Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De diverse verordeningen belastingen en heffingen worden jaarlijks in december voorafgaand aan het betreffende jaar vastgesteld. In de begroting is al uitgegaan van het nieuwe niveau van de tarieven. Waar dat mogelijk is en wettelijk is toegestaan worden de tarieven verhoogd met de indexering "prijs bruto binnenlands product" van 1,6% (begroting 2021 1,8%). Een uitzondering hierop vormen de tarieven voor afval en riolering. Deze tarieven zijn gebaseerd op kostendekkendheid.

Kaderstellende documenten
De jaarlijks vastgestelde verordeningen belastingen en heffingen.

Overzicht geraamde inkomsten
In onderstaand overzicht staan de in onze gemeente geldende belastingen en heffingen. De verwachte opbrengst aan belastingen en heffingen bedraagt in 2021 € 12,5 miljoen, ongeveer 15% van de totale gemeentelijke baten.

Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting bedraagt 5% van de logiesomzet in onderkomens niet toebehorende of ter beschikking gesteld door de belastingplichtige en 2,5% van de logiesomzet in onderkomens van of ter beschikking gesteld door belastingplichtige. Deze percentages zijn niet gewijzigd.

Afvalstoffenheffing
De tarieven voor 2022 worden vastgesteld in de betreffende verordening. In principe zijn  de tarieven kostendekkend.

Rioolheffing
De tarieven voor 2022 worden vastgesteld in de betreffende verordening. In principe zijn  de tarieven kostendekkend.

Onroerendezaakbelasting
De tarieven voor 2022 worden vastgesteld in de betreffende verordening.

Precariorechten
2021 was het laatste jaar waarin we precariorechten op konden leggen.

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Bestemmingsheffingen (afvalstoffenheffing en rioolrecht) en retributies (bijvoorbeeld leges, marktgelden en standplaatsgelden) zijn bedoeld om met de inkomsten uit die belastingheffing de gemeentelijke lasten van die activiteiten te bekostigen. Om te voorkomen dat een gemeente met deze specifieke belastingen ook andere activiteiten financiert, is in de Gemeentewet het verbod opgenomen dat de geraamde baten de geraamde lasten overschrijden. (De wetsbepalingen die de kostendekkende tarieven voorschrijven, spreken steeds over geraamde bedragen. Dit komt doordat de rechtsbescherming vereist dat de verordening voor aanvang van de belastingheffing moet zijn vastgesteld. Op dat moment zijn alleen de verwachtingen bekend. De mate van kostendekkendheid moet derhalve op begrotingsbasis worden vastgesteld.) Door dit vereiste mogen de opbrengsten hooguit kostendekkend zijn. In de praktijk spreekt men dan ook wel van kostendekkende tarieven. Als de opbrengsten minder dan kostendekkend zijn, zullen de lasten uit andere inkomsten worden betaald. Bijvoorbeeld uit de algemene belastingen (met name ozb) of uit de algemene middelen. Als de gemeente niet voor kostendekkende tarieven kiest, betekent dit dat niet alleen de kostenveroorzakers, maar alle belastingplichtigen meebetalen. Het uitgangspunt dat de veroorzaker betaalt, wordt dan losgelaten. 

Kruissubsidiëring
Zeker bij leges waarbij de tarieven voor verschillende activiteiten in één belastingverordening worden geregeld, kan zich de vraag voordoen op welk niveau de kostendekkendheid moet worden getoetst. Het uitgangspunt daarbij is toetsing op verordeningenniveau, waarbij de geraamde lasten van alle benoemde activiteiten worden gedekt door de gezamenlijke baten uit de te heffen belastingen/leges. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk: een verwacht overschot bij de ene activiteit wordt gebruikt voor de dekking van een verwacht tekort bij een andere activiteit en omgekeerd. 

x € 1.000
Programma Lokale belastingen en heffingen Jaarrekening 2020 Begroting 2021 (incl wijzigingen) Begroting 2022
0 Leges publiekszaken 281 264 255
0 Onroerendezaakbelasting 4.532 4.626 4.710
0 Precariorechten 2.315 1.900 -
1 Algemeen plaatselijke verordening 8 25 25
3 Toeristenbelasting 208 178 178
7 Begrafenisrechten 157 150 150
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.309 3.313 3.535
7 Rioolheffing (excl. kwijtscheldingen) 2.854 2.810 2.896
8 Leges omgevingsvergunning 758 676 716
Totaal 14.422 13.941 12.466

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven.

Soort Dekkingspercentage begroot
Afval 98%
Riolering 95%
Omgevingsvergunningen 80%

Afval en Riolering

Terug naar navigatie - Afval en Riolering

Onze gemeente heeft als vastgesteld beleid dat de tarieven van afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend moeten zijn. Voor 2022 zijn wij hiervan afgeweken.

Afval

Voor afval zijn de lasten realistisch begroot op de werkelijke lasten van afgelopen jaren. Hier zien we echter een corona effect in. Dit effect kunnen we niet exact meten. We verwachten dat de werkelijke lasten in 2022 lager kunnen zijn dan nu begroot. Om niet een te grote lastenverzwaring bij de inwoners neer te leggen is gekozen om voor een niet 100% kostendekkend tarief te gaan in 2022.

Riolering

In 2020 is het nieuwe watertakenprogramma vastgesteld. Hier staan ook de lasten en baten van riolering in. In het plan is echter geen rekening gehouden met indexering van de baten en lasten en is een deel van de personele lasten niet juist toegerekend. Voor de begroting 2022 zijn de lasten gecorrigeerd naar de werkelijk verwachte lasten. Hierdoor is de kostendekkendheid niet meer toereikend. Om weer tot een kostendekkend tarief te komen moet een verhoging van het tarief van € 21,- plaatsvinden. Ook hier is om niet een te grote lastenverzwaring bij de inwoners neer te leggen gekozen om in 3 jaar naar het kostendekkend tarief te groeien.

x € 1.000
Afval Begroting 2022
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 3.251
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen 604
Netto directe kosten taakveld 2.647
Indirecte kosten
Btw 634
Overhead en rente 61
Netto indirecte kosten taakveld 695
Totale lasten product 'Afval 2022' 3.342
Totale heffingen
Afvalstoffenheffing 2.285
Afvalstoffenheffing Restafval 949
Afvalstoffenheffing GFT 38
Totale heffingen product 'Afval 2022' 3.272
Dekkingspercentage 98%
x € 1.000
Riolering Begroting 2022
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.183
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen -
Netto directe kosten taakveld 2.183
Indirecte kosten
Btw 386
Overhead en rente 472
Netto indirecte kosten taakveld 858
Totale lasten product 'Riolering 2022' 3.041
Totale heffingen
Rioolheffing 2.896
Totale heffingen product 'Riolering 2022' 2.896
Dekkingspercentage 95%

Omgevingsvergunningen

Terug naar navigatie - Omgevingsvergunningen

De tariefstelling ten aanzien van de diverse omgevingsvergunningen is niet van een dergelijke omvang dat volledige kostendekkendheid kan worden bewerkstelligd. Een volledige kostendekkendheid kan niet worden gerealiseerd omdat dan de tarieven voor bepaalde vergunningen zodanig zouden moeten stijgen dat de hoogte van de leges niet meer in verhouding staat tot de activiteit.

Kostendekkendheid

Ten opzichte van de begroting 2021 (42%) is het dekkingspercentage gestegen. Dit heeft met name te maken met een andere berekeningswijze van de toerekening van uren. Ook is er rekening gehouden met een stijging van de baten.

x € 1.000
Omgevingsvergunningen Begroting 2022
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 717
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen -
Netto directe kosten taakveld 717
Indirecte kosten
Btw -
Overhead en rente 179
Netto indirecte kosten taakveld 179
Totale lasten product 'Omgevingsvergunningen 2022' 896
Totale heffingen
Heffingen 716
Totale heffingen product 'Omgevingsvergunningen 2022' 716
Dekkingspercentage 80%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk 2022 kan niet eerder vastgesteld worden dan na vaststelling van de tarieven. Bij het vaststellen van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en de aangekondigde maatregelen.

