Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

De lokale heffingen zijn een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente Opsterland. In deze paragraaf leest u over de uitkomsten en het doel van de verschillende heffingen.  Opsterland kent de volgende belastingen en heffingen:

  1. Onroerendezaakbelastingen (OZB)
  2. Legesrechten
  3. Rioolheffing
  4. Afvalstoffenheffing
  5. Toeristenbelasting

De onroerendezaakbelastingen en de toeristenbelasting zijn algemene dekkingsmiddelen. Hierbij is beleidsmatig de keuze gemaakt om de toeristenbelasting te gebruiken voor activiteiten rondom recreatie en toerisme. De legesrechten, rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn een vergoeding voor diensten van de gemeente. Deze vergoedingen mogen maximaal kostendekkend zijn. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing is in het beleid vastgelegd dat bij begroting de tarieven kostendekkend worden bepaald. 

Lokale belastingen en heffingen
x € 1.000 Realisatie 2023 Begr. 2024 (primair) Begr. 2024 (incl wijz.) Realisatie 2024 Mut. begr. /real. 2024
0 Leges publiekszaken 323 313 478 588 109
0 Onroerendezaakbelasting 4.830 4.962 4.989 5.010 21
1 Algemeen plaatselijke verordening 15 18 18 8 -10
3 Toeristenbelasting 239 220 278 278 0
7 Begrafenisrechten 148 150 150 173 23
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen) 3.058 3.095 3.024 3.073 49
7 Rioolheffing, baten 3.272 3.539 3.342 3.299 -44
8 Leges omgevingsvergunning 1.068 432 1.032 1.056 24
Totaal 12.954 12.730 13.312 13.485 173

Geraamde en gerealiseerde heffingen

Terug naar navigatie - Geraamde en gerealiseerde heffingen

Omschrijving (toelichting)

Onroerende zaakbelastingen
De ‘onroerendezaakbelastingen’ heffen we van eigenaren en gebruikers van bedrijfspanden, overige gebouwen en niet-cultuurgronden. Daarnaast heffen we ‘onroerende zaakbelasting’ van eigenaren van woningen. De tarieven voor de onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn toegepast op de getaxeerde waarden van onroerende zaken. De herwaardering vindt jaarlijks plaats.

Voor de woningen zijn de gehanteerde waarden voor 2024 (waardepeildatum 1-1-2023) ten opzichte van 2023 (waardepeildatum 1-1-2022) met 1,9 % gestegen. De waarden van niet-woningen zijn in deze periode met 0,1 % gedaald. De tarieven zijn uitsluitend aangepast met de begrote inflatiecorrectie van 3,1 %. De totale opbrengst uit de onroerendezaakbelastingen bedroeg in 2024 € 5,0 miljoen.

Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting bedraagt 5% van de logiesomzet in onderkomens niet toebehorende of ter beschikking gesteld door de belastingplichtige en 2,5% van de 
logiesomzet in onderkomens van of ter beschikking gesteld door belastingplichtige. Deze percentages zijn niet gewijzigd. De opbrengst van de toeristenbelasting is in 2024 € 40.000 hoger dan de opbrengst in 2023.

Begraafrechten
De begraafrechten heffen we voor begrafenissen en het onderhouden van de begraafplaatsen. De opbrengst van de begrafenisrechten is € 25.000 hoger dan de opbrengst in 2023. 

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven.

Soort
Realisatie 2023 Begr. 2024 (primair) Begr. 2024 (incl wijz.) Realisatie 2024 Mut. begr. /real. 2024
Afval 96% 100% 98% 86% -12%
Riolering 101% 100% 97% 100% 3%
Omgevingsvergunningen 102% 47% 129% 110% -19%

Afval

Terug naar navigatie - Afval

Afval

Voor de afvalstoffenheffing geldt dat de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Het kostendekkingspercentage voor de afvalstoffenheffing was in 2024 86%.  Iedere zelfstandige wooneenheid binnen de gemeente wordt aangeslagen voor deze belasting. Opsterland hanteert tarieven voor één- en meerpersoonshuishoudens. 

 

Afval
x € 1.000 Realisatie 2023 Begr. 2024 (primair) Begr. 2024 (incl wijz.) Realisatie 2024 Mut. begr. /real. 2024
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 3.118 2.941 2.941 3.191 250
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen -612 -445 -445 -280 165
Netto directe kosten taakveld 2.506 2.496 2.496 2.911 415
Indirecte kosten
Btw 619 560 560 616 55
Overhead en rente 58 39 39 39 -
Netto indirecte kosten taakveld 677 599 599 654 55
Totale lasten 3.182 3.095 3.095 3.566 471
Totale heffingen
Afvalstoffenheffing 2.026 2.025 2.025 2.036 10
Verrekening overdekking 2022 - 61 - - -
Overig 0 -0 -10 -20 -9
Afvalstoffenheffing Restafval 997 967 967 1.026 59
Afvalstoffenheffing GFT 35 42 42 31 -11
Totale heffingen 3.058 3.095 3.024 3.073 49
Dekkingspercentage 96% 100% 98% 86% -12%

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Omschrijving (toelichting)

Riolering

Opsterland heft zowel rioolheffing van de eigenaar als van de gebruiker van een op het riool aangesloten onroerende zaak. De gebruikersheffing wordt geheven door middel van een opslag per m³ waterverbruik.  Het kostendekkingspercentage voor de rioolheffing was in 2024 95%

Excel-tabel

Riolering 0
x € 1.000 Realisatie 2023 Begr. 2024 (primair) Begr. 2024 (incl wijz.) Realisatie 2024 Mut. begr. /real. 2024
Directe kosten
Onderhoud 371
Overige 1.725 1.845 1.851 1.427 -424
Totaal van de gemeentelijke lasten 2.321 2.441 2.447 2.394 -54
- - - -83 -
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - - - -83 -83
Netto directe kosten taakveld 2.321 2.441 2.447 2.311 -136
Indirecte kosten
Btw 364 403 371 393 22
Overhead en rente 439 500 500 500 -
Kwijtscheldingen 107 120 120 95 -25
Netto indirecte kosten taakveld 910 1.023 991 988 -3
Totale lasten 3.231 3.540 3.438 3.299 -140
Totale heffingen
Rioolheffing 3.272 3.539 3.342 3.299 -44
Totale heffingen 3.272 3.539 3.342 3.299 -44
Dekkingspercentage 101% 100% 97% 100% 3%

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Uitgangspunt is dat de rechten kostendekkend zijn. Het totaaloverzicht van de leges in 2024 is als volgt:

Omgevingsvergunningen
x € 1.000 Realisatie 2023 Begr. 2024 (primair) Begr. 2024 (incl wijz.) Realisatie 2024 Mut. begr. /real. 2024
Directe kosten
Totaal van de gemeentelijke lasten 845,2 630,3 481,9 631 148,8
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen - - - - -
Netto directe kosten taakveld 845 630 482 631 149
Indirecte kosten
Btw - - - - -
Overhead en rente 158 281 281 281 -
Netto indirecte kosten taakveld 158 281 281 281 -
Totale lasten 1.003 911 763 912 149
Totale heffingen
Heffingen 1.027 432 982 1.001 19
Totale heffingen 1.027 432 982 1.001 19
Dekkingspercentage 102% 47% 129% 110% -19%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Omschrijving (toelichting)

De “Atlas van de lokale lasten 2024” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 24 (2023 nr. 49, 2021 nr. 66)

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Het aantal huishoudens waar kwijtscheldingen aan zijn verleend in 2024 was 429 (in 2023 560)

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben. De grootste risico’s, op basis van de invloed op de weerstandscapaciteit, zijn:

De belangrijkste risico's met de geschatte "kans" en de "invloed"
Risico x €1.000 Kans Max fin. effect Invloed Totaal risico
1 Algemene uitkering (gemeentefonds) fluctueert 50% 1.000 15% 500
2 Onzekerheid werving personeel 45% 500 7% 225
3 Effecten invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) 60% 750 14% 450
4 Borgstellingen 1% 18.237 6% 182
5 Mogelijke WW-verplichtingen personeel 25% 1.200 9% 300
6 Financiële tegenvallers projecten 60% 10.000 5% 150
7 Effect fluxtuerende energieprijzen 50% 300 5% 150
8 Tegenvallende resultaten grondexploitaties 15% 1.000 5% 150
9 Effecten hoge inflatie op exploitatielasten 40% 1.000 12% 400
10 Afwijking inschattingen ramingen 70% 1.000 20% 700
Totaal 33.987 99% 3.207

Toelichting op de risico's

  1. Algemene uitkering fluctueert: De omvang van de algemene uitkering (het gemeentefonds) is niet constant. Elk jaar wordt de groei of krimp van de basisomvang gebaseerd op uitgaven die het Rijk verwacht te gaan doen in het begrotingsjaar. Het gevolg hiervan is dat de omvang dus kan fluctueren. Een krimp van het gemeentefonds is in het lopende begrotingsjaar vaak niet meer op te vangen met bezuinigingen en kan tot een negatief rekeningresultaat leiden.
  2. Onzekerheid werving personeel: De arbeidsmarkt is overspannen. Dat maakt het moeilijk om als gemeente tijdig nieuwe medewerkers aan te trekken. Ook het vasthouden van medewerkers is een uitdaging. Het mogelijk risico is dat er niet voldoende eigen personeel beschikbaar is voor het uitvoeren van het vastgestelde beleid. Om toch de doelen te realiseren is dan aanvullende inhuur noodzakelijk wat meer kosten met zich meebrengt dan eigen personeel.
  3. Effecten invoering omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb): De Omgevingswet en de Wkb zijn op 1 januari 2024 definitief ingevoerd. Een effect is dat door de wijziging een aantal legesinkomsten vervallen maar dat een deel van de werkzaamheden (o.a. registratie) wel moeten worden uitgevoerd. Omdat alleen voor de aanvragen na invoering van de nieuwe wetgeving gelden de nieuwe legestarieven. Voor 2024 betekent dit dat er ook nog aanvragen onder het oude regime zullen vallen met de bijbehorende opbrengsten.
  4. Borgstellingen: De gemeente staat borg voor de leningen die de Stichting Waarborg Woningbouw de woningcorporaties verstrekt. Deze borgstelling is in breed landelijk verband met alle gemeenten afgesproken. Het optreden van het risico is echter zeer beperkt.
  5. Mogelijke WW-verplichtingen personeel: Als een arbeidsovereenkomst met wederzijdse goedkeuring wordt ontbonden of het contract niet wordt verlengd dan kan er sprake zijn van een WW-verplichting. De gemeente is hier niet voor verzekerd en is dus zelf WW-risicodrager. Op voorhand is niet bekend of en zo ja in welke mate er sprake is van een WW-verplichting en daarom is deze ook niet begroot.
  6. Financiële tegenvallers projecten: Projecten kennen risico's. Deze risico's worden in de projecten zelf benoemd. Het risico op de risico's is niet financieel afgedekt in de projecten. Een aantal risico's, zoals hyperinflatie, rampen en oorlogen, zijn te generiek en daarom worden ze op een hoger niveau algemeen afgedekt. De reden dat ondanks de omvang van het risico het effect beperkt is komt doordat de meeste projecten in 40 of 50 jaar worden afgeschreven. Hierdoor is het af te dekken risico een stuk lager, een factor 40 c.q. 50, uit dan het effect.
  7. Effecten fluctuerende energieprijzen: De gemeente heeft in 2024 nieuwe energiecontracten afgesloten. Het risico richt zich op uitschieters die nu niet te voorzien zijn maar als ze zich voordoen onontkoombaar zijn. 
  8. Tegenvallende resultaten grondexploities: Het resultaat van de grondexploitaties is afhankelijk van de mate waarin er verkocht kan worden en of er gronden beschikbaar zijn. Ook externe ontwikkelingen zoals de stikstof problematiek en hogere bouwkosten kunnen het resultaat beïnvloeden.
  9. Effecten inflatie op exploitatielasten: De momentele hoge inflatie is gedeeltelijk vertaald in een bijstelling in de algemene uitkering. Hierdoor kan er in het lopende jaar een verschil ontstaan die tot een tegenvaller bij het opstellen van jaarrekening kan leiden.
  10. Afwijking inschattingen ramingen: Door strakker te begroten wordt het risico op afwijkingen van de begroting groter. Er wordt niet zonder meer vanuit gegaan dat mogelijke ontwikkelingen zich voor zullen doen, door monitoring en tussentijdse rapportages.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's
Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 3,2 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 23,5 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te bieden. Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500). In onderstaande tabellen wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit en het verloop van de algemene reserve weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

Incidenteel weerstandsvermogen
x € 1.000 31-12-2023 31-12-2024
Algemene reserve ultimo
Algemene reserve buffer 7.500 7.500
Algemene reserve vrije deel 16.112 16.049
Totaal algemene reserve 23.612 23.549
Totaal incidenteel weerstandvermogen 23.612 23.549

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 zijn een vijftal financiële kengetallen verplicht gesteld. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid vanaf 2017 (zie ook hiervoor onder ‘beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s’) sluiten we aan voor de verplichte kengetallen bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote a. zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
b. met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
Structurele exploitatieruimte Eerste jaar en meerjarig > 0% Begroting en meerjarig 0% Begroting en meerjarig < 0%
Grondexploitatieruimte < 20% 20 - 35% > 35%
Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%
Kengetallen Realisatie 2023 Begr. 2024 (primair) Begr. 2024 (incl wijz.) Realisatie 2024 Mut. begr. /real. 2024
Netto schuldquote 3,5% 11,8% 12,3% 9,1% -3,2%
Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 3,5% 12,1% 12,6% 9,4% -3,2%
Solvabiliteit 41,2% 41,9% 40,6% 43,9% 3,3%
Structurele exploitatieruimte 0,5% 3,7% -0,6% 5,4% 6,0%
Grondexploitatie -0,1% 0,2% 0,2% 0,7% 0,5%
Belastingcapaciteit 86,4% 78,5% 82,0% 81,3% -0,7%

