Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

Terug naar navigatie - Programma 0 | Bestuur en ondersteuning

Coalitieakkoord

Deze bestuursperiode is het coalitieakkoord van Opsterlands Belang, de FNP, de PvdA en de ChristenUnie leidend. Tegelijk passen we beleid en uitvoering aan, als nieuwe omstandigheden daarom vragen.

Samen met de samenleving

Als gemeentelijke overheid staan we dicht bij de samenleving. Dat blijkt op verschillende manieren. We betrekken inwoners, instellingen en bedrijven bij onze plannen. We zijn duidelijk over hun rol. We laten zien welke stappen we zetten en welk resultaat we willen bereiken. Onze communicatie is duidelijk. Daarbij houden we rekening met al onze inwoners. Daarom gebruiken we digitale middelen én is er de mogelijkheid van persoonlijk contact. 

Gemeenteraad

De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de kaders, voor de budgetten en voor de controle op de uitvoering. Daarom betrekken B&W de gemeenteraad aan het begin van de belangrijke processen.

Zelfstandige gemeente - samenwerken

We zijn als Opsterland een zelfstandige gemeente in Zuidoost-Fryslân en dat willen we blijven. Tegelijk hebben we anderen nodig om onze doelen te halen. Vooral omdat de opgaven voor gemeenten groter en ingewikkelder worden. Daarom werken we samen met Ooststellingwerf en Weststellingwerf in OWO-verband. Ook met andere gemeenten, zoals Heerenveen en Smallingerland, werken we samen. Wij zijn lid van de P10, een samenwerkingsverband van meer dan 30 grote plattelandsgemeenten. We brengen onze belangen onder de aandacht van de landelijke en Europese politiek. Dit doen wij bijvoorbeeld via de VNG en de VFG.

Organisatie

We hebben een professionele organisatie, die aansluit op de koers die de gemeenteraad en B&W bepalen. De organisatie past haar manier van werken aan op de netwerksamenleving. De organisatie is een lerende organisatie. Een professionele organisatie vraagt om goed werkgeverschap en werknemerschap. De organisatie doet haar werk met voldoende kwaliteit en voldoende menskracht.

 

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Coalitieakkoord Opsterland 2022-2026 - Mei-inoar foarút
Romte en ferskaat 2013
Bestuursovereenkomst OWO-samenwerking (2015)
Standpuntbepaling voortgang OWO-samenwerking (2016)
OWO-visie (2021)

Reguliere werkzaamheden

Terug naar navigatie - Reguliere werkzaamheden
  • Interne advisering en ondersteuning bedrijfsvoering (communicatie, HR, financiën, control, inkoop, ICT)
  • Behandelen juridische procedures (bezwaar, beroep)
  • Verstrekken van documenten (rijbewijs, paspoort en uittreksels)
  • Vastleggen van levensloop bepalende momenten (geboorte, huwelijk, partnerschap, overlijden en verhuizingen)
  • Het te woord staan van burgers, ondernemers en andere partijen die informatie over en van de gemeente zoeken.

Thema Bestuur

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Thema Dienstverlening en Organisatie

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

De formatie neemt in 2024 met 2 fte toe. Deze toename is de formatie die in de perspectiefbrief 2023 is toegekend voor de uitvoering van de gemeentelijke taken voor 2024 e.v. In de perspectiefbrief 2023 is deze formatie-uitbreiding verder toegelicht.

Waar formatie staat voor de maximale omvang van de organisatie staat de bezetting voor de feitelijke omvang van de organisatie. Voor de begroting 2024 is het gepresenteerde cijfer een prognose. Die is gebaseerd op de bezetting op 1 januari 2023 opgehoogd met de toename van de formatie met 2 fte. Dit is gedaan met de aanname dat het wel de bedoeling is dat formatie ook wordt ingevuld. Naar verwachting zal de bezetting wel lager uit gaan vallen omdat het aantal moeilijk in te vullen vacatures blijft stijgen