De tarieven van afval en riolering zijn al wel bekend

  • Afval vast tarief                  € 179,50 (2021 € 169,50)
  • Rioolheffing                          € 256,-      (2021 € 248,40)

De “Atlas van de lokale lasten 2021” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 375 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 82 (2020 nr. 76)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen.
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed" (x €)
Risico Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
Uitkering gemeentefonds fluctueert 50% 1.000.000 14% 500.000
Onzekerheid omvang bijdrage kosten jeugdzorg 45% 1.100.000 14% 495.000
Invoering omgevingswet 60% 750.000 13% 450.000
Financiële consequenties invoering BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) 40% 1.000.000 12% 400.000
Borgstellingen 1% 39.510.000 11% 395.100
Herijking algemene uitkering gemeentefonds * 40% 900.000 10% 360.000
Mogelijke WW verplichtingen personeel 25% 1.000.000 7% 250.000
Financiële tegenvallers projecten 10% 2.000.000 6% 200.000
Mogelijke financiële consequenties die voortkomen uit de Coronacrisis 25% 750.000 5% 187.500
Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000.000 4% 150.000
Resultaat invoering woonplaatsbeginsel Jeugdzorg 10% 650.000 2% 65.000
Totaal 49.660.000 100% 3.452.600
* De herijking gemeentefonds is een risico dat betrekking heeft op 2023 en daarna. Voor 2022 heeft dit nog geen effect.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 3,5 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 19,3 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te kunnen bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

x € 1.000
Incidenteel weerstandsvermogen
Algemene reserve ultimo 2020 17.105
Mutaties 2021
Resultaat 2020 2.106
Resultaatbestemming -1.216
Precario 1.900
Primaire Begroting 2021 -268
Begrotingsmutaties 2021 (PPB en RV) -316
Totaal algemene reserve 19.311
Totaal incidenteel weerstandvermogen 1-1-2022 19.311

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 zijn een vijftal financiële kengetallen verplicht gesteld. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid vanaf 2017 (zie ook hiervoor onder ‘beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s’) sluiten we aan voor de verplichte kengetallen bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
Structurele exploitatieruimte Eerste jaar en meerjarig > 0% Begroting en meerjarig 0% Begroting en meerjarig < 0%
Grondexploitatieruimte < 20% 20 - 35% > 35%
Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen (zie onderstaande tabel) in relatie tot de financiële positie:

Netto Schuldquote

We verwachten dat de netto schuldquote in 2022 gelijk blijft. De schuldquote van Opsterland bevindt zich ruim binnen de in de theorie genoemde (en door de VNG gehanteerde) grens van 130 procent.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)

Het kengetal van de netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden) is bij Opsterland gelijk aan het kengetal netto schuldquote. 

Solvabiliteitsratio

We verwachten dat de solvabiliteit van de gemeente afneemt ten opzichte van de begroting 2021. Solvabiliteit is de verhouding tussen leningen en eigen vermogen (reserves). De afname komt doordat de gemeente eind 2020 een nieuwe lening heeft afgesloten die niet in begroting 2021 meegenomen is. Het solvabiliteitspercentage is aanvaardbaar.

Structurele exploitatieruimte

Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen wordt gedekt. Een negatief percentage houdt in dat structurele lasten incidenteel gedekt worden. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. Een overzicht van de incidentele lasten en baten is opgenomen in de financiële begroting.

Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft inzicht in de waarde van de gronden ten opzichte van de totale baten van de gemeente. Het percentage geeft aan dat Opsterland geen bovenmatige risico’s op de grondexploitaties loopt afgezet tegen de omvang van de begroting. Daar komt bij dat de gemeente met de algemene reserve ook nog over voldoende weerstandsvermogen beschikt.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit wordt berekend met de tarieven voor een meerpersoonshuishouden. Bij een percentage hoger dan 100 zijn de woonlasten hoger dan het landelijk gemiddelde. Bij een percentage lager dan 100 zijn ze lager. De woonlasten bevinden zich op een stabiel en landelijk gezien laag niveau.

Kengetallen Jaarrekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Netto schuldquote 28,7% 35,0% 35,5% 35,7% 36,4% 36,3%
Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 28,7% 35,0% 35,5% 35,7% 36,4% 36,3%
Solvabiliteit 26,1% 34,4% 26,4% 28,3% 29,6% 31,7%
Structurele exploitatieruimte -1,7% -1,5% 1,9% 0,3% 0,6% 1,0%
Grondexploitatie 3,1% 2,6% 3,3% 3,0% 2,7% 2,3%
Belastingcapaciteit 93,4% 96,7% 96,0% 96,9% 97,8% 97,8%

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een groot deel van de openbare ruimte. Deze ruimte is opgebouwd uit onze kapitaalgoederen. Dit zijn onder andere de wegen, riolering, bruggen, verlichting, openbaar groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen heeft invloed op de beleving door inwoners, bezoekers en ondernemers bij hun activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast vertegenwoordigen de kapitaalgoederen een aanzienlijke waarde en brengt vroegtijdige vervanging onnodige kosten met zich mee. Het is daarom belangrijk dat we goed op deze kapitaalgoederen passen om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen en kapitaalverlies te voorkomen. 

De kaders voor het onderhouden van de arealen verhardingen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en het openbare groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik; netjes waar het moet, sober waar het kan. Hierin is gezocht naar een verantwoorde balans tussen kosten enerzijds en een prettige leefomgeving anderzijds. 

De kaders voor het beheren onderhouden van de riolering en daarbij horende (zuiverings)installaties zijn vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Naast de verankering van de zorgplicht voor de inzameling van het afvalwater, hemelwater en grondwater voorziet het plan in kaders voor de klimaatadaptatie en andere gemeentelijke watertaken. 

Het gemeentelijke vastgoed dat nog in overeenstemming met de functie in gebruik is wordt in stand gehouden door preventief onderhoud binnen de daarvoor gestelde bestekskwaliteit.

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
Watertakenprogramma 2020-2025
Notitie licht in de duisternis (2009)

Verharding en openbare verlichting

Terug naar navigatie - Verharding en openbare verlichting

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

De gemeente heeft ongeveer 2,81 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 51% uit dicht asfaltbeton, 41% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.), 3 % cementbeton en 5% overige soorten verharding. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 175 mln. In de gemeente staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen, waarvan 4.121 in beheer en eigendom van de gemeente. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De ondergrondse infrastructuur die hierbij hoort is voor het grootste deel in eigendom van netbeheerder Liander. Van het areaal bestaat ongeveer 85% uit energiezuinige LED.  De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Toekomst

Uit de laatste inspectie is naar voren gekomen dat het areaal er op plaatsen onvoldoende bijligt. Op deze plekken zijn schadebeelden geconstateerd die conform de verwachte levensduur van de betreffende wegvakken niet zijn voorzien. Deze schades zijn voornamelijk aangetroffen op de wegen in het westen van de gemeente (veengronden) en zijn gerelateerd aan de lange droge periodes van de afgelopen jaren. Voor het aanpakken van deze schades zijn met het vaststellen van het Beeldkwaliteitsplan aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Vanaf 2022 zijn de beschikbare middelen jaarlijks structureel met € 200.000 verhoogd. Aanvullend wordt in 2022 en 2023 incidenteel € 200.000 geïnvesteerd.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

De gemeente is voor een (groot) deel verantwoordelijk voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hiervoor zijn drie verschillende systemen in de gemeente aanwezig: vrijvervalriolering, drukriolering en individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (IBA's). Van de vrijvervalriolering bestaat nog ongeveer 70% uit een gemengd systeem. Bij de rest is sprake van scheiding tussen hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA). Het totale systeem vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 150 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering Hoeveelheid
Vrijvervalriolering 215.003 m1
Putten 4.582 stuks
Straatkolken 10.796 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 34 stuks
Drukriolering / persleiding 137.082 m1
Minigemalen 522 stuks
Opvoer- / tussengemalen 28 stuks
Gemalen overig 8 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 112 stuks
* 21 IBA's zijn in beheer bij het Wetterskip Fryslan

Kwaliteitsambitie

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Areaal Structuurelement
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis Basis
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis Basis
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis Basis
Verwerking Basis Basis Basis Basis
Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Watertakenprogramma 2020-2025

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatsverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. 

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en kunstwerken (water)

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat heeft de gemeente het dagelijkse beheer. Het totale areaal vertegenwoordigd een vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis
*Van drie tunnels heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het eigendom ligt bij de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat Vastgelegde kwaliteitsambitie (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2025 betreft de theoretische vervanging circa €5 mln. Tot en met 2040 bedraagt dit circa €12 mln. Op dit moment is er geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen. 

 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambities

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen Hoeveelheid Structuurelement
Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijfers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis
Op basis van de CROW-kwaliteitsnorm zoals vastgesteld in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft divers vastgoed in eigendom en beheer en heeft een herbouwwaarde van circa € 63 mln. Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd. Deze gebouwen zijn meestal al geheel afgeschreven, indien dit niet het geval is is de boekwaarde lager dan de marktwaarde.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed
Functieomschrijving Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 15
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 2
Dorpshuizen 7
Overig 9
Totaal 52

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017).
Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor de in de komende jaren aflopende langlopende leningen wordt er van uit gegaan dat deze weer voor hetzelfde leningsbedrag worden aangetrokken.

Renteverwachtingen 2022

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. We verwachten in 2022 geen grote veranderingen in de rente. Het gewogen gemiddelde rentepercentage in 2022 is 0,53%.

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2022 is dit voor onze gemeente maximaal € 6,9 miljoen. Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 hebben we een nieuwe langlopende lening afgesloten waardoor we verwachten in 2022 geen kortlopende lening te hoeven afsluiten.

Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 16,2 miljoen renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2022 bedraagt € 3,8 miljoen. We voldoen aan de renterisiconorm.