Frauderisico's en continuïteit

Terug naar navigatie - Frauderisico's en continuïteit

Omschrijving (toelichting)

Bij de beoordeling van de continuïteit van een gemeente is sprake van de beoordeling van zowel de formele continuïteit als een materiele beoordeling. De eerste gaat over het voortbestaan van de organisatie als zodanig en op dat vlak heeft het Rijk harde waarborgen getroffen. De continuïteit staat in dat opzicht dus niet ter discussie. Materieel kan het wel zo zijn dat activiteiten nu of in de toekomst, niet of anders worden vormgegeven als gevolg van externe of interne ontwikkelingen. Dat kan leiden tot aanpassing in taken, activiteiten, beleid, projecten of doelstellingen. Politieke keuzes daarin kunnen leiden tot bijvoorbeeld afwaardering van activa of de noodzaak om voorzieningen te treffen. Indien dat majeure financiële effecten heeft dienen ook deze in de continuïteitsbeoordeling of risicoparagraaf te worden betrokken voor zover deze niet al in de jaarrekening zijn verwerkt.

Op dit moment ziet de gemeente Opsterland geen verhoogde continuïteitsrisico.

Mocht er een fraude blijken, dan zal dat op deze plaats aangegeven worden. Uit diverse controles blijken geen signalen voor fraude door eigen medewerkers.  

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Omschrijving (toelichting)

Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een groot deel van de openbare ruimte. Deze ruimte is opgebouwd uit onze kapitaalgoederen. Dit zijn onder andere de wegen, riolering, bruggen, verlichting, openbaar groen en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen heeft invloed op de beleving door inwoners, bezoekers en ondernemers bij hun activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast vertegenwoordigen de kapitaalgoederen een aanzienlijke waarde en brengt vroegtijdige vervanging onnodige kosten met zich mee. Het is daarom belangrijk dat we goed op deze kapitaalgoederen passen om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen en kapitaalverlies te voorkomen. 

De kaders voor het onderhouden van de arealen verhardingen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en het openbare groen zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik; netjes waar het moet, sober waar het kan. Hierin is gezocht naar een verantwoorde balans tussen kosten enerzijds en een prettige leefomgeving anderzijds.

De kaders voor het beheren onderhouden van de riolering en daarbij horende (zuiverings)installaties zijn vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Naast de verankering van de zorgplicht voor de inzameling van het afvalwater, hemelwater en grondwater voorziet het plan in kaders voor de klimaatadaptatie en andere gemeentelijke watertaken.

Het gemeentelijke vastgoed dat nog in overeenstemming met de functie in gebruik is wordt in stand gehouden door preventief onderhoud binnen de daarvoor gestelde bestekskwaliteit.

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte 2021-2025
Watertakenprogramma 2020-2025
Notitie licht in de duisternis (2009)

Excel-tabel

Omschrijving (toelichting)

Toelichting kwaliteitsnormen

Excel-tabel

Kwaliteitsnorm Technische staat (Heel) Verzorging (netheid) Rapportcijfer
Zeer hoog Perfect, heel, niets kapot Brandschoon 9,5-10
Hoog Weinig op aan te merken Schoon 7,5-9,4
Basis Lichte schade, een en ander op aan te merken Matig schoon, niet storend 5,5-7,4
Laag Duidelijk schade, veel op aan te merken Vuil, storend 3,5-5,4
Zeer laag Ernstige schade, kapot, onveilig Zeer vuil, duidelijk, storend 0-3,4

Omschrijving (toelichting)

Bio: deze toevoeging betekent dat bij het overgrote deel van deze arealen binnen het genoemde structuurelement de biodiversiteit wordt gestimuleerd. Dit houdt bijvoorbeeld bij de grasvelden en bermen in dat ongeveer twee derde van dit areaal extensie wordt beheerd.  Extensief beheer houdt in dit geval in dat deze grassen 1x per jaar worden gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd.

Excel-tabel

Verharding en openbare verlichting

Terug naar navigatie - Verharding en openbare verlichting

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

De gemeente heeft ongeveer 2,81 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 51% uit dicht asfaltbeton, 41% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.), 3 % cementbeton en 5% overige soorten verharding. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 175 mln. In de gemeente staan ongeveer 4.400 lantaarnpalen, waarvan 4.121 in beheer en eigendom van de gemeente. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De ondergrondse infrastructuur die hierbij hoort is voor het grootste deel in eigendom van netbeheerder Liander. Van het areaal bestaat ongeveer 80% uit energiezuinige LED armaturen. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal van verhardingen en openbare verlichting weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Verharding en openbare verlichting
Hoeveelheid Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Rijbanen 204 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeerstroken / overig 17 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Fietspaden 26 ha Basis N.v.t. Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden 34 ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Openbare verlichting 4.121 stuks Basis Basis Basis Basis Basis Basis Basis

Toekomst

In het westen van de gemeente (veengronden) blijven schades ontstaan die conform de verwachte levensduur van de betreffende wegen niet zijn voorzien. We blijven deze schadebeelden nauwlettend monitoren en voeren proeven uit om ervaring op te doen met lichtere wegen.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Kerncijfers

De gemeente is voor een (groot) deel verantwoordelijk voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater, hemelwater en grondwater. Hiervoor zijn drie verschillende systemen in de gemeente aanwezig: vrijvervalriolering, drukriolering en individuele systemen voor de behandeling van afvalwater (IBA's). Van de vrijvervalriolering bestaat nog ongeveer 70% uit een gemengd systeem. Bij de rest is sprake van scheiding tussen hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA). Het totale systeem vertegenwoordigt een geschatte waarde van € 150 mln.

In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van het volledige areaal.

Riolering
Hoeveelheid
Vrijvervalriolering 227 km
Straat- en trottoirkolken 12.046 stuks
Bergbezinkvoorzieningen 5 stuks
Overstorten 39 stuks
Drukriolering / persleiding 137 km
Minigemalen 523 stuks
Hoofdgemaal 30 stuks
Tunnelgemaal 6 stuks
IBA-systeem (individuele behandeling afvalwater)* 114 stuks

Kwaliteitsambitie

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Watertakenprogramma 2020-2025. Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Kwaliteitsambitie Riool
Centrum Woongebied Bedrijventerrein Buitengebied
Afvalwater Inzameling Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
Transport Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater Inzameling (overtollig) Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog nvt
Verwerking (in riolering) Basis Basis Basis nvt
Verwerking (in openbare ruimte) Basis Basis Basis nvt
Grondwater Inzameling Basis Basis Basis nvt
Verwerking Basis Basis Basis nvt

Toekomst

De voorziening geeft voldoende dekking voor de uitvoering van de gestelde ambities. Bij de te nemen onderhoudsmaatregelen wordt rekening gehouden met de klimaatverandering. Gestreefd wordt naar het voorkomen of beperken van wateroverlast en hittestress. Er wordt uitvoering gegeven aan het nieuwe Watertakenprogramma.