De stijging van de apparaatskosten komt vooral doordat OWO-kosten en de loonsom zijn toegenomen. De kosten voor de OWO-uitvoering zijn een aantal jaren constant gehouden. Echter ook daar geldt dat de (ICT) risico's toenemen en de bedrijfsvoering steeds afhankelijker wordt van deze diensten. In de perspectiefbrief 2023 was voor 2024 een bijstelling van ongeveer € 0,23 mln. geraamd.  De tweede oorzaak voor de stijging van de apparaatskosten zijn de loonkosten. Deze stijgen door twee oorzaken. De eerste is de indexatie van de loonkosten voor 2024. Voor de begroting is uitgegaan van 3,1% o.b.v. de macro economische verkenning maart 2023 van het CBS. De begrote loonkosten stijgen hierdoor met € 1,1 mln. Daarnaast stijgen de loonkosten met € 0,17 mln. door de uitbreiding van de formatie met 2 fte.

De externe inhuur wordt bepaald op basis van de werkelijke inhuur kosten. De externe inhuurkosten worden niet afzonderlijk begroot en daarom is deze indicator nog niet bekend voor 2023 en 2024.

Het percentage overhead daalt met 2,3%. In absolute zin is de omvang van de overhead niet afgenomen. De de uitvoeringskosten, inclusief de bijbehorende salarislasten, zijn wel toegenomen. Hierdoor is de totale omvang van de lasten gestegen waardoor de overhead naar verhouding dus een kleiner deel uitmaakt van de totale lasten.

Beleidsindicatoren Eenheid 2021 2022 2023 2024
Formatie Fte per 1.000 inwoners 7,6 8,1 8,5 8,5
Bezetting Fte per 1.000 inwoners 7,1 6,9 7,9 7,6
Apparaatskosten Kosten per inwoner € 735 € 833 € 893 € 959
Externe inhuur Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen 14,4% 19,6% x x
Overhead % van totale lasten 13,0% 14,2% 17,4% 15,1%
Bron: eigen gegevens
De berekening van deze indicatoren is gebaseerd op het document van de VNG ´Definities beleidsindicatoren ‘bestuur en organisatie´.

Wat mag het kosten

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten

Mutaties in de reserves worden verwerkt in programma 0 maar niet alle reserves hebben betrekking op programma 0. Om een juiste financiële analyse per programma te kunnen maken zijn in onderstaande tabel enkel de mutaties van programma 0 reserves meegenomen.

x € 1.000
Exploitatie Realisatie 2022 Begroting 2023 (incl wijzigingen) Begroting 2024 MJB 2025 MJB 2026 MJB 2027
Lasten 21.149 21.624 19.828 19.102 18.819 18.646
Baten 70.509 66.230 69.699 71.735 65.243 64.967
Saldo voor bestemming 49.360 44.606 49.871 52.633 46.424 46.321
Mutaties reserves
Lasten 260 13.575 - - - -
Baten 1.146 14.350 17 137 137 137
Saldo na bestemming 50.246 45.381 49.888 52.770 46.561 46.458
Specificatie per taakveld
x € 1.000
Specificatie Begroting 2023 Begroting 2024 Mutatie begroting 2023/2024
Saldo per taakveld
0.1 Bestuur -1.571 -1.659 -88
0.10 Mutaties reserves 1.512 84 -1.428
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten 186 -3.930 -4.116
0.2 Burgerzaken -948 -884 64
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden -656 -1.024 -368
0.4 Overhead -16.375 -14.316 2.059
0.5 Treasury 215 233 18
0.61 OZB woningen 2.447 2.474 27
0.62 OZB niet-woningen 1.546 1.594 48
0.64 Belastingen overig 94 94 -
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds 59.894 63.399 3.505
0.8 Overige baten en lasten -40 -40 -
Saldo voor bestemming 46.304 46.025 -279
Stortingen reserves
Kapitaallastendekkingsreserve Verduurz. gemeentelijke gebouwen -3.000 3.000
Opvang en begeleiding ontheemden -500 500
Kapitaallastendekkingsreserve projecten -10.000 10.000
Kapitaallastendekkingsreserve Werkplek van de toekomst -75 75
Totaal stortingen reserves -13.575 13.575
Onttrekkingen reserves
Perspectiefbrief 2023 14.350 -14.350
Kapitaallastendekkingsreserve Werkplek van de toekomst 17 17
Totaal onttrekkingen reserves 14.350 17 -14.333
Saldo na bestemming 47.079 46.042 -1.037
Tussen het hoofdoverzicht en de specificatie per taakveld zit een verschil van €3.846.000,- Dit ontstaat doordat alle mutaties reserves op taakveld 0.10 geboekt zijn ( € 84.000).
Om het juiste inzicht per programma te krijgen worden de mutaties in de reserve toegelicht in het desbetreffende programma ipv in programma 0.
Verder is in het hoofdoverzicht het resultaat van de begroting er uit gehaald, in de specificatie is dit zichtbaar op taakveld 0.11 (€3.930.000).