Renteschema
De rente is toegerekend aan de verschillende taakvelden op basis van de boekwaarde van de activa. Rente aan het grondbedrijf is toegerekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage afgezet tegen de waarde van de bouwgrond exploitaties.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2022 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze hebben we sturing op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Schatkistbankieren
Door de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2022 ongeveer € 609.000.

x € 1.000
Renterisico vaste schuld over de jaren 2022 t/m 2025 2022 2023 2024 2025
Omvang begroting (stand primaire begroting) 81.151 81.151 81.151 81.151
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 16.230 16.230 16.230 16.230
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 3.800 3.800 3.800
Rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Toets renterisico
Renterisiconorm 16.230 16.230 16.230 16.230
Totaal rente risico 3.800 3.800 3.800 3.800
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 12.430 12.430 12.430 12.430
x € 1.000
Renteschema begroting 2022
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 234
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 17
Saldo rentelasten en rentebaten 217
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 7
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 0
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke 0
lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
7
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 210
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen 0
d2. Werkelijke rente over voorzieningen 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 210
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente 210
Verschil 0

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Hoe lopen de processen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Deze zaken hebben permanent aandacht.
Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het goedkoper en beter? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen. 

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Organisatiebesluit (2021).
OWO-Visie (2021).
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078).
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021.
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld).
Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886). 

Accountantscontrole en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Accountantscontrole en rechtmatigheid

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2022 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht raad

Als blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is dan doet het college voorstellen aan de raad voor aanvullende budgettaire ruimte. Deze stap is niet nodig als hiervoor door het college dekking wordt gevonden binnen het programma. Als de uitgave echter inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de accountantscontrole. Het normenkader per 31 december wordt jaarlijks door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant wordt met de auditcommissie van de raad afgestemd. Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld. 

Vanaf 1 januari 2022 moet het college van B&W een verantwoording opnemen in de jaarstukken over de rechtmatigheid. De eerste keer zal dit plaatsvinden in 2023 over de jaarstukken van 2022. De rechtmatigheidsverantwoording moet door gemeenten opgenomen worden in de jaarrekening op het moment dat de wetgeving is aangepast. Ten tijde van het schrijven van de begroting is de wetgeving nog niet aangepast. Zodra de wetgeving is aangenomen zal bovenstaande tekst aangepast moeten worden aan de nieuwe wetgeving. 

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker. Informatie is een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. Als gemeente hebben wij een grote verantwoordelijkheid in het beschermen van deze informatie. Het beveiligen van de informatie en het borgen van de privacy van onze inwoners is wettelijk verplicht. Vanwege het grote belang zullen we in 2022 een verbeterslag maken. Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid(BIO). De BIO bestaat uit een stelsel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Daarnaast zijn er specifieke wetten waar we aan moeten voldoen, zoals de Wet basisregistratie personen (BRP), de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet), de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT), Wet basis registratie ondergrond (BRO) en DigiD. 

Door gebruik te maken van de ENSIA-zelfevaluatietool zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied van de bovenstaande wetten. Dit betekent dat één keer per jaar de zelfevaluatielijst ingevuld wordt. De informatie wordt gebruikt voor de horizontale verantwoording aan de gemeenteraad en aan diverse verticale verantwoordingslijnen als departementen. ENSIA heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren door het toezicht te bundelen en het aan te laten sluiten op de gemeentelijke planning & control-cyclus. Hierdoor heeft de gemeenteraad meer overzicht over de stand van zaken van de informatieveiligheid en kan indien nodig bijsturing plaatsvinden op de voortgang van de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). 

Rekenkamercommissie Opsterland

Terug naar navigatie - Rekenkamercommissie Opsterland

De Rekenkamercommissie heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente vastgestelde beleid en de uitvoering van het beleid. De Rekenkamercommissie is volledig onafhankelijk.

Voor 2022 zal de Rekenkamercommissie een onderzoeksprogramma aan de raad voorleggen.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

In 2020 is een traject voor organisatieontwikkeling gestart, zodat de gemeente Opsterland haar rol in de netwerksamenleving beter kan spelen. Wij willen meer en beter kunnen aansluiten bij de initiatieven van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden, zowel lokaal als regionaal. De organisatieontwikkeling bestaat uit drie sporen. Spoor 1 en spoor 2, aanpassing van de hoofdstructuur van de organisatie en de inrichting van de teamstructuur, zijn in 2021 afgerond. We hebben nu een plattere organisatie met minder managementlagen, kortere communicatielijnen en een teamindeling die integraal werken beter ondersteunt. In 2021 is een start gemaakt met spoor 3, dat zich richt op samen leren en ontwikkelen en inspelen op initiatieven uit de samenleving. Kernbegrippen hierbij zijn eigenaarschap, integraal werken en vertrouwen. Spoor 3 loopt door in 2022.

In 2021 is daarnaast een benchmark van de organisatie uitgevoerd. Hierin wordt onderzocht of de kosten en formatie van de uitvoering van onze taken passend is, bijvoorbeeld in vergelijking met vergelijkbare gemeenten. De uitkomsten van de benchmark waren bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend. Als er aanleiding is om op basis van de benchmark de formatie aan te passen (krimp of groei), dan wordt daarvoor bij de reguliere P&C-momenten of tussentijds een voorstel gedaan aan de raad.

Bezuinigingsmogelijkheden

Terug naar navigatie - Bezuinigingsmogelijkheden

Bij de behandeling van de Perspectiefbrief is afgesproken dat bezuinigingsmogelijkheden zullen worden onderzocht. Het zoeken hiernaar heeft zich primair gericht op de taken die geen wettelijke verplichting kennen. Dit zijn taken waarop in theorie relatief eenvoudig kan worden bezuinigd maar die wel een grote impact hebben op de identiteit van de gemeente Opsterland en/of niet in het door de gemeenteraad vastgestelde beleid passen. Ook de suggesties die door de verschillende partijen tijdens de algemene beschouwingen zijn gedaan zijn meegenomen en verwerkt in inventarisatie van de bezuinigingsmogelijkheden.

Alles omvattend zien wij op de volgende onderdelen bezuinigingsmogelijkheden of mogelijkheden om meer inkomsten te genereren:
• Verlaging van het dienstverleningsniveau op het gebied van bereikbaarheid en communicatie gerelateerd aan een maatschappij die steeds verder digitaliseert.
• Verminderen van het voorzieningenniveau dat wij als gemeente bieden richting de dorpen op fysiek als sociaal vlak.
• Verlaging van de mate van ondersteuning van cultuur in Opsterland.
• Verhogen van de inkomsten en mate van kostendekkendheid van de betaalde dienstverlening.
• Het heroverwegen van de mate en intensiteit van de samenwerking in OWO-verband.