Vaarwegen en kunstwerken (water)

Terug naar navigatie - Vaarwegen en kunstwerken (water)

Kerncijfers en kwaliteitsambitie

In de gemeente liggen twee grote vaarroutes. De civiele kunstwerken die hierbij horen zijn deels in beheer en eigendom van de gemeente. Daarbuiten zijn diverse (kleinere) civiele kunstwerken. Van drie tunnels die in eigendom zijn van de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat heeft de gemeente het dagelijkse beheer. Het totale areaal vertegenwoordigd een vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor de civiele kunstwerken weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Civiele kunstwerken
Hoeveelheid Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bruggen (vast) 31 stuks Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Bruggen (hout) 85 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis Basis Basis
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. Basis Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen 33 stuks Basis N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. Basis
Waterwerken 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tunnels* 7 stuks N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Kademuren 6838 m1 Basis N.v.t. Basis Basis N.v.t. N.v.t. Basis
Beschoeiingen 5791 m1 N.v.t. N.v.t. Basis N.v.t. Basis N.v.t. Basis

Toekomst

De komende jaren volgt een kleine piek in de vervangingen. Tot en met 2030 staan er diverse grote maatregelen op de planning voor in totaal ongeveer €15 mln. Na 2030 zien we een periode waarin minder vervangingen nodig zijn. We gaan daar waar mogelijk vervangingen uitstellen om de piek af te vlakken. 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Kerncijfers en kwaliteitsambities

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door de eigen dienst en Caparis.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor groen weergegeven met daarbij de vastgestelde kwaliteitsambitie.

Openbaar groen
Hoeveelheid Bedrijventerrein Begraafplaats Buitengebied Centrum Groengebied Hoofdstructuur Woongebied
Bomen 51.337 stuks Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Natuurlijke beplanting 9.600 are Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Basis (bio) Laag (bio) Laag (bio) Basis (bio)
Cultuurlijke beplanting 702 are Laag Hoog Laag Basis Basis Basis Basis
Hagen 106 are Basis Hoog Laag Basis Laag Basis Basis
Gras 30.338 are Laag (bio) Hoog Laag (bio) Basis Laag (bio) Laag (bio) Laag (bio)
Bermen Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) N.v.t. Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watergangen (waterlopen en sloten) 442 km Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Watervlakte (vijvers) 1.423 are Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio) Basis (bio)
Parkmeubilair 559 stuks Basis Hoog Basis Basis Basis Basis Basis

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Kerncijfers en beheer

De gemeente heeft divers vastgoed in eigendom en beheer en heeft een herbouwwaarde van circa € 63 mln. Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd. Deze gebouwen zijn meestal al geheel afgeschreven, indien dit niet het geval is, is de boekwaarde lager dan de marktwaarde.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijks een zodanige dotatie aan de voorziening dat deze toereikend is voor het gemiddelde van het planmatig onderhoud voor de komende 10 jaar.

In onderstaande tabel is het gemeentelijke areaal voor gebouwen weergegeven.

Gemeentelijk vastgoed
Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 16
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 6
Opvang Oekraïners 3
Dorpshuizen 7
Overig 9
Totaal 60

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien van voldoende vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en de gemeente te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2024).
Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor komend jaar wordt niet verwacht dat er een nieuwe langlopende lening aangetrokken hoeft te worden.

Renteverwachtingen 2024

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. Het gewogen gemiddelde rentepercentage in 2024 is 0,51% (2023 0,52%).

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2024 is dit voor onze gemeente maximaal € 8,1 miljoen (2023 € 7,2 miljoen). Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen. Eind 2020 hebben we echter een langlopende lening afgesloten waardoor we verwachten in 2024 geen kortlopende lening te hoeven afsluiten.

Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 19 miljoen (2023 € 17 miljoen) renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2024 bedraagt € 3,8 miljoen (gelijk aan 2023). We voldoen aan de renterisiconorm.

Renteschema
Er is voor 2024 geen rente geen toegerekend aan de verschillende taakvelden op basis van de boekwaarde van de activa. Dit doordat het verplicht schatkistbankieren op dit moment meer oplevert dan dat we kwijt zijn aan de rentes voor de lopende leningen. Deze situatie is van tijdelijke aard door de geplande investeringen in de komende jaren. Rente aan het grondbedrijf is toegerekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage afgezet tegen de waarde van de bouwgrondexploitaties.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2024 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze hebben we sturing op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Schatkistbankieren
Door de wet over schatkistbankieren zijn de decentrale overheden verplicht het grootste deel van hun liquide middelen aan te houden in de schatkist. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2024 ongeveer € 713.000,- (2023 ongeveer € 636.000).

Renterisico vaste schuld over de jaren 2025 t/m 2028
x € 1.000 2025 2026 2027 2028
Omvang begroting (stand primaire begroting t+1) 98.610 98.610 98.610 98.610
Grondslagpercentage 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 19.722 19.722 19.722 19.722
Renteherziening 0 0 0 0
Aflossingen 3.800 1.800 1.800 1.800
Rente risico 3.800 1.800 1.800 1.800
Toets renterisico
Renterisiconorm 19.722 19.722 19.722 19.722
Totaal rente risico 3.800 1.800 1.800 1.800
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 15.922 17.922 17.922 17.922
Kasgeldlimiet
x € 1.000 1e 2024 kwartaal 2e 2024 kwartaal 3e 2024 kwartaal 4e 2024 kwartaal
Omvang begroting (stand primaire begroting t) 95.126 95.126 95.126 95.126
Grondslagpercentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Toegestane kasgeldlimiet 8.086 8.086 8.086 8.086
Vlottende schuld 443 9 92 0
Vlottende middelen 28.724 29.487 27.553 27.885
Totaal netto vlottende schuld (28.281) (29.478) (27.462) (27.885)
Toets kasgeldlimiet
Toegestane kasgeldlimiet 8.086 8.086 8.086 8.086
Totaal netto vlottende schuld (28.281) (29.478) (27.462) (27.885)
Ruimte (+)/Overschrijding (-) 36.367 37.564 35.547 35.971
Renteschema realisatie 2024
x € 1.000
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 0
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 0
Saldo rentelasten en rentebaten 0
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 0
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 0
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering) 0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 0
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen 0
d2. Werkelijke rente over voorzieningen 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 0
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekenede rente 0
Verschil 0

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

Omschrijving (toelichting)

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Lopen de processen zoals ze moeten lopen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Al deze zaken hebben permanent aandacht.

Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het beter en goedkoper? In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de belangrijkste ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Omschrijving (toelichting)

Organisatiebesluit (2021)
OWO-Visie (2021)
Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078)
Uitvoeringsnotitie inkoop en aanbestedingen 2021
Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld)
Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886)

Accountantscontrole

Terug naar navigatie - Accountantscontrole

Omschrijving (toelichting)

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2023 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

De goedkeuringstolerantie is vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
De rapporteringstolerantie is vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht raad

Als blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is dan doet het college voorstellen aan de raad voor aanvullende budgettaire ruimte. Deze stap is niet nodig als hiervoor door het college dekking wordt gevonden binnen het programma. Als de uitgave echter inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de accountantscontrole. Het normenkader per 31 december wordt jaarlijks door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant wordt met de auditcommissie van de raad afgestemd. Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Omschrijving (toelichting)

Begrotingscriterium 

Voor de rechtmatigheidsverantwoording geldt een verantwoordingsgrens van 3%. In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan de drempelbedragen voor leveringen en diensten nader toegelicht. Voor 2024 is die grens € 221.000 (was 2023 € 215.000). 

Uit het rechtmatigheidsverantwoording blijkt dat 1,1 miljoen niet acceptabel is. Hiervan betreft 0,6 miljoen de overschrijding per 31-12-2024 van het door de raad  goedgekeurde krediet voor MFA de Tynje. Verwacht wordt dat de stichting nog een subsidie ontvangt waarmee zij de door Opsterland voorgeschoten facturen deels kan terugbetalen. Het resterende bedrag aan niet – acceptabele onrechtmatigheden bestaat uit verschillende fouttypen. Aangezien het totale bedrag per fouttype onder de rapporteringsgrens blijft, worden deze hier verder niet toegelicht.

Excel-tabel

Omschrijving (toelichting)

Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium 

Er is voor een bedrag van € 17.011 misbruik geconstateerd, waarbij het M&O-beleid is toegepast. Dit betreft voornamelijk misbruik van de inlichtingenplicht onder de participatiewet. Er zijn terugvorderingen en sancties opgelegd. De financiele gevolgen van het misbruik zijn tenietgedaan, waardoor dit geen invloed heeft op de getrouwheid van de jaarrekening.

Excel-tabel

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

Omschrijving (toelichting)

Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker. Informatie is een van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. Het beschermen van informatie en de privacy van onze inwoners is niet alleen onze wettelijke, maar zeker ook maatschappelijke plicht. Vanwege het grote belang daarvan, hebben we in 2024 een verbeterslag gemaakt.

Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO bestaat uit een geheel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied en geldt voor de gehele overheid. Ook gelden er specifieke wetten die eisen stellen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging. De eisen uit de BIO, aangevuld met eisen uit specifieke nationale wetten & Europese richtlijnen en verordeningen dienen als de uitgangspunten voor de gemeente om haar informatiebeveiliging in te richten.

Resultaten over 2024
In 2024 hebben we onderzocht wat de meest optimale manier is om een nieuw strategisch informatiebeveiligingsbeleid op te stellen. Hieruit kwam naar voren dat deze opgave het beste in OWO-verband kan worden opgepakt, in verband met de uitvoerbaarheid, effectiviteit en efficiëntie van het nieuwe beleid. Inmiddels is besloten om in 2025 een geharmoniseerd informatiebeveiligingsbeleid in OWO-verband op te stellen.

Daarnaast hebben we technische en organisatorische verbetermaatregelen binnen specifieke én generieken processen getroffen. Gedacht kan worden aan het verder implementeren van multi-factor authenticatie, het inventariseren en toetsen van AI-modules in nieuwe software en het verhogen van het kennis- en bewustwordingsniveau binnen de gemeente. 

Resultaten ENSIA-audit
Met de ENSIA-audit zijn we als gemeente in staat om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied privacy en informatiebeveiliging. De audit wordt jaarlijks uitgevoerd en bestaat voor een deel uit een zelfevaluatie en voor een deel uit een toetsing door een externe IT-auditor.  ENSIA sluit aan op de gemeentelijke planning & control-cyclus en heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren.

In 2023 is de ENSIA-audit positief afgerond. Het normenkader waarop wordt getoetst met de ENSIA-audit is de BIO aangevuld met normen uit specifieke wetten BRP, PUN, BAG, BGT en BRO. Voor het deel zelfevaluatie (BRP, PUN, BAG, BGT en BRO) en voor het deel dat werd getoetst door een externe IT-auditor (Suwinet en DigiD) voldeed de gemeente aan alle normen.

De ENSIA-audit over 2024 loopt op dit moment nog. De uitkomsten worden in de loop van april verwacht. 

Rekenkamercommissie Opsterland

Terug naar navigatie - Rekenkamercommissie Opsterland

Omschrijving (toelichting)

De Rekenkamercommissie heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente vastgestelde beleid en de uitvoering van het beleid. De Rekenkamercommissie is volledig onafhankelijk.

Activiteiten
In 2024 kwam de rekenkamer dertienmaal bijeen in vergadering. Ook hebben leden deelgenomen aan interviews, groepsgesprekken of bijeenkomsten voor de onderzoeken en aan selectiegesprekken bij het aanbesteden van onderzoeken. De leden van de rekenkamer zijn daarmee actief betrokken in het onderzoeksproces.

Verder zijn ze aanwezig geweest bij de behandeling van rapporten in de commissie- en raadsvergaderingen. Ook werd deelgenomen aan landelijke en regionale bijeenkomsten van de Vereniging van Rekenkamers (VVR). De voorzitter van de rekenkamer heeft deelgenomen aan de bijeenkomsten van de rekenkamervoorzitters uit Friesland: het Fries Platform. Dit netwerk is gericht op uitwisseling van ervaring, het verkennen van de mogelijkheden om gemeenschappelijk onderzoek te doen en het uitwisselen en vergelijken van bevindingen.

Uitgevoerde onderzoeken
In 2024 heeft de Rekenkamercommissie het onderzoek "Quick Scan minimaregelingen" afgerond. De onderzoeken naar "Energiebesparingsplicht" en "Informatiebeveiliging" zijn gestart in 2024 maar in 2024 nog niet afgerond. De uitkomsten worden in 2025 aan de gemeenteraad aangeboden.

Middelen
Het beschikbare budget voor 2024 was € 32.000. Hiervan is € 22.781 gebruikt voor de onderzoeken. Daarnaast is er € 8.495 besteed aan kosten rekenkamercommissie. Per saldo is € 31.276 besteed en daarmee is de Rekenkamercommissie binnen het beschikbaar budget van € 32.000 gebleven.

Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) inwerking getreden. De wet is bedoeld om overheidsorganisaties transparanter te maken en dat moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar en uitwisselbaar is. Het grote verschil tussen de Woo en de Wob betreft de actieve openbaarmaking van documenten behorende tot 11 informatiecategorieën. Dat is een belangrijke aanvulling op de Wob.