Toelichting op de financiën

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiën

Het saldo van dit programma is in 2024 € 1.037.000 nadeliger dan in 2023

Algemeen

De directe personeelslasten worden verplicht toegerekend aan die taakvelden waar het personeel in kwestie wordt ingezet. De gedachte hierachter is dat zo inzichtelijk wordt hoeveel van de lasten in taakveld nodig zijn voor de personele inzet op dat taakveld.  De toerekening van de personeelslasten over de verschillende taakvelden is in 2024 gestegen. Dit is het gevolg van de hogere personele kosten (zie toelichting hieronder bij taakveld 0.4).  Over alle programma's gerekend, is deze toerekening budgettair neutraal.

Toelichting per taakveld:

Taakveld 0.1 Bestuur geeft in 2024 een nadeel van € 88.000 ten opzichte van 2023

De toerekening van de directe personeelslasten naar dit taakveld geeft een nadeel van € 84.000.  De indexatie van de vergoedingen van het college en de raad geven een nadeel van € 65.000. In de perspectiefbrief 2023 (jaarschijf 2024) was deze indexatie volledig begroot (in taakveld 0.4). De eenmalige budgetten in 2023 uit de perspectiefbrief 2023 geven een voordeel van € 68.000.  Het betreft kosten voor: de werving van de burgemeester (€ 30.000), de bijdrage aan de wederopbouw Syrië en Turkije (€ 30.000) en het afscheid van de waarnemend burgemeester en de installatie van de nieuwe burgemeester (€8.000).  De overige posten geven per saldo een nadeel van € 7.000.

Taakveld 0.10 Reserves geeft in 2024 een nadeel van € 1.428.000 ten opzichte van 2023

De mutaties in de reserves worden steeds bij het desbetreffende programma toegelicht.

Taakveld 0.11 Resultaat van de rekening baten en lasten geeft in 2024 een verschil van € 4.116.000 ten opzichte van 2023

Het verwachte resultaat van de begroting 2023 na verwerking van alle raadsbesluiten bedraagt € 186.000 nadelig.  Het verwachte voordelige begrotingsresultaat 2024 is € 3.930.000. Het begrotingsresultaat is in 2024 dus € 4.116.000 voordeliger dan in 2023.

Taakveld 0.2 Burgerzaken geeft in 2024 een voordeel van € 64.000 ten opzichte van 2023

De doorberekening van de directe personeelslasten geeft een voordeel van € 64.000.

Taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden geeft in 2024 een nadeel van € 368.000 ten opzichte van 2023

De effecten van de nieuwbouw Langezwaag Noord en Landerijen (beide perspectiefbrief 2023) geven in 2023 eenmalig een voordeel van € 283.000. Ten opzichte van 2024 is dit een nadeel van € 283.000. De doorbelasting van de directe personeelskosten geeft een nadeel van € 204.000.  Als gevolg van de verbetering en de verduurzaming van het voormalig Groene Kruis gebouw (raadsbesluit 4-11-2022) worden deze kosten (€ 12.000) vanaf 2024 afgeschreven.  Dit geeft vanaf 2024 hogere kosten  Dit is een nadeel.

De eenmalige verlaging van energiekosten in 2023 (perspectiefbrief 2023, € 9.000) geeft, voor de gebouwen in dit taakveld, een nadeel in 2024.

In 2023 is de inventarisatie van ruimtelijke projecten (€ 140.000, begroting 2023) begroot, dit eenmalige budget geeft een voordeel in 2024.

