op de inhoud op elkaar afgestemd. Hiermee zijn betere marktcondities in combinatie met verbeterde verzekeringscondities gerealiseerd. Dit blijven we doen. Daarnaast is het beleid geschreven waarmee wij de centrale adviespositie in de drie organisaties met de verschillende afdelingen verder kunnen gaan uitwerken en rollen.

6          Harmonisatie APV
Er is gezocht naar harmonisatie en verduidelijking van de drie verschillende APV-en.In het najaar van 2021 hebben de drie raden van de OWO-gemeenten een aangepaste APV vastgesteld. Daarmee is deze topprioriteit gerealiseerd. Een mooi OWO-resultaat, omdat de vastgestelde APV-en grotendeels geharmoniseerd zijn. 
Onder het komende regime van de Omgevingswet (2023) zal nogmaals een herziening van de APV plaatsvinden. Daarbij zal opnieuw gekeken worden naar kansen voor verdergaande harmonisatie en verduidelijking.

 7.    Actualiseren VTH-beleidsplan
Eind 2019 is voor de periode 2020-2024 een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. Daarmee is ook deze prioriteit gerealiseerd. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. Het beleidsplan geeft richting aan de prioriteiten voor de afdeling OWO-VTH: een verschuiving van minder periodieke milieucontroles (onder andere veroorzaakt door verschuiving van deze taken naar de FUMO) naar meer tijd voor natuur, landschap en groen en meer aandacht voor de openbare ruimte. 

In 2021 is met de betrokken bestuurders invulling gegeven aan deze kaders. Er is begonnen met anders prioriteren. De coronacrisis is echter een dominante verstoorder geweest van dit proces, omdat uitgerekend de medewerkers die betrokken zijn bij aandacht voor natuur, landschap en groen, veel inzet moesten plegen rond de corona maatregelen. 

In 2021 is het thema ondermijning, onderdeel in het VTH-beleidsplan, opgepakt en is in OWO-verband gekeken naar de gezamenlijke “winstpakkers”. Dit thema zal in 2022 nadrukkelijk de aandacht vragen en krijgen.

8.    Omgevingswet
Het motto van de Omgevingswet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Met de beoogde oorspronkelijke invoeringsdatum 1-1-2022 voor ogen, is hard gewerkt om tijdig te voldoen aan de minimaal gestelde eisen. Er zijn in de drie gemeenteraden noodzakelijke besluiten genomen. Diverse projectgroepen werken in OWO-verband aan de implementatie van de Omgevingswet zoals leges, Omgevingsplan, procesinrichting en inrichting van de applicaties en aansluiting op de landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Met name dit stelsel is er oorzaak van dat de invoeringsdatum wederom is uitgesteld. Eerst naar 1 juli 2022 en recentelijk naar 1 januari 2023. Niet alleen de DSO zorgt voor invoeringsproblemen. Er is nog steeds onduidelijkheid over taken die overgaan naar de omgevingsdienst FUMO. Voor zowel gemeenten als voor de FUMO is het daardoor nog niet mogelijk geweest een goede inschatting te maken van taken en financiële gevolgen.  Binnen VTH wordt waar mogelijk wel voorbereiding getroffen voor de implementatie en overdracht van taken.

9.    Informatieveiligheidsbeleid en privacy
Deze ambitie is in de achterliggende periode waargemaakt. De introductie van beveiligingsvraagstukken als gevolg van nieuwe wetgeving als ook de werkingssfeer van nieuwe lokaal georganiseerde functies, zoals bijvoorbeeld Chief Information Security Officer (CISO) en Privacy Officer (PO) zijn vanaf 2018 ingebed. Deze zijn hiermee een regulier onderdeel van de werkzaamheden, onderlinge afstemming en coördinatie geworden. Beleidsmatig zijn de lokale CISO’s en PO’s hiervoor verantwoordelijk. 

De beveiligingsvraagstukken/cybercriminaliteit hebben echter een vlucht genomen. Hierdoor zijn ook een aantal geplande ICT-projecten in de tijd verschoven. In het afgelopen jaar is de kwetsbaarheid gebleken om inbraakpogingen te kunnen signaleren en daarmee ook deels te kunnen voorkomen. Het is zeker dat dit de komende jaren een nóg groter deel van het takenpakket rondom  onze ICT omgeving zal gaan innemen. Daarnaast zijn er nieuwe vraagstukken en verplichtingen uit bijvoorbeeld nieuwe wetgevingen bij gekomen, zoals de Omgevingswet. Uiteraard speelt daarbij de automatisering en digitalisering van werkzaamheden en processen een majeure rol. De afhankelijkheden van ICT, het gebruik van data en de gevolgen ervan zijn in de afgelopen jaren in sneltreinvaart exponentieel gegroeid. Het belang en de positionering van ICT is daarmee aan het wijzigen van een ondersteunend, afhankelijk en volgend proces naar een beleid makende, integraal werkende en sturende procesvoering. 