De Woo kent enkele doelstellingen waarvan de belangrijkste onderstaand zijn weergegeven:
1.  Actieve openbaarmaking. Hieronder valt het actief openbaar maken van informatie uit eigen beweging.
2.  Passieve openbaarmaking (Woo-verzoeken). Met de inwerkingtreding van de Woo is de afhandelingstermijn op Woo-verzoeken verkort. Feitelijk betekent dit dat Woo-verzoeken nu binnen 6 weken afgehandeld moeten worden in plaats van 8 weken die er onder de Wob nog voor stonden. Een Woo-verzoek moet daarbij elektronisch kunnen worden ingediend.
3.   Bestuursorganen moeten maatregelen treffen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen als randvoorwaarde om uitvoering te geven aan openbaarheid.

Het actief openbaar maken van informatie 
Door de Wet open overheid (Woo) moet de overheid steeds meer informatie actief openbaar maken via de Woo-index. In 2024 hebben de OWO-gemeenten voldaan aan de eerste stap, namelijk het actief openbaar maken van 4 informatiecategorieën: wetten en andere algemeen verbindende voorschriften, overige besluiten van algemene strekking, informatie over organisatie en werkwijze en bereikbaarheidsgegevens.
De komende jaren moeten de gemeenten steeds meer informatie actief openbaar gaan maken. De voorbereidingen hiervoor pakken we in OWO-verband op.

Het tijdig openbaar maken van informatie die opgevraagd wordt.
Naast het actief openbaar maken van informatie, kan er vanuit de Woo specifieke overheidsinformatie opgevraagd worden. Uitgangspunt hierbij is: alles is openbaar, tenzij.
Voor de beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie heeft
Opsterland één ‘contactpersoon’ (het KCC) die inwoners en ondernemers wegwijs maakt in overheidsinformatie.

In de gemeente Opsterland zijn in 2024 twintig verzoeken in het kader van de Woo binnengekomen. Drie daarvan waren geen Woo-verzoek en zijn afgehandeld als regulier informatieverzoek/reguliere vraag, zeven verzoeken zijn in overleg met de verzoeker informeel afgedaan, één verzoek is buiten behandeling gelaten en negen verzoeken zijn binnen de wettelijke termijn met een Woo-beschikking (inclusief documenten) afgehandeld.

Het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten.
Een gemeente die haar informatiehuishouding op orde heeft, weet welke documenten ze heeft en kan die documenten vinden wanneer hier om gevraagd wordt. Er is daarnaast een gecontroleerd proces waarmee documenten na de voorgeschreven bewaartermijn vernietigd worden of gereed zijn om te worden overgedragen aan een archiefbewaarplaats.
In 2024 hebben de OWO-gemeenten zich voorbereid op aansluiting bij het e-depot. Met een aansluiting op het e-depot regelt de OWO de duurzame toegankelijkheid van digitale informatie, zodat de te bewaren digitale informatie in de toekomst toegankelijk, vindbaar en raadpleegbaar blijft. De voorbereidingen hiervoor vinden in 2025 verder plaats in OWO-verband.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Omschrijving (toelichting)