Omdat het structureel perspectief op dit moment sluitend is, is er geen acute noodzaak om op dit moment de bezuinigingsmogelijkheden, die ingrijpende maatregelen met zich mee zouden brengen, in detail uit te werken en te presenteren. Daarnaast is ook de overweging dat door het nu al expliciet benoemen van de mogelijkheden, wellicht onrust wordt veroorzaakt terwijl dit vanuit financieel perspectief niet nodig is. Wel is naar verwachting door de versterking van de toegang tot het sociaal domein vanaf 2023 sprake van een kostenbesparend effect dat in de meerjarenbegroting is opgenomen. Daarnaast zullen de mogelijke besparingen door in OWO-verband samen te werken nadrukkelijk de aandacht blijven houden.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt daarvan een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat;
  • de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Fryslân te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch
Veiligheidsregio Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Samenwerkingsverband van de Friese gemeenten op de terreinen van publieke gezondheidszorg, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het instandhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer en tot slot het zijn van een platvorm voor samenwerking voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners, dan wel organisaties en andere openbare lichamen.
Zeggenschap 3,70%
Financieel belang Bijdrage 2022 € 3.035.694
Bijdrage 2021 € 2.968.000
Eigen vermogen 1-1-2020 € 3.614.834
31-12-2020 € 6.075.701
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 69.718.223
31-12-2020 € 72.001.431
Financieel resultaat 2020 € 3.790.666
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen Het COVID-19 virus heeft grote impact op activiteiten. De veiligheidsregio beschermt en informeert de inwoners. Grote inzet nodig van GGD via uitvoeren bron- en contactonderzoek, uitvoeren landelijk testbeleid RIVM en informeren bevolking. Door de crisis zijn een aantal onderwerpen niet of in mindere mate uitgevoerd, vandaar het positieve resultaat in 2020. Dit bedrag wordt gereserveerd en in rustiger tijden aan deze onderwerpen besteed. De continuïteit is te allen tijde geborgd aanzien de VRF een gemeenschappelijke regeling is.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Ellen van Selm
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Grou
Deelnemende partijen De Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de belangen van de 18 deelnemende Friese gemeenten, de provincie en het waterschap bij de uitvoering van taken en bevoegdheden op het gebied van het milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten.
Zeggenschap Het aantal stemmen is afhankelijk van de financiële bijdragen van de deelnemers en wordt jaarlijks vastgesteld. Opsterland heeft op dit moment 1 stem van de 75 (1,33%).
Financieel belang Bijdrage 2021 € 321.000
Bijdrage 2022 € 329.000
Eigen vermogen 1-1-2020 € 1.364.718
31-12-2020 € 1.626.448
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 4.791.599
31-12-2020 € 5.572.137
Financieel resultaat 2020 € 325.320
Risico's Er is een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen De FUMO bereidt zich voor op de Omgevingswet die medio 2022 ingevoerd zal worden. Ze maakt zich zorgen over de voortgang van de voorbereidingen op de inwerkingtreding en heeft dit onder de aandacht van de deelnemers gebracht, ze wordt al wel regelmatig betrokken bij regionale en lokale voorbereidingen en verkenningen.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Sociale werkvoorziening Fryslân
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf,Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Bestuurlijk belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. De uitvoering van de Wsw is opgedragen aan Caparis NV. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Zeggenschap 12,50%
Financieel belang Bijdrage 2021 opgenomen bij Caparis NV
Bijdrage 2022 opgenomen bij Caparis NV
Eigen vermogen 1-1-2020 € 458.000
31-12-2020 € 0
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 5.161.000
31-12-2020 € 7.172.000
Financieel resultaat 2020 € 0
Risico's Gemeenten ontvangen van het Rijk een bijdrage in de kosten van de sociale werkvoorziening. Deze bijdrage is m.i.v. 2015 jaarlijks verder door het Rijk naar beneden bijgesteld. Omdat de rijksbijdrage op dit moment al onvoldoende is om de werkelijke kosten (loonkosten) te dekken, zal het tekort de komende jaren verder toenemen. Dit zogenoemde “subsidietekort” moet door de gemeenten zelf worden gedragen. De GR treedt op als financier voor Caparis. Voor de leningen van de GR aan Caparis zijn door Caparis zekerheden gesteld in de vorm van hypotheek- en pandrecht. Het risico voor de GR bestaat daarin, dat Caparis in staat moet zijn om aan de vereiste aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen en dat bij ingebrekestelling de waarde van de verkregen zekerheden niet toereikend is voor het aflossen van de financiering. Wel blijven we aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd; er is geen sprake meer van de uitvoering van de WSW. De GR SW Fryslân is gewijzigd in een bedrijfsvoeringsregeling (alleen nog formele werkgeversrol voor Sw-medewerkers). Dit betekent dat de gemeenten een directe relatie krijgen met uitvoeringsorganisatie Caparis en daar geen GR meer tussen zit. Hiermee kan Opsterland als een van de eigenaren directer sturing geven.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Libbe de Vries
Recreatieschap De Marrekrite
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Friesland met als doel een uniforme, toeristische recreatieve infrastructuur op water en land te bewerkstelligen. Voor waterrecreatie betreft dit onderhoud en beheer van aanlegvoorzieningen, boeien en bakens, het baggeren van waterwegen en de afvoer van recreatieafval. Voor landrecreatie worden Toeristische Overstap Punten (TOP's) en het fiets-en wandelknooppuntennetwerk beheerd.
Zeggenschap 4,55%
Financieel belang Bijdrage 2021 € 27.960
Bijdrage 2022 € 29.029
Eigen vermogen 1-1-2020 € 4.739.877
31-12-2020 € 5.162.521
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 489.625
31-12-2020 € 885.657
Financieel resultaat 2020 € 422.644
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen De GR loopt geen risico voor de continuïteit vanwege de aard van de werkzaamheden en de betrouwbaarheid van de deelnemers in de GR. Lange termijnprognose voor Marrekrite is uitstekend. Sterk dalende onderhoudskosten door gebruik van duurzame materialen.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Friesland
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen 17 Friese gemeenten
Bestuurlijk belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. In de praktijk betekent dit geven van welstandsadviezen over bouwplannen, het adviseren over algemene welstandsvraagstukken en het voorzien in de advisering over de toepassing van de Monumentenwet en de Monumentenverordening.
Zeggenschap 3,85%
Financieel belang Voor de dienstverlening door Hûs en Hiem is de gemeente een vergoeding verschuldigd die via de gemeentelijke leges wordt doorberekend aan de vergunning aanvragers. Er is dus geen vaste gemeentelijke bijdrage.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 333.895
31-12-2020 € 350.189
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 82.454
31-12-2020 € 80.906
Financieel resultaat 2020 € 8.294
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Ontwikkelingen Naar verwachting wordt de Omgevingswet medio 2022 van kracht. Hûs en Hiem heeft de verwachting dat de Friese gemeenten ook na de stelselherziening , verzekerd zullen willen zijn van onafhankelijk, deskundig advies inzake de ruimtelijke aspecten van omgevingskwaliteit. Elke gemeente dient vanaf 2022 te beschikken over een gemeentelijke adviescommissie, die tenminste over de Rijksmonumenten adviseert, maar die ook met andere adviestaken kan worden belast. Gemeentelijke beleidsregels inzake het uiterlijk van bouwwerken (veelal vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota) vormen vanaf 1 januari 2022 onderdeel van de zogenaamde ‘bruidsschat’ in het Omgevingsplan van de gemeente en blijven onverkort van toepassing. Het Rijk biedt de gemeenten een overgangsperiode van 10 jaar om het Omgevingsplan aan te passen.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Anko Postma
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 4.726.730
31-12-2020 € 5.536.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 7.081.601
31-12-2020 € 4.326.736
Financieel resultaat 2020 € 809.270
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd (in dit geval tot 2040) van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. Al gerealiseerde winsten worden binnen de exploitatie gehouden ter dekking van eventuele risico’s. De gemeente Smallingerland heeft in de jaren 2012-2013 2,6 miljoen bijgestort als gevolg van een voorzienbaar tekort. Daarmee gaan we er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een minimaal kostendekkende exploitatie.
Ontwikkelingen Het COVID-19 (Corona) virus heeft geen financiële gevolgen voor de jaarrekening 2020, maar mogelijk wel voor veel van de beleidsterreinen van begroting 2021 en wellicht voor de jaren erna. Hoe groot de financiële impact zal zijn is nu onmogelijk te bepalen. De risico's en die van de partners worden voortdurend gemonitord. De organisatie loopt geen risico voor de continuïteit. De liquiditeitspositie wordt goed bewaakt en er worden zo nodig maatregelen genomen om de taken gedurende deze crisis zo goed mogelijk te blijven uitvoeren.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Anko Postma
Caparis NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Drachten
Deelnemende partijen Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang Bij Caparis NV kunnen onder andere mensen die in aanmerking komen voor een WSW-dienstverband te werk gesteld worden. Voor een deel van de WSW-ers is het niet haalbaar om bij een private of publieke organisatie te werken. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage 2021 € 3.476.743
Bijdrage 2022 € 3.338.419
Bijdrage 2020 € 3.463.626
Eigen vermogen 1-1-2020 € 6.694.000
31-12-2020 € 8.496.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 17.368.000
31-12-2020 € 26.850.000
Financieel resultaat 2020 € 1.803.000
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis vormt zich om van SW-bedrijf naar Talentbedrijf. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap.De vakbonden steken bij cao-onderhandelingen voor 2021 in op 3 jaar eerder met pensioen kunnen voor Sw-ers. Dit zou kunnen leiden tot een versnelling in de afbouw van de Sw.
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin: NV Afvalsturing Fryslân (AF) en NV Fryslân Miljeu (FM)
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Leeuwarden
Deelnemende partijen De Friese gemeenten en diverse andere gemeenten
Bestuurlijk belang Omrin :NV Afvalsturing (afvalverwerking) en NV Fryslân Miljeu (inzameling) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser, op de meest duurzame wijze, de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 120 aandelen in de NV Afvalsturing (4,00 %) en 11.381 in de NV Fryslân Miljeu (8,10%).
AF en FM
Financieel belang Bijdrage 2021 (begroot) € 2.642.900
Bijdrage 2020 (realisatie) € 2.920.439
NV Afvalsturing Fryslân NV Fryslân Miljeu
Eigen vermogen 1-1-2020 € 57.000.000 € 8.286.000
31-12-2020 € 61.055.000 € 9.426.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 142.008.000 € 17.289.000
31-12-2020 € 132.770.000 € 20.976.000
Financieel resultaat 2020 € 5.176.000 € 1.348.000
Risico's De technische beschikbaarheid van de kapitaalintensieve installaties, de beschikbaarheid van afval en de ontwikkelingen op de energiemarkt. De contracten voor de levering van afval hebben in de meeste gevallen een meerjarig karakter. De ontwikkelingen op de energiemarkt worden gevolgd en zijn er zowel contractueel als door middel van subsidies maatregelen getroffen om de risico’s van onverwachte fluctuaties te voorkomen. De belangrijkste risico’s zijn beheersbaar en zijn in lijn met het gewenste risicoprofiel van de onderneming. Op basis van het positieve resultaat over 2020 en de huidige financiële positie is het risico dat niet aan verplichtingen kan worden voldaan zeer beperkt.
Ontwikkelingen Inzetten op het maximaal terugwinnen van grondstoffen en duurzame energie uit afval: door innovatie, door verbetering van voor- en nascheiding en door het aangaan van nieuwe samenwerkingen. Gaan voor circulaire bedrijfsvoering: volledig duurzaam transport, meer biodiversiteit op onze bedrijfslocaties en circulaire inkoop. Kennispartner voor het realiseren van de VANG-doelstellingen. Gemeenten vertalen de VANG-ambities in hun gemeentelijk afval- of grondstoffenbeleidsplan. In deze plannen wordt, naast de kwantitatieve streefgetallen (tenminste 75% scheiding van het huishoudelijk afval en maximaal 100 kilogram huishoudelijk restafval per inwoner per jaar in 2020, met als landelijke stip aan de horizon maximaal 30 kilogram in 2025), steeds meer nadruk gelegd op de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde deelstromen.
Programma 2 Verkeer en vervoer; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
BNG Bank NV
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Vestigingsplaats Den Haag
Deelnemende partijen De Staat, gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap
Bestuurlijk belang BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 66.651 aandelen (0,12 %).
Financieel belang De gemeente ontvangt jaarlijks dividend. Over 2020 was dit € 120.638
Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 4.887.000.000
31-12-2020 € 5.097.000.000
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 144.802.000.000
31-12-2020 € 155.262.000.000
Financieel resultaat 2020 € 221.000.000
Risico's De BNG is een solide bank in handen van overheden met een beperkt statutair werkterrein. Dit biedt financiers vertrouwen. De bank heeft een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen. De bank heeft een gezonde financiële positie. Bij een faillissement valt het geplaatst/gestort aandelenkapitaal van € 151.225 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.
Ontwikkelingen De lage langetermijnrente veroorzaakt bij de BNG druk op het renteresultaat. Doel is om CO2-emmissies van de kredietportefeuille te verlagen, de positie van marktleider in de publieke sector te handhaven en de risicocultuur binnen de organisatie te versterken.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Geen.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 1.589.543
31-12-2020 € 1.569.398
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 455.015
31-12-2020 € 19.533
Financieel resultaat 2020 -/- € 20.148
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 1. Het risico is nihil.
Ontwikkelingen Het voornemen is om de vennootschap te ontbinden.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
CSV Amsterdam BV
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Vestigingsplaats Den Bosch
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Deze BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in de BV (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Eigen vermogen 1-1-2020 € 451.905
31-12-2020 € 392.583
Vreemd vermogen 1-1-2020 € 83.583
31-12-2020 € 27.162
Financieel resultaat 2020 € 172.219
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 5. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Ontwikkelingen
CSV Amsterdam BV; In de algemene Vergadering van Aandeelhouders van 9 april 2020 is ingestemd met het bereikte compromis over de beëindiging van een geschil over vier betwiste claims en een belastingteruggave. Eveneens heeft de AVA ingestemd het uitkeren van de bedragen genoemd in de vaststellingsovereenkomst (onder inhouding van € 150.000 voor aanvulling werkkapitaal) aan de aandeelhouders na rato van het aandelenbelang in CSV. De vennootschap zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. Op het moment is de vennootschap in afwachting van de reactie van de Belastingdienst op het bezwaar. Afhankelijk van de reactie van de Belastingdienst en de kans van slagen van een gerechtelijke procedure zal in overleg met Aandeelhouderscommissie de procedure al dan niet worden voortgezet. Na afwikkeling van deze bezwaar- en/of beroepsprocedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure zal de vennootschap kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Uitgangspunten