10.    Innovatie
Hierbij gaat het om het in een kort tijdsbestek ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor actuele problemen, gekenmerkt door een experimenteel en innovatief karakter. Innovatiedrang en –behoefte vraagt om een andere aansturing, anders denken en anders werken. Het is zoeken naar een nieuwe balans tussen beheer en innovatie met consequenties voor cultuur, werkzaamheden en competenties van medewerkers.
Er is in het tweede Covid-19 jaar wederom hard gewerkt aan het zorgen voor het werken vanuit huis of andere plekken buiten de kantooromgeving. Digitaal werken en digitale informatievoorziening zijn belangrijke en onmisbare pijlers van het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Video conferencen, hybride vergaderen en thuiswerken zijn aan de orde van de dag. Alle medewerkers en bestuurders zijn uitgerust met laptops om dit mogelijk te maken. De thuiswerkomgeving en mogelijkheden zijn opgeschaald, Zoom video conferencen en Teams zijn ingezet, de MiCollab-app wordt breed gebruikt. Tevens hebben we de raadsvergaderingen en besluitvormingen in ondersteuning en uitvoeringsvorm digitaal door kunnen laten gaan middels Starleaf

Corona

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf verantwoorden wij ons over het gevoerde beleid, de gemaakte kosten en de ontvangen compensatie in verband met de coronacrisis.

De coronacrisis is een omvangrijke globale crisis waarvan de effecten nog onzeker zijn. Deze crisis raakt al onze inwoners, organisaties en bedrijven. Elke crisis is uniek en specifiek, maar ook ‘tijdelijk’. Draaiboeken liggen hiervoor niet in de kast. Er is in de eerste maanden van de crisis veel druk gezet op de gemeentelijke organisatie om te handelen in een onzekere omgeving waarin weinig informatie beschikbaar was. Inmiddels is dit gelukkig niet meer het geval. Wel vraagt de crisis nog steeds veel inzet.

Gevoerd beleid

Terug naar navigatie - Gevoerd beleid

Naast het uitvoeren van de landelijk ingestelde maatregelen, zoals TOZO, is het ons primaire doel om te voorkomen dat organisaties van maatschappelijk belang omvallen als gevolg van financiële problemen als gevolg van de crisis. Voor dit doel is door ons een algemeen handelingskader bij financieel-economische vraagstukken (hierna: handelingskader) vastgesteld. De meest actuele versie hiervan kunt u vinden op onze website.

Het toekennen van verzoeken om financiële steun van maatschappelijke organisaties is gebaseerd op het handelingskader. We volgen daarin de lijn met betrekking tot landelijk gemaakte afspraken over financiële steunverlening aan maatschappelijke voorzieningen en organisaties. Financiële steun kan de vorm hebben van een (aanvullende) subsidie, het niet in rekening brengen van huren, het compenseren van opgelegde (en betaalde) onroerendezaakbelastingen of het treffen van een betalingsregeling.

We hanteren een helder criterium voor het toekennen van financiële steun. We verlenen financiële steun als zonder deze steun de betreffende maatschappelijke organisatie dreigt om te vallen. Dit betekent dat geleden (omzet)verliezen eerst zelf opgevangen moeten worden. Het feit dat er rijksvergoedingen toegekend zijn aan gemeenten voor sommige maatschappelijke sectoren is geen reden om deze middelen één op één door te sluizen, tenzij er een landelijke afspraak onder ligt. Er zijn immers ook verlieslijdende maatschappelijke voorzieningen waarvoor geen compensatie van het Rijk wordt ontvangen. De ontvangen compensatie van het Rijk (via het gemeentefonds) aan gemeenten zijn algemene dekkingsmiddelen, met andere woorden, het zijn geen geoormerkte middelen.

Elke maatschappelijke organisatie die dreigt om te vallen door de gevolgen van de coronacrisis kan financiële steun vragen als de ondergang ervan maatschappelijk grote consequenties heeft, ongeacht of er wel of geen (rijks)compensatie beschikbaar is.

Voor de continuïteit van de financiering op het vlak van het sociaal domein is gehandeld volgens de landelijke richtlijnen.

Financiën Corona

Terug naar navigatie - Financiën Corona

De kosten van deze crisis zijn incidenteel van aard. Dit geldt ook voor de ontvangen compensatie. 

Corona-steunpakket vanuit het Rijk
2de steun pakket 260.400
3de steun pakket 506.800
4de steun pakket 334.400
5de steun pakket 325.200
6de steun apkket 246.800
Totale ontvangsten Gemeentefonds 1.673.600
Corona uitgaven in programma's
Programma 0 217.200
Programma 4 8.100
Programma 5 91.200
Programma 6 95.400
Programma 7 108.600
Opgenomen in programma's 520.500
Dotatie Egalisatiereserve Corona 1.153.100

Egalisatiereserve

Terug naar navigatie - Egalisatiereserve

In 2021 is bij vaststelling van de jaarstukken 2020 een egalisatiereserve Corona ingesteld. Ook in 2021 zijn niet alle door de Rijksoverheid verstrekte Corona middelen nodig geweest voor het ondersteunen van instellingen, ondernemers en andere partijen. De verwachting is dat in 2022 alsnog verzoeken om ondersteuning vanwege Corona gaan komen. Deze kunnen dan uit de egalisatiereserve gedekt worden. In 2022 zal de raad besluiten wat met het resterende saldo van de reserve gaat gebeuren.