Taakveld 0.4 Overhead geeft in 2024 een voordeel van € 2.059.000 ten opzichte van 2023

De personeelskosten zijn in 2024 gestegen € 300.000 ten opzichte van 2023. Dit is een nadeel. De personeelskosten zijn begroot op basis van de werkelijke salariskosten voor 2024. In de perspectiefbrief 2023 zijn voor zowel formatie als indexatie middelen opgenomen. Ten opzichte van de perspectiefbrief is in de begroting 2024 geen aanvullende formatie opgenomen.

In de begroting 2024 is voor knelpunten in de ambtelijke organisatie € 120.000 opgenomen. Dit bedrag is vanaf 2024 structureel opgenomen.  In 2024 geeft dit een nadeel.   

 In de perspectiefbrief 2023 zijn de financiële gevolgen verwerkt van de eerste management rapportage 2023 en de kaders 2024 van de drie OWO-afdelingen. Dit geeft in 2024 een lagere last van € 28.000 ten opzichte van 2023. De personeelskosten voor de OWO-afdelingen zijn in 2024 gestegen € 307.000 ten opzichte van 2023. Dit is een nadeel. De totale kosten voor het derde deel van de OWO-afdelingen zijn in 2024 met € 279.000 gestegen ten opzichte van 2023.

In de perspectiefbrief 2023 zijn eenmalige budgetten voor 2023 beschikbaar gesteld voor: Opleidingen € 75.000, RI&E werkplek klimaat € 50.000, RI&E verbouw balies Publiekscentrum € 50.000, Informatiebeveiligingsplan € 25.000 en media-apparatuur € 20.000. In 2024 geeft dit een voordeel van € 220.000.

In 2023 zijn de energielasten eenmalig verlaagd met € 45.000 (perspectiefbrief 2023). Voor 2024 geeft deze eenmalige verlaging een nadeel van € 45.000 in dit taakveld.

De toerekening van de directe personeelslasten naar alle taakvelden in de begroting 2024 geeft een voordeel van €  3.109.000.  De toerekening van de directe personeelslasten geeft aan taakveld 0.4 een nadeel van €  505.000.  Per saldo geeft dit een voordeel van € 2.604.000.

De kapitaallasten voor de Werkplek van de toekomst zijn vanaf 2024 € 17.000. Dit geeft een nadeel. In de reserve mutatie worden deze onttrokken de kapitaallastendekkingsreserve.

De overige verschillen geven een nadeel van € 4.000.

Taakveld 0.5 Treasury geeft in 2024 een voordeel van € 18.000 ten opzichte van 2023

Dit is veroorzaakt doordat in 2024 geen rente meer wordt toegerekend aan de kapitaalslasten.

Taakvelden 0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet woningen geven in 2024 een voordeel van € 75.000 ten opzichte van 2023

Er is een een hogere opbrengst OZB van € 149.000. Dit voordeel is het gevolg van de jaarlijkse indexering van de OZB-tarieven. Daarnaast zijn de kosten (in OWO-verband) voor de aanslagoplegging (zowel personeel als materieel) met € 74.000 gestegen. Per saldo een voordeel van € 75.000.

Taakveld 0.64 Belastingen overig geeft in 2024 geen verschil ten opzichte van 2023

Taakveld 0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds geeft in 2024 een voordeel van € 3.505.000 ten opzichte van 2023

Dit voordeel is ontstaan door diverse voor- en nadelen waaronder de uitkeringsfactor (€ 4.180.000 voordelig), de herijking van het gemeentefonds (€ 321.000 nadelig), diverse integratie en decentralisatie uitkeringen (€ 240.000 nadelig) en mutaties in de grondslagen van de maatstaven (€ 114.000 nadelig).

Taakveld 0.8 Overige baten en lasten geeft in 2024 geen verschil ten opzichte van 2023

De mutatie in de reserves

De stortingen in de reserves in 2023 zijn besloten in de perspectiefbrief 2023. In 2024 zijn geen stortingen begroot. De onttrekking uit de reserve in 2023 is besloten in de perspectiefbrief 2023. In 2024 worden de afschrijvingslasten uit de reserve Werkplek van de toekomst onttrokken.