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota grondbeleid. Het grondbeleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, wonen en gronden (o.a. woningbouw en zonneparken). In de begroting zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen. Doordat (bouw-)grond een grote (boek-)waarde vertegenwoordigt, heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (hoogte van eigen vermogen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

In de nota grondbeleid is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in deze paragraaf grondbeleid van de begroting. Evenals in voorgaande jaren zal in 2022 een terughoudend en voorzichtig actief grondbeleid worden gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond. Gorredijk Loevestein fase 4 oost is vanaf 2020 in exploitatie genomen. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden zal de gemeente faciliterend en ondersteunend optreden. In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven valt onder de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf.

In financieel opzicht wordt een voorzichtige koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • exploitaties worden financieel behoudend opgezet. Bouwrijp maken gebeurt pas op het moment dat er voldoende zekerheid is over de grondverkopen;
  • winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV);
  • de buffer van de algemene reserve geeft dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017)
Nota grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondbedrijf

1. Economische situatie en meerjarenperspectief

In 2022 en de daaropvolgende jaren zal de prognose van het financiële resultaat zich stabiliseren ten opzichte van de prognose in de begroting van 2021. Door de aantrekkende woningmarkt is er een toename van de vraag naar (koop-)woningen. Zowel in de begroting van 2022 als in het meerjarenperspectief 2023-2025 zijn de verkopen behoedzaam geraamd.

2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er zijn, verspreid over de verschillende dorpen, tien bouwgrondcomplexen in exploitatie bestaande uit woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). De boekwaarde was per 31 december 2020 circa € 0,5 miljoen inclusief de gevormde voorziening voor het complex Gorredijk industrie (€ 0,7 miljoen).

Prognose van het meerjarige resultaat

Het verwachte nog te realiseren resultaat voor de BIE is € 0,8 miljoen (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:

Verwachte exploitatieresultaten (x € mln)
In het begrotingsjaar 2022 0,8
In de jaren 2023 t/m 2025 0,5
In de jaren ná 2025 - 0,5 *)
Totaal 0,8
*)  Het verwachte verlies wordt veroorzaakt door het complex Gorredijk Industrie en is afgedekt door een voorziening.

3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

Het begrote nog te realiseren resultaat vanaf 2022 voor de BIE is € 0,6 miljoen lager dan in de begroting 2021. In 2021 was sprake van een grote begrote winstneming door hoge verkopen. Dit heeft als gevolg dat in 2022 een lager begrote winstneming ontstaat doordat de verkopen eerder zijn behaald. (- € 0,8 miljoen). 

Door het in 2020 in exploitatie nemen van Gorredijk - Loevestein fase 4 oost neemt het totale verwachte resultaat toe (+ € 0,2 miljoen). 

Het begrote saldo op de bouwgrondexploitatie is in het jaar 2022 € 427.000,-  lager dan begroot in 2021, zie Programma 8 Bouwen, wonen en gronden (resultaat programma). Dit lagere resultaat (tussentijdse winstneming) is een gevolg van de lagere verwachte grondopbrengsten (- € 665.000,-), lagere kosten bouw- en woonrijp maken (- € 196.000,-) en lagere overige kosten (- € 42.000,-) in 2022 door de verwachte hogere verkopen in 2021.

4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan;
  • verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag;
  • het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen;
  • milieurisico’s;
  • planschadeclaims;
  • hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen;
  • archeologische risico’s;
  • onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd. 

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

5. Nog te realiseren resultaten bouwgrond in exploitatie

Medio juli 2021 zijn nog 78 gemeentelijke kavels voor woningbouw te koop in lopende bouwgrond exploitaties (BIE), waarvan (maximaal) 13 kavels in Gorredijk-Loevestein fase 4 west, 49 kavels in Gorredijk-Loevestein fase 4 oost en 9 kavels in Ureterp-Hege Kamp. Er is op dat moment nog 41.611 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 11.000 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een geurcirkel (milieucirkel) van een boerderij ligt. Hierdoor is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Ten westen van dit gebied loopt een dorpsinitiatief voor woningbouw. Daar heeft de geurcirkel geen betrekking op.

Op de bedrijventerreinen Overtoom en Tolbaas in Gorredijk zijn medio juli 2021 nog 5 kavels (15.282 m2) respectievelijk 10 kavels (23.261 m2) te koop. Enkele kavels zijn gereserveerd of onder optie.

x € 1.000
Nog te realiseren resultaten onderhanden complexen
Verwacht resultaat 2022 Verwacht resultaat ná 2022 Totaal nog te realiseren resultaat Looptijd
Woningbouwlocaties:
Frieschepalen  - De Skâns 14 1 15 2022
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 21 38 59 2023
Gorredijk - Loevestein fase 4 - oost 5 254 259 2028
Hemrik - Fabryksleane 11 1 12 2021
Lippenhuizen - De Wiken 6 - 6 2021
Terwispel - Kolderveen -4 7 3 2021
Tijnje - Riperwâlden - - - afgesloten in 2020
Ureterp - Noord 226 123 349 2023
Ureterp - De Hege Kamp 475 211 686 2023
Wijnjewoude - Zuidwest 27 2 29 2021
Totaal woningbouwlocaties 781 637 1.418
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie - - 650 *) -650 2027
Totaal bedrijventerreinen - -650 -650
Totaal nog te realiseren resultaat 781 -13 768
*)  Het verwachte verlies wordt veroorzaakt door het complex Gorredijk Industrie en is afgedekt door een voorziening. Het verwachte verlies is al jaren stabiel en is ontstaan in de door achterblijven verkopen en doorlopende kosten.

Projecten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Binnen de gemeente Opsterland worden regelmatig projecten opgestart. In sommige gevallen zijn het initiatieven van burgers uit de gemeente waar de gemeente een toetsende en faciliterende rol heeft en in andere gevallen zijn het projecten die worden opgestart door de gemeente. De projecten komen ook naar voren in de programma's. De volgende projecten zijn de belangrijkste projecten waaraan in 2022 wordt gewerkt.

MFA de Tynje

Terug naar navigatie - MFA de Tynje

In de MFA De Tynje worden verschillende (basis)voorzieningen gecombineerd, waaronder onderwijs, ontmoeting en sport. Het dorp wil door het integreren en combineren van functies en ruimten in het gebouw én door het uitvoeren van zelfwerkzaamheid de gymnastiekvoorziening voor het dorp behouden. Het dorp werkt de plannen in samenwerking met stichting Comprix uit en stemt dit met de omgeving en met de gemeente af.

De projectpartners hebben de bedoeling om medio 2022 het ontwerp van het MFA aan de gemeente voor te leggen. Wij leggen deze plannen voor en dan wordt gevraagd om ons deel van het benodigde uitvoeringskrediet voor de daadwerkelijke bouw vrij te geven.

Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Terug naar navigatie - Kindcentrum De Finne - Beetsterzwaag

Voor het gebouw kindcentrum (KC) De Finne is gebleken dat voor VV De Sweach de goedkoopste vorm van nieuwbouw is om onder één dak te gaan met het kindcentrum. Stichting Comprix, vv De Sweach en de gemeente zijn tot een dekkingsplan gekomen. De nu ingeschatte investerings- en exploitatiekosten zijn opgenomen in de begroting. Het kindcentrum wordt in samenwerking met de Stichting Comprix, VV de Sweach en de gemeente als project opgepakt. Na oplevering van een uitvoerbaar bouwplan, vragen wij bij u het uitvoeringskrediet aan.

Zonnepanelen de Wier

Terug naar navigatie - Zonnepanelen de Wier

Op de Wier in Ureterp komen ongeveer 630 zonnepanelen. Dit is onderdeel van het contract voor het drijvende zonnepark op de Lippe Gabrielplas bij Ureterp. Dat zonnepark is bij Groen Leven (GL) in ontwerp en bijna in uitvoering. GL maakt voor de Wier het ontwerp, doet de uitvoering en de betaling. 

De opbrengsten zijn voor De Wier en het dorp Ureterp. Het gemeentelijke project zorgt voor de inpassing van de panelen incl. de afstemming met GL, De Wier, dorp en de verdeling van de opbrengsten. De gemeentelijk bijdrage is beperkt tot organisatie, vervroegde vervanging van dakbedekking en inschakelen van adviseurs.

Tiny houses Gorredijk

Terug naar navigatie - Tiny houses Gorredijk

Tiny houses in Gorredijk is een project van de initiatiefgroep tiny houses Gorredijk. Het plan wordt gestart als een pilot. De rol van de gemeente is gericht op het ondersteunen in het proces om tot de tiny houses te komen. Het plan dat nu in ontwikkeling is, gaat ervan uit dat Opsterland het beoogde terrein aan De Sinneblom in Gorredijk (circa vierduizend vierkante meter) in eerste instantie voor tien jaar reserveert voor het project. Uitgangspunt is dat een erfpachtovereenkomst wordt aangegaan met de initiatiefnemers voor het gebruik van de grond. Na vijf jaar evalueert de gemeente de pilot en kan een eventueel definitieve bestemming voor de grond worden vastgelegd. De verwachting is dat de kosten die gemaakt gaan worden zich toespitsen op het bouwrijp maken van de grond inclusief de aanleg van riolering en de inrichting van de openbare ruimte.

Herinrichting de Brink Bakkeveen

Terug naar navigatie - Herinrichting de Brink Bakkeveen

Door een bewonerswerkgroep en Plaatselijk Belang is in 2019 een schetsontwerp opgesteld voor de herinrichting van de Brink Bakkeveen. Door het samenvoegen van een rijksbijdrage Regiodeal van € 400.000,- met twee bestaande kredieten in Bakkeveen kan het mienskipsinitiatief dit jaar verder uitgewerkt worden en in 2022/2023 worden uitgevoerd.

De herinrichting van de Brink geeft het dorp een impuls. Het centrumgebied wordt verbeterd en aantrekkelijker voor de regio, recreatie en toerisme. We zetten in op behoud en versterking van de lokale economie en de toeristische en regionale aantrekkingskracht van het dorp. Het ontwerp sluit goed aan bij de herinrichting van de Mjûmsterwei die in het voorjaar van 2021 afgerond en opgeleverd is.

OWO samenwerking

Bestuursovereenkomst

Terug naar navigatie - Bestuursovereenkomst

De bestuursovereenkomst OWO-samenwerking van 2015 heeft per 1 juli 2017 de voltooiing van de bouw van de drie OWO-afdelingen bereikt. Na de bouwfase verkeren de OWO-afdelingen nu in de fase van continue verdere ontwikkeling en professionalisering en dat verloopt naar wens. Het OWO-jaarplan, dat is samengesteld uit de jaarplannen van de drie OWO-afdelingen, is de basis voor de onderlinge ambities, de bestaande afspraken en de financiële vereffening en verrekening tussen de drie gemeenten. Een uniek construct in Nederland. Nieuwe plannen of beleidsopgaven pakken de drie gemeenten, waar mogelijk, gezamenlijk op. Bij actuele of nieuwe (beleids)vraagstukken maken de OWO-gemeenten gebruik van elkaars kennis, kunde en/of capaciteit. Op deze manier lukt het de drie gemeenten om sneller en effectiever in te spelen op landelijke, provinciale of regionale opgaven. Een mooi voorbeeld hiervan is de invoering van de Omgevingswet.

OWO-visie

Terug naar navigatie - OWO-visie

Begin 2021 hebben de drie OWO-gemeenteraden de OWO-visie (“zelfstandig blijven door samenwerking”) zonder wijzigingen vastgesteld. De drie OWO-gemeenten werken samen en voegen weldoordacht bedrijfsonderdelen in één. Met daarbij het belang van de eigen zelfstandigheid voor ogen houdende. De OWO-visie: Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland, drie gemeenten die hun zelfstandigheid behouden door samenwerking!

Met het vaststellen van de OWO-visie is ook een aantal moties aangenomen waarin de raden samen met de colleges aan de slag gaan met de (toekomst van de) OWO-samenwerking. In een drietal bijeenkomsten is in 2021 een mooie stap gezet in de samenwerking en in de concretisering op een aantal thema’s.

Een groot aantal uitvoerende taken is ondergebracht bij drie afdelingen die gezamenlijk worden aangestuurd. Dit zijn de samengevoegde afdelingen Beheer en Registratie, Bedrijfsvoering en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. Elke gemeente is gastgemeente van één van deze afdelingen. De onderlinge afspraken zijn ongecompliceerd en helder. Verdere ontwikkeling in de taakvelden van deze afdelingen is een actueel thema. Dat is bijvoorbeeld goed te zien bij de verdere ICT-ontwikkelingen. De gemeenten hebben afgesproken dit gezamenlijk op te pakken omdat dit beter, goedkoper en efficiënter is dan dat zij dit in zelfstandigheid doen.

Naast de samengevoegde afdelingen vindt er ook samenwerking plaats op terreinen waar geen samenvoeging heeft plaatsgevonden. Terreinen waarbij het vanzelfsprekend is om gezamenlijk op te trekken of waarbij samenwerking leidt tot een krachtige positie op het regionale of provinciale speelveld. Maar ook om gebruik te maken van elkaars expertise of omdat het kostenefficiënter is om gezamenlijk door te ontwikkelen. Ook dat is de OWO-samenwerking.

De OWO-visie is een bevestiging van de huidige samenwerking en de uitgangspunten. Daarnaast bevat het een aantal prioriteiten en opgaven om de samengevoegde OWO-afdelingen verder te ontwikkelen en de samenwerking op (beleids)thema’s nog beter te benutten.

Op de volgende vier thema’s werken de drie OWO-gemeenten intensief samen omdat de opgaven groot en de gemeentegrenzen overstijgen, ze een integrale aanpak vergen en ze de mogelijkheid bieden om kennis en kunde die specifiek in de drie huizen aanwezig zijn te bundelen en te benutten. Deze vier thema’s zijn:

• Versterkt platteland
• Omgevingswet
• Duurzaamheid
• Recreatie en toerisme

OWO-afdelingen: het fundament van onze samenwerking

Terug naar navigatie - OWO-afdelingen: het fundament van onze samenwerking

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer een derde van de medewerkers.

Ook buiten onze gemeenten is de OWO-samenwerking een begrip. Een bijzonder en uniek samenwerkingsverband: samen waar het kan én met behoud van eigenheid. Onverminderd zetten de afdelingen zich in voor de vier K’s:

1. meer Kwaliteit
2. vergroten Kennis
3. vermindering Kwetsbaarheid
4. minder (meer) Kosten

De OWO-afdelingen dragen bij aan een toekomstbestendige, wendbare en betaalbare lokale overheid, dichtbij burgers, ondernemers en recreanten. We werken nauw samen met ruimte voor eigen identiteit van de individuele gemeenten (moederorganisaties).

Met het afronden van de bouwfase eind 2017, begin 2018 is een volgende fase van de OWO-samenwerking ingegaan. De OWO-samenwerking is uniek en er staat een hele mooie basis. Cliché of niet, maar ‘stilstand is achteruitgang’ ligt op de loer. Om dit niet te laten gebeuren is met het aanbreken van de nieuwe fase een dynamische lijst met prioriteiten opgesteld waarmee de OWO-samenwerking, gelet op alle ontwikkelingen buiten en binnen, de komende jaren aan de slag wil. Deze lijst heeft ook als één van de bouwstenen gediend voor de vastgestelde OWO-visie en is daarin dan ook integraal in opgenomen.

