Programma 3 | Economie

Programma 3 | Economie

Terug naar navigatie - Programma 3 | Economie

Doelstelling

Opsterland heeft een gezonde lokale economie.

Introductie op het programma en relevante trends en ontwikkelingen

Ondernemingsklimaat en welvaart

Opsterland heeft een goed economisch en ondernemingsklimaat. Er is ruimte voor kwaliteit, innovatie, duurzaamheid en circulariteit. De lokale economie heeft diverse pijlers. Daarbij valt te denken aan: het MKB, de industrie, detailhandel, horeca, de agrarische sector en werkgevers op het gebied van welzijn & zorg en recreatie & toerisme. Al deze werkgevers zorgen voor werkgelegenheid en voor bestedingen in onze gemeente. Daarmee dragen ze bij aan onze brede welvaart en leefbaarheid.

Duurzaamheid en groei
Met ons economisch beleid werken we aan een duurzame en evenwichtige groei van de Opsterlandse economie. Dat is van belang voor het behoud van de bestaande werkgelegenheid. We geven tegelijk ruimte aan nieuwe werkgelegenheid.

Samen ontwikkelen
De lokale economie is steeds in beweging. Daar spelen we tijdig op in. We doen dat samen met de ondernemers in de gemeente. Waar we dat kunnen, bieden we informatie, advies en ondersteuning. In het overleg met de ondernemersverenigingen is de toekomstbestendigheid en duurzaamheid van bedrijventerreinen een vast agendapunt. Ook de transformatie van bedrijventerreinen is iets wat we alleen maar samen met de werkgevers kunnen realiseren.

Regionaal
De drie noordelijke provincies hebben eerder al onder de noemer 'Deltaplan voor het Noorden' input geleverd aan de Rijksoverheid. Samen met een positief adviesrapport over de Lelylijn, is Zuidoost Fryslân daarmee op de noordelijke en landelijke agenda gekomen. De ruimtelijke en economische potentie van de regio langs de A7-as is nadrukkelijk naar voren gebracht. Ook de regionale samenwerking van de Regio Deal Zuidoost Friesland speelt daarin een rol. We haken aan bij deze (boven)regionale ontwikkelingen, waar ze bijdragen aan de door onze gemeente gewenste economische ontwikkeling.

Thema Ondernemen en werkgelegenheid

Thema Grondexploitatie - bedrijventerreinen

Thema Grondexploitatie - bedrijventerreinen

Terug naar navigatie - Thema Grondexploitatie - bedrijventerreinen

Een belangrijke pijler onder het economisch beleid is de beschikbaarheid van voldoende bedrijventerreinen. De provincie heeft enige tijd geleden geanalyseerd welke behoefte er aan zulke terreinen is en welke mogelijkheden er zijn in de regio Zuidoost Fryslân voor uitbreiding van bedrijventerreinen tot 2030. De provincie geeft beleidsmatig en planologisch ruimte. De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid.

De ontwikkelingen op dit gebied concentreren zich in onze gemeente in de kernen Gorredijk en (in mindere mate) Wijnjewoude. Daarnaast is er het bedrijventerrein Drachten-Azeven. Dat terrein is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten. Het valt daarom buiten het kader van de paragraaf Grondbeleid.

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

   

Opsterland Nederland
 Beleidsindicatoren Eenheid 2020 2021 2022 2020 2021 2022
Functiemenging % 47,3% 47,9% 47,5% 53,2% 53,3% 0,5
Vestigingen (van bedrijven) Aantal per 1.000 inwoners (tussen 15 t/m 64 jaar) 160,7 167,2 175,2 158,4 165,1 174,1
De functievermengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.
* voor deze periode zijn (nog) geen cijfers bekend (gemaakt).
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl - Bron geraadpleegd op 7 september 2023

Wat mag het kosten

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten

Mutaties in de reserves worden verwerkt in programma 0 maar niet alle reserves hebben betrekking op programma 0. Om een juiste financiële analyse per programma te kunnen maken zijn in onderstaande tabel de mutaties van programma 3 reserves meegenomen.

x € 1.000
Exploitatie Realisatie 2022 Begroting 2023 (incl wijzigingen) Begroting 2024 MJB 2025 MJB 2026 MJB 2027
Lasten 1.715 981 829 794 514 500
Baten 1.316 778 495 523 -22 241
Saldo voor bestemming -399 -203 -334 -271 -536 -259
Mutaties reserves
Lasten 225 155 220 220 220 220
Baten 35 - - - - -
Saldo na bestemming -590 -358 -554 -491 -756 -479
Specificatie per taakveld
x € 1.000
Specificatie Begroting 2023 Begroting 2024 Mutatie begroting 2023/2024
Saldo per taakveld
3.1 Economische ontwikkeling -98 -228 -130
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur -155 -158 -3
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen -33 -121 -88
3.4 Economische promotie 83 173 90
Saldo voor bestemming -203 -334 -131
Stortingen reserves
Recreatie en toerisme -155 -220 -65
Totaal stortingen reserves -155 -220 -65
Onttrekkingen reserves
Totaal onttrekkingen reserves - - -
Saldo na bestemming -358 -554 -196

Toelichting op de financiën

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiën

Het saldo op dit programma is in 2024 € 196.000 nadeliger dan in 2023 

Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling geeft in 2024 een nadeel van € 130.000 ten opzichte van 2023

De toerekening van de directe personeelslasten geeft een nadeel van € 87.000.  Het ontwikkelen van een visie bedrijventerreinen in 2024 geeft een nadeel van € 50.000 (perspectiefbrief 2023). De overige budgetten binnen dit taakveld geven een voordeel € 7.000. 

Taakveld 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur geeft in 2024 een nadeel van € 3.000 ten opzichte van 2023

In de paragraaf Grondbeleid wordt dit taakveld toegelicht.

Taakveld 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen geeft in 2024 een nadeel van € 88.000 ten opzichte van 2023

De toerekening van de directe personeelslasten geeft een nadeel van € 88.000.

Taakveld 3.4 Economische promotie geeft in 2024 een voordeel van € 90.000 ten opzichte van 2023

In 2024 zijn de inkomsten van de toeristenbelasting geactualiseerd. De totale inkomsten voor 2024 zijn begroot op € 220.000, dit geeft een voordeel van € 42.000 ten opzichte van 2023.

Het budget voor recreatie en toerisme van € 22.000 is in 2024 verschoven van programma 3 naar programma 5. Deze lagere kosten geven in dit taakveld een voordeel van € 22.000. Beide voordelen zijn verwerkt in een hogere storting in de reserve Recreatie en toerisme (€ 65.000).

De toerekening van de directe personeelslasten geeft een voordeel van € 27.000. De overige verschillen geven een nadeel van € 1.000.

De mutatie in de reserve wordt toegelicht in taakveld 3.4