Deze prioriteiten zijn:

1. OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen
OWO 2.0 - zoektocht OWO-identiteit
2. Ambities en inrichting dienstverlening
3. Verdere voortgang inkoop- en aanbestedingsbeleid
4. Datagedreven werken
5. Slimmer verzekeren
6. Harmonisatie en verduidelijking APV
7. Actualiseren VTH-beleidsplan
8. Zorgvuldige invoering Omgevingswet
9. Informatiebeveiliging en privacy
10. Innoveren voor de toekomst

In het vervolg van deze OWO-paragraaf wordt vanuit de drie OWO-afdelingen ingegaan op de genoemde prioriteiten en de (bredere) ontwikkelingen voor 2022. De prioriteiten 1 (OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen en - zoektocht OWO-identiteit) en 2 (ambities en inrichting dienstverlening) zijn onderdeel van een continue ontwikkeling van de samenwerking én van de drie OWO-gemeenten. De in 2021 vastgestelde OWO-visie en de concretiseringsslag die in co-creatie met de OWO-raden gemaakt is geven inhoudelijk richting aan de herijking en de zoektocht, zeker op de thema’s waar de OWO-raden voor 2022 en verder op in wil zetten zoals de Omgevingswet, duurzaamheid en versterkt platteland. Dit zijn kaders waardoor ook de OWO-afdelingen weten waarop de focus ligt zodat duidelijk is hoe de ondersteuning daarop georganiseerd en ingericht moet worden. Dit maakt onderdeel uit van de continue ontwikkeling van de OWO-afdelingen in relatie tot de opgaven en ambities én ook in relatie tot de (organisatie)ontwikkelingen in de drie OWO-gemeentehuizen. Om klaar en fit te zijn voor de (nabije) toekomst en flexibel in te kunnen blijven spelen op alles wat op de gemeenten afkomt maakt innoveren (prioriteit 10) onderdeel uit van de continue ontwikkeling van de OWO-afdelingen.

Afdeling Beheer en Registratie (gemeente Ooststellingwerf)

Terug naar navigatie - Afdeling Beheer en Registratie (gemeente Ooststellingwerf)

Digitalisering
Een rode draad die bij beide teams (Backoffice Sociaal Domein en Belastingen & Vastgoedinformatie) te herkennen is, is de voortschrijdende digitalisering. Dan gaat het onder andere over nieuwe applicaties, koppelingen tussen basisregistraties en digitaal registreren. Daarnaast hebben ook de wijzigingen in wet- en regelgeving grote invloed en ook hierin speelt de digitalisering een prominente rol zoals bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de invoer van landelijke administratieprotocollen. Ook de aanbesteding ICT moet hierbij worden genoemd omdat hierbij ook rekening is gehouden met voortschrijdende digitalisering en dit is vastgelegd in de eisen en wensen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het maken van nieuwe koppelingen en het digitaliseren van handmatige werkzaamheden.

Aanbesteding ICT
Afhankelijk van de uitkomsten van de aanbesteding ICT bestaat de mogelijkheid dat zowel de drie afdelingen Sociaal Domein van de OWO-gemeenten als het team Belastingen & Vastgoedinformatie over gaan naar een nieuwe applicatie. De overgang naar een nieuwe applicatie vraagt de nodige voorbereiding en inzet tijdens de implementatie qua opleidingen, veranderingen in processen, gebruikershandleidingen, migratie van systemen en/of ingerichte beheerorganisatie.

Team Belastingen & Vastgoedinformatie (BVI)

Datagedreven werken (prioriteit 4)
In 2021 is gestart met het project Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. Tevens wordt onderzocht of aansluiting bij DataFryslân interessant kan zijn voor de gemeenten.

Invoering Omgevingswet
BVI neemt actief deel aan de werkgroep die de invoering van de Omgevingswet (prioriteit 8) begeleidt. BVI is met name betrokken bij het Digitaal Stelsel Omgevinswet DSO. De capaciteit die hiermee gemoeid is wordt opgevangen binnen de reguliere capaciteit.

WOZ-waarden op basis van oppervlakte
Met ingang van 2022 moeten de woningen getaxeerd worden (voor de WOZ) op basis van de oppervlakte in plaats van inhoud. Dit is een nieuwe wettelijk bepaling. In 2019 is gestart met de voorbereidingen en in 2022 vindt de eerste herwaardering plaats op basis van de oppervlakte. Het jaar 2021 was een testjaar en een jaar waarin de puntjes op de ‘I’ zijn gezet.

Backoffice Sociaal Domein
De backoffice beweegt, net zoals de Gebiedsteams van de drie gemeenten, mee met de ontwikkelingen binnen het Sociaal Domein die zijn weerslag hebben in de uitvoering. Denk hierbij aan digitalisering in de PGB-systematiek en het steeds verder landelijk standaardiseren van processen tussen gemeenten, zorgaanbieders en ondernemers in het kader van de loonkostensubsidie en zeker ook aan de wijze waarop het beschermd wonen binnen de Wmo is vormgegeven en de nieuwe Wet inburgering per 1 januari 2022. Bij dit type veranderingen is het belangrijk rekening te houden met eventueel benodigde formatie binnen de backoffice zoals dat ook met het Gebiedsteam gebeurt.

Afdeling Bedrijfsvoering (gemeente Weststellingwerf)

Terug naar navigatie - Afdeling Bedrijfsvoering (gemeente Weststellingwerf)

De afdeling Bedrijfsvoering levert advisering, ondersteuning en uitvoering van taken op het gebied van informatisering en automatisering, ICT-architectuur en -beveiliging, business intelligence, de documentaire informatievoorziening, de personeels- en salarisadministratie, inkoop en verzekeringen en de financiële administratie en ondersteuning bij de producten in de P&C-cyclus.

Het is een feit dat digitalisering en het gebruik van ICT-middelen niet meer weg te denken valt in het hedendaagse functioneren van onze gemeenten, onze interacties met inwoners en bedrijven en onze landelijke ketenpartners. Daarbij zijn de privacywetgeving voor de inrichting van onze processen en systemen belangrijk en de beveiligingsopgaven voor het voorkomen van misbruik en het gijzelen van onze bedrijfssystemen en bedrijfsgegevens groot. Dit schept dan ook verplichtingen voor onze technische inrichting, werkmethoden en investeren in kwaliteit van onze middelen (mens, machine en budgetten). Ook in het achterliggende jaar hebben in de landelijke media wederom de consequenties gezien en gehoord als zaken niet goed op orde zijn en wat daarvan dan de gevolgen zijn. Genoemd worden de datalekken bij onder andere de GGD, veiligheidsregio’s en het Openbaar Ministerie en de nasleep van de hack en gijzeling van systemen en informatie bij de gemeente Hof van Twente.

ICT en informatievoorziening kunnen niet meer als bijproduct worden gezien: ze moeten er zijn, ze moeten op orde zijn en ze moeten correct functioneren. Het dient daarmee strategisch als product en dienst het algemeen belang en maakt het dagelijks functioneren van de lokale overheid, onze gemeenten, mogelijk. Verdere ontwikkelen is nodig om te kunnen blijven voldoen aan de grote groei en vraag naar ICT-ondersteuning met als uitdaging daarbij ook de (informatie)veiligheid te waarborgen. De informatievoorziening en ICT-huishouding vereisen ook in 2022 extra middelen.

In de OWO-visie zijn in het hoofdstuk ‘Uitbouwen en door ontwikkelen’ de doelen van de OWO-samenwerking aan tien prioritieten gekoppeld. Prioriteit 3 ‘Inkoop en aanbesteding’ en prioriteit 5 ‘Slimmer verzekeren’ zijn sinds 2020 en 2021 al opgepakt en deze zijn grotendeels al uitgewerkt. Hierover is het goed nog te melden dat deze activiteiten net als veel andere werkzaamheden binnen de bestaande budgettaire kaders hebben plaatsgevonden.

Nieuwe ontwikkelingen
Onderstaand melden wij thema's waarvan wij voorzien dat zij in 2022 een rol gaan spelen maar waar vooralsnog geen financieel gevolg aan is gegeven in deze begroting. Op het moment dat er op deze thema’s meer bekend is op gevolgen, benodigde acties en financiële middelen wordt dit meegenomen in de eerstvolgende reguliere processtap van de P&C-cyclus. Het vraagt in deze lastige financiële budgettaire tijden durf en visie om proactief te sturen op digitale opgaves. Het gaat nu vooral om nieuwe (wettelijke) ontwikkelingen die in iedere gemeente in de normale exploitatie (bedrijfsvoering) spelen en ook geld kosten. Het in OWO-verband oppakken en uitvoeren betekent dat de kosten lager uitvallen dan wanneer een gemeente dit afzonderlijk vorm moet geven.

Wet open overheid (bekostiging via extra middelen Rijk)
Deze wet geeft regels over het actief openbaar en toegankelijkheid maken van overheidsinformatie en moet ervoor zorgen dat deze beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De algemene strekking is duidelijk: actiever, transparanter overheidsinformatie delen. Dit stelt eisen aan de kwaliteit van de informatiehuishouding, waaronder de archivering, de informatiesystemen, de werkprocessen en de digitale publicatiekanalen. Maar ook aan de kennis van medewerkers. Alle gemeenten zijn door het Rijk gecompenseerd voor de invoering van de Wet open overheid (Woo).

Informatisering, digitalisering en automatisering
In 2019 is onderzoek gedaan naar de inrichting van een voor de toekomst bestendige informatievoorziening in de OWO-samenwerking. Uit dit onderzoek is een aantal aandachtsgebieden naar voren gekomen. Binnen de financiële en personele mogelijkheden gaan we aan de slag om hier stappen in te zetten.

Archiefverplichtingen en werkvoorraad wegwerken DIV
Om de achterstanden en de werkvoorraad weg te werken en de archieven op orde te brengen was in 2021 en is in 2022 én 2023 nog extra inhuurcapaciteit nodig. Het gaat vooral om uitvoeringstaken bij DIV zoals scannen, registreren, archiveren, inventarissen overbrengen en het doen van kwaliteitscontroles. Archieven moeten op orde zijn zoals de Archiefwet voorschrijft. Als dit niet het geval is dan kan er sprake zijn van taakverwaarlozing. De huidige hybride situatie (zowel papier als digitaal archiveren) gekoppeld aan de verschillende werkwijzen in de drie OWO-gemeenten in combinatie met een lastige arbeidsmarkt in dit domein maakt deze opgave veelomvattend en lastig.

Belangrijkste speerpunten 2022 per aandachtsgebied van de OWO-afdeling Bedrijfsvoering

Informatisering en automatisering (I&A)
In 2022 zullen de veiligheid (prioriteit 9) en de beschikbaarheid van betrouwbare data en het blijven voldoen aan de wetgeving (AVG, BIG, BIO et cetera) belangrijke speerpunten zijn.

Afhankelijk van het verloop en de maatregelen rondom Corona zal het hybride werken in combinatie met mobiele werkplekken in de drie gemeenten (onder andere laptops) ook in 2022 vervolg krijgen. Wij zorgen ervoor dat middelen en voorzieningen in 2022 waar nodig of gewenst worden omgevormd of uitgebreid.

In 2021 is een groot deel van het bestaande applicatielandschap en de daarbij behorende voorzieningen integraal Europees aanbesteed. De projectvoering is in 2021 voorbereid waarbij met de diverse domeinen in de drie gemeenten het Pakket van Eisen (wensen en opties) is bepaald. Eind 2021 zal naar verwachting bekend zijn op welke manier en met welke leverancier(s) we in 2022 en daarna (fasering meerjarig) voor de toekomst gaan bouwen aan de continuering van onze informatievoorziening, gegevensbeheer, uitwisseling van gegevens en de functionele toepassingen.

Documentaire Informatievoorziening (DIV)
De Archiefwet heeft gevolgen door de verkorting van de termijnen voor overbrenging archiefbescheiden. Die gaat van twintig jaar nu (Archiefwet uit 1995) naar tien jaar straks. Die eis gaat hoe dan ook impact hebben. Gelet op het Interbestuurlijk Toezicht (IBT) vanuit de provincie (jaarverslagen die we opstellen, het OWO-verbeterplan en het binnenkort vast te stellen IBT-uitvoeringsplan) zijn er extra inspanningen nodig om te kunnen voldoen aan de wetgeving van nu en voor later. In het IBT-uitvoeringsplan kunnen we de huidige voorraad met bestaand personeel in maximaal vier jaar wegwerken. Door de provinciale toezichthouder is in het jaarverslag opgenomen dat een nieuwe functie van archivaris nodig is gegeven de schaalgrootte van de OWO-gemeenten. Het is een terugkerend punt uit de beoordelingen die de provincie maakt naar aanleiding van onze jaarlijkse IBT-jaarverslagen voor het archief- en informatievoorzieningsdomein.

De nazorg van de invoering van het zaakgericht werken in OWO-verband vraagt aandacht. Zaakgericht werken biedt centraal inzicht in alle lopende zaken en ondersteunt volledige digitale dossiervorming.

Vanuit de Archiefwet en de provincie als toezichthouder liggen grote opgaven om te voldoen aan de inrichting en het actueel zijn van de informatievoorziening en archiefvorming. Hiervoor zijn aanvullende middelen ingezet. Dit proces duurt nog zeker tot 2023, net als de extra inzet van personeel om de grote hoeveelheden archief correct te verwerken en vindbaar te houden.

Binnen het ruimtelijk domein speelt de naderende invoering van de Omgevingswet (prioriteit 8) een grote rol. Daarbij staat een goede informatievoorziening voor zowel de ambtenaar als de burger centraal. Dit betekent dat we moeten investeren in een goede kwaliteit van onze gegevens.

Inkoop (prioriteit 3)
Op het terrein van het inkoop- en aanbestedingsbeleid zal in 2022 het bestaande beleidskader worden gehanteerd en in toepassing worden gestimuleerd. Wij faciliteren, motiveren en sturen daarbij op onze beleidsdoelen: lokale en regionale inkoop daar waar dat kan. Het actieplan Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) wordt verder uitgerold waar het ambitiedocument circulaire economie Fryslân deel van uit maakt. Er zijn verschillende ICT-toepassingen die moeten worden aanbesteed waarvan de voorbereidende werkzaamheden OWO-breed worden opgepakt.

Financiële administratie
Het op tijd binnen de gestelde kaders betaalbaar stellen van facturen is een continu proces waarbij de norm is dat minimaal 95 procent van de onbetwiste facturen binnen dertig dagen betaald zijn. Het verwerken, muteren en verantwoorden van onze financiën in combinatie met het ontsluiten van deze informatie is in combinatie met onze ondersteuning voor de reguliere P&C-cyclus een prominente activiteit. In 2021 is de inrichting van het nieuwe financiële applicatie voor de OWO-gemeenten, na gunning aan een nieuwe leverancier, voorbereid en 2022 is het eerste jaar waarin met dit nieuwe pakket de P&C-cyclus en de financiële dienstverlening aan burgers en bedrijven wordt ondersteund.

Personeels- en salarisadministratie (PSA)
PSA faciliteert gebruikers met het softwarepakket e-HRM waarmee zij eenvoudig, overal en altijd hun zaken kunnen inzien of regelen, zoals de salarisspecificatie, declaraties, verlofregelingen en secundaire arbeidsvoorwaarden. Leidinggevenden krijgen (digitale) ondersteuning in het werken met digitale personeelsdossiers. Daarnaast ondersteunt PSA de (werving- en selectie)processen en overige vraagstukken van HRM.

Verzekeringen (prioriteit 5)
Voor burgers en bedrijven zetten wij het op tijd afhandelen van schadegevallen en schadeclaims voort. Tevens zorgen wij voor het actualiseren van onze verzekeringsportefeuille. Wij hebben in 2021 het OWO-verzekeringsbeleid uitgewerkt. Daarnaast bouwen wij verder aan intensieve afstemming met de diverse vakafdelingen waarbij de adviesfunctie richting de vak afdelingen verder proactief uitgebouwd zal gaan worden.

Afdeling Vergunningverlening Toezicht Handhaving (gemeente Opsterland)

Terug naar navigatie - Afdeling Vergunningverlening Toezicht Handhaving (gemeente Opsterland)

Het landschap waarin VTH zich bevindt, is volop in beweging. Vooral de komst van de Omgevingswet zorgt voor een ingrijpend veranderingsproces.

Beleidsplan Vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving (prioriteit 7)
Voor de periode 2020-2024 is een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. Het beleidsplan geeft richting aan de prioriteiten voor de OWO-afdeling VTH: een verschuiving van minder periodieke milieucontroles (onder andere veroorzaakt door verschuiving van deze taken naar de FUMO) naar meer tijd voor natuur, landschap en groen en meer aandacht voor de openbare ruimte. Daarnaast zijn energietransitie en ondermijning belangrijke aandachtspunten. De afdeling werkt aan accentverschuivingen in taken en competenties om de beleidsdoelen te kunnen realiseren. Mede ingegeven door een recent rekenkameronderzoek rond het proces van vergunningverlening is monitoring van resultaten nadrukkelijk in de uitvoeringsorganisatie opgenomen.

Omgevingswet (prioriteit 8)
De Omgevingswet treedt, na wederom uitstel op 1 juli 2022 in werking. Dit betekent niet dat op deze datum alle doelen uit deze wet gerealiseerd moeten zijn. Voor een aantal minimale eisen geldt dat wel, de verdere implementatie loopt tot 2028. De drie OWO-gemeenten en de OWO-afdelingen trekken nauw samen op om op tijd klaar te zijn. Grote klussen zijn er op het gebied van automatisering, het inrichten van werkprocessen en het opleiden van medewerkers. Ook de afstemming met de ketenpartners is van groot belang, vooral met de FUMO. De Omgevingswet heeft ook gevolgen voor de legesopbrengsten: meer vergunningsvrij bouwen leidt tot minder legesinkomsten. Tegelijkertijd treedt de Wet kwaliteitsborging bouwen in werking. Ook deze wet heeft flinke gevolgen voor de te berekenen leges voor Omgevingsvergunningen. Zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging bouwen zorgen voor verschuiving van taken. Het is momenteel nog volstrekt onduidelijk wat de omvang van deze verschuiving is en de gevolgen voor de omvang van de formatie van OWO-VTH.

Harmonisatie APV (prioriteit 6)
In het najaar van 2021 is een herziene versie van de APV aan de drie OWO-gemeenteraden aangeboden. Deze is OWO-breed afgestemd en leidt tot meer geharmoniseerde regelgeving binnen de drie OWO-gemeenten. De komst van de Omgevingswet is de volgende aanjager en verwacht wordt dat in 2022 een volgende stap gezet wordt in verdere afstemming van APV regelgeving in OWO-verband.