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt daarvan een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • Een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat.
  • De gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden over de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch
Lijst van verbonden partijen
1. Gemeenschappelijke regelingen
Belang
Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Portefeuille (eigenaar / inhoud) Bestuurlijk belang Aandeel
1.1 samenwerking sociaal domein Friese gemeenten Leeuwarden Libbe de Vries
1.2 Veiligheidsregio Fryslân (VRF) Leeuwarden Andries Bouwman Libbe de Vries
1.3 Recreatieschap Marrekritte Uitwellingerga Rob Jonkman
1.4 Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) Grou Marcel van Opzeeland
1.5 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) Leeuwarden Marcel van Opzeeland
1.6 Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten Drachten Marcel van Opzeeland
1.7 Sociale Werk Voorziening Drachten Libbe de Vries
Vermogensstructuur en resultaat
Gemeenschappelijke regeling Eigen vermogen per 1-1 2023 Eigen vermogen per 31-12 2023 Vreemd vermogen per 1-1 2023 Vreemd vermogen per 31-12 2023 Resultaat 2023
1.1 samenwerking sociaal domein Friese gemeenten in € 1.000,- - - - - -
1.2 Veiligheidsregio Fryslân (VRF) in € 1.000,- 9.527 8.868 81.045 82.448 562
1.3 Recreatieschap Marrekritte in € 1.000,- 4.704 4.328 4.813 4.894 0
1.4 Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) in € 1.000,- 1.207 1.279 3.824 5.327 72
1.5 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) in € 1.000,- 338 257 483 453 -84
1.6 Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten in € 1.000,- 6.044 6.531 2.260 1.538 488
1.7 Sociale Werk Voorziening in € 1.000,- - - 3.719.000 4.210.000 -
2. Vennootschappen en coöperaties
Belang
Vennootschappen en coöperaties Vestigingsplaats Portefeuille (eigenaar / inhoud) Bestuurlijk belang Aandeel Nominale waarde Gestort Boekwaarde
2.1 a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) Leeuwarden Rob Jonkman € 54.000 (120 aandelen) 54000
2.2 b. N.V. Fryslân Miljeu Leeuwarden Rob Jonkman € 51.670 (11.381 aandelen) 52000
2.3 Caparis NV Drachten Rob Jonkman &Libbe de Vries 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap 3000
2.4 N.V. Bank Nederlandse gemeenten(BNG) Den Haag Rob Jonkman 66.651 aandelen a € 2,50 nominaal. Het brutodividend over 2023 was € 143,966 151000
2.5 CSV Amsterdam BV Den Bosch Rob Jonkman 464 aandelen in de BV (0,02 %). 0
Vermogensstructuur en resultaat
Vennootschappen en coöperaties Eigen vermogen per 1-1 2023 Eigen vermogen per 31-12 2023 Vreemd vermogen per 1-1 2023 Vreemd vermogen per 31-12 2023 Resultaat 2023
2.1 Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) in € 1.000,- 70.303 78.528 119.141 106.366 10.322
2.2 N.V. Fryslân Miljeu in € 1.000,- 11.303 11.572 23.497 26.299 1.007
2.3 Caparis NV in € 1.000,- 8.174 7.594 20.697 20.089 -580
2.4 N.V. Bank Nederlandse gemeenten(BNG) in € 1.000.000,- 4.615 4.721 107.459 110.819 254
2.5 CSV Amsterdam BV in € 1.000,- 210 84 13 64 -126
Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Ooststellingwerf);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Ooststellingwerf);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
. Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost)
Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers)).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen.
Financieel belang Bijdrage 2024 € 3.541.892 (3-e begrotingswijziging )
Gezondheid € 1.441.058
Crisis € 153.527
Brandweer € 1.947.307
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 9.527 1-1-2023 € 81.045
31-12-2023 € 8.868 31-12-2023 € 82.448
Resultaat x € 1.000 €562 (2023)
Risico's Als de VRF afwijkt van afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF. Daarnaast is zien we jaarlijks een verder toenemende gemeentelijke bijdrage, veelal veroorzaakt door autonome ontwikkelingen die ook de VRF raken. De prijsstijgingen gecombineerd met een takendiscussie blijven onderwerp van gesprek.
Programma 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Andries Bouwman
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Marcel Opzeeland.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag.
De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2024 € 500.963
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 1.207 1-1-2023 € 3.824
31-12-2022 € 1.279 31-12-2023 € 5.327
Resultaat x € 1.000 € 72 (2023)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek heeft voor onze gemeente een forse verhoging van de bijdrage betekend.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Caparis NV
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschap
Deelnemers Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang De gemeente Opsterland is aandeelhouder van het sociaal ontwikkelbedrijf Caparis NV. Caparis helpt de gemeente bij de bemiddeling van mensen naar regulier werk of biedt mensen een beschutte werkplek (sociale werkvoorziening, afspraakbanen en beschut werk). De gemeente Opsterland heeft hiervoor dienstverleningsovereenkomsten afgesloten voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage € 3441 (2024) € 0
(x1.000)
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 8.174 1-1-2023 € 20.697
31-12-2023 € 7.594 31-12-2023 € 20.089
Financieel resultaat €-580 (2023)
(x1.000)
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis wil hét Talentbedrijf van Fryslân worden. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap. Doelstelling is om in 2030 het eerste circulaire talentbedrijf van Nederland te zijn. Door de nieuwe cao Sociale Werkvoorziening (SW) kunnen medewerkers nog eerder met vroegpensioen, waardoor de krimp van de voormalige sociale werkvoorziening nog harder gaat. Om blijvend ontwikkelkansen te geven aan zowel de nieuwe doelgroep vanuit de Participatiewet als de huidige sociale werkvoorziening-medewerkers is instroom van nieuwe doelgroepen (zowel afspraakbanen als beschut werk) noodzakelijk om de infrastructuur overeind te kunnen houden. Hiervoor zijn nieuwe afspraken gemaakt om meer mensen vanuit de Participatiewet bij Caparis te plaatsen. Indien dit niet lukt zullen er andere keuzes moeten worden gemaakt voor de toekomst van Caparis.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Marekritte
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemende partijen Provincie Fryslân en 13 Friese gemeenten. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Jonkman
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 13 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Fryslân met als doel een uniforme, toeristische recreatieve infrastructuur op water en land te bewerkstelligen. Voor waterrecreatie betreft dit onderhoud en beheer van aanlegvoorzieningen, boeien en bakens, het baggeren van waterwegen en de afvoer van recreatieafval. Voor landrecreatie worden Toeristische Overstap Punten (TOP's) en het fiets-en wandelknooppuntennetwerk beheerd.
Financieel belang bijdrage 2024: € 27.921
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
0 1-1-2023 € 4.704 1-1-2023 € 4.813
0 31-12-2023 € 4.328 31-12-2023 € 4.894
Resultaat x € 1.000 Resultaat 2023 € 91,waarvan ontrekking uit de reserve € 257
Risico's De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder van Opzeeland.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 338 1-1-2023 € 483
31-12-2023 € 257 31-12-2023 € 453
Resultaat x € 1.000 € -84 (2023)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen.
Programma 8 Bouwen, wonen en gronden
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Gemeenten Opsterland en Smallingerland
Bestuurlijk belang Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeenten Smallingerland en Opsterland.
Zeggenschap 50%
Financieel belang Er wordt geen exploitatiebijdrage betaald. De activiteiten binnen de GR worden door medewerkers van de beide gemeenten verricht.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 6.044 1-1-2023 € 2.260
31-12-2023 € 6.531 31-12-2023 € 1.538
Resultaat x € 1.000 € 488 (2023)
Risico's De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn. Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. We gaan er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een winstgevende exploitatie.
Programma 3 Economie
Portefeuillehouder Marcel van Opzeeland
Caparis NV
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschap
Deelnemers Heerenveen, Leeuwarden,Opsterland, en Smallingerland
Bestuurlijk belang De gemeente Opsterland is aandeelhouder van het sociaal ontwikkelbedrijf Caparis NV. Caparis helpt de gemeente bij de bemiddeling van mensen naar regulier werk of biedt mensen een beschutte werkplek (sociale werkvoorziening, afspraakbanen en beschut werk). De gemeente Opsterland heeft hiervoor dienstverleningsovereenkomsten afgesloten voor de uitvoering van deze activiteiten.
Zeggenschap 12,5% aandelenkapitaal, 25% zeggenschap
Financieel belang Bijdrage € 3441 (2024) € 0
(x1.000)
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 8.174 1-1-2023 € 20.697
31-12-2023 € 7.594 31-12-2023 € 20.089
Financieel resultaat €-580 (2023)
(x1.000)
Risico's Caparis NV is omgevormd naar een sociale onderneming. We blijven aansprakelijk voor mogelijke tekorten op de bedrijfsvoering die ontstaan bij de NV. Door ons geringe aandeel (12,5%) in de nieuwe NV blijft het risico qua omvang beperkt. Onze invloed wordt wel groter omdat in de nieuwe NV de vier eigenaren elk een gelijke stem krijgen.
Ontwikkelingen Caparis wil hét Talentbedrijf van Fryslân worden. De komende jaren ligt het accent op drie centrale thema’s: talentontwikkeling, rendement en leiderschap. Doelstelling is om in 2030 het eerste circulaire talentbedrijf van Nederland te zijn. Door de nieuwe cao Sociale Werkvoorziening (SW) kunnen medewerkers nog eerder met vroegpensioen, waardoor de krimp van de voormalige sociale werkvoorziening nog harder gaat. Om blijvend ontwikkelkansen te geven aan zowel de nieuwe doelgroep vanuit de Participatiewet als de huidige sociale werkvoorziening-medewerkers is instroom van nieuwe doelgroepen (zowel afspraakbanen als beschut werk) noodzakelijk om de infrastructuur overeind te kunnen houden. Hiervoor zijn nieuwe afspraken gemaakt om meer mensen vanuit de Participatiewet bij Caparis te plaatsen. Indien dit niet lukt zullen er andere keuzes moeten worden gemaakt voor de toekomst van Caparis.
Programma 6 Sociaal domein
Portefeuillehouder Rob Jonkman
Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschappen
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Jonkman.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing (a)en Fryslân Miljeu(b)) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.000 (120 aandelen)
b. € 51.670 (11.381 aandelen)
Dividend
€ 60.111 Afvalsturing Fryslan (bruto dividend2023)
€ 33.856 Fryslan Milieu (bruto dividend 2023)
Omvang van het vermogen x € 1.000.000 Afval sturing
Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 70 1-1-2023 € 119
31-12-2023 € 79 31-12-2023 € 106
Fryslân Miljeu
Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 11 1-1-2023 € 23
31-12-2023 € 12 31-12-2023 € 26
Resultaat x € 1.000.000 Afvalsturing Fryslan 2023 € 10
Fryslan Milieu 2023 € 1
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
Portefeuillehouder Rob Jonkman
N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties Naamloze vennootschap
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.
Financieel belang 66.651 aandelen a € 2,50 nominaal. Het brutodividend over 2023 was € 143,966
Vermogen x € 1.000.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 4.615 1-1-2023 € 107.459
31-12-2023 € 4.721 31-12-2023 € 110.819
Resultaat x € 1.000.000 € 254 (2023)
Risico's Het aangaan en beheersen van risico’s is inherent aan de bedrijfsvoering van een bank. Zonder het accepteren van een bepaalde mate van krediet-, markt-, liquiditeits- en operationeel risico is het voeren van een bankbedrijf niet mogelijk. BNG Bank kent alleen een bankenboek en geen handelsboek. Het risicobeheer van BNG Bank is gericht op handhaving van het veilige risicoprofiel van de bank. Dit profiel komt tot uitdrukking in hoge externe kredietratings. Om deze reden hanteert BNG Bank een strak kapitalisatiebeleid, met ondergrenzen voor de leverage ratio en de Tier 1-ratio. Deze grenzen bepalen in combinatie met de beperking van de dienstverlening zoals vastgelegd in haar statuten het werkgebied en de actieradius van de bank. In haar jaarverslag beschrijft en rapporteert de Bank uitgebreid haar risicomanagement. Dit jaarverslag is beschikbaar via www.bngbank.nl/jaarverslag.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman
CSV Amsterdam BV
Vennootschappen en Coöperaties Besloten Vennootschap
Deelnemende partijen Enkele gemeenten en provincies (oa. Voormalig aandeelhouders Essent)
Bestuurlijk belang Deze BV is van tijdelijke aard en handelt reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.
Zeggenschap De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in de BV (0,02 %).
Financieel belang Bijdrage voor verrichte diensten is niet van toepassing.
Vermogen x € 1.000,- Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 210 1-1-2023 € 13
31-12-2023 € 84 31-12-2023 € 64
Resultaat -/-€ 125.730 (2023)
Risico's De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 5. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Ontwikkelingen CSV zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens DeponieZuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, de gerechtelijke procedure te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. In februari 2024 heeft CSV de motivering beroepschrift tegen de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting bij de Rechtbank ingediend. De Rechtbank heeft de Belastingdienst een termijn gesteld tot 22 maart 2024 voor het indienen van zijn verweerschrift. Afhankelijk van de uitspraak van de Rechtbank (verwachting eind 2024/begin 2025) zal, in overleg met aandeelhouderscommissie van CSV, de procedure al dan niet worden voortgezet. Na afwikkeling van deze gerechtelijke procedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure (bijvoorbeeld door een mogelijk compromis tussen de Belastingdienst en CSV of een besluit van de aandeelhouderscommissie de procedure niet verder voort te zetten) zal CSV kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang. In april 2024 zal het bestuur van de vennootschap een aanvullende kapitaalstorting vragen aan de aandeelhouders. Deze aanvullende kapitaalstorting zal op voorstel van het bestuur van de vennootschap worden verrekend met de vrijval als gevolg van de opheffing van Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal van deze vennootschap.
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
Portefeuillehouder Rob Jonkman

Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Omschrijving (toelichting)

Uitgangspunten

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de Nota grondbeleid. Dit beleid staat ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, Wonen en Gronden (niet-bedrijventerreinen). In overeenstemming met de Nota grondbeleid wordt de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locaties jaarlijks vastgelegd in de paragraaf grondbeleid. Per ruimtelijke ontwikkeling wordt beoordeeld of een actief of faciliterend grondbeleid wenselijk is.

In de verantwoording (en de begroting) zijn de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie, en de daarmee samenhangende financiële risico’s, als incidenteel opgenomen (o.b.v. de voorschriften BBV). Doordat (bouw-)gronden een grote (boek-)waarde vertegenwoordigen, heeft het grondbeleid invloed op het weerstandsvermogen (eigen vermogen om risico's op te vangen). Door de grond marktconform te waarderen en door voorzieningen te vormen voor verwachte tekorten, zijn de financiële risico’s beheersbaar.

Conform het Coalitie akkoord Opsterland 2022-2026 is er een actiever grondbeleid gevoerd voor ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond.  In Gorredijk (Loevestein fase 4 zuid) en Terwispel (Kolderveen fase 2) zijn gronden in exploitatie genomen voor woningbouw. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden is de gemeente faciliterend en ondersteunend geweest. Er zijn met initiatiefnemers anterieure overeenkomsten afgesloten om het kostenverhaal te verzekeren en om voorwaarden aan de ontwikkelingen te kunnen stellen.

Voor de uitbreiding van industrieterrein Overtoom is ten westen van de Badweg in Gorredijk 8,7 hectare grond aangekocht van de provincie Fryslân. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich voornamelijk in Gorredijk. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten en valt buiten het kader van deze paragraaf. Zie hiervoor de paragraaf Verbonden partijen in deze Verantwoording.

In financieel opzicht wordt een gedegen koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • Exploitaties worden zorgvuldig en behoedzaam opgezet. Zo wordt bijvoorbeeld bij het investeren in het bouw- en woonrijp maken van locatie(s) rekening gehouden met de verwachte grondopbrengsten. Het streven is betalingen optimaal gedekt te houden door inkomsten; dit verlaagt het (rente-)risico.
  • Winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV).
  • De algemene reserve is de dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten
Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2024)
Nota Grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondbedrijf

1. Economische situatie en meerjarenperspectief

Het meerjarenperspectief voor woningbouw en bedrijventerreinen is positief ondanks de verschillende crises zoals stikstofproblematiek, hogere rente, inflatie en de oorlog in Oekraïne. Het begrote financiële resultaat is in 2024 behaald. Om aan de vraag naar bedrijventerreinen te blijven voldoen zal er ten westen van Gorredijk een uitbreiding van bedrijventerrein Overtoom plaatsvinden. Hiervoor worden gronden aangekocht.

2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er waren in 2024, verspreid over de verschillende dorpen, negen bouwgrondcomplexen in exploitatie bestaande uit acht woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). In Overtoom zijn alle kavels verkocht.  De boekwaarde was per 31 december 2024 circa + € 0,8 miljoen inclusief (= na aftrek van) de gevormde verliesvoorziening voor de complex Gorredijk industrie, Loevestein fase 4 zuid en Terwispel Kolderveen fase 2 (+ € 0,4 miljoen) en de voorziening nog uit te voeren werken (+ € 0,2 miljoen).

Prognose van het meerjarige resultaat

Het verwachte nog te realiseren resultaat voor de BIE is € 35.000,- (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:

Verwacht resultaat BIE
x € 1.000 Verwacht resultaat
in begrotingsjaar 2025 259
in de jaren 2026 t/m 2028 -129
in de jaren na 2028 -95
0
Totaal 35

3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

Het in 2024 gerealiseerd resultaat van de BIE bedraagt € 325.000,- (voordelig) en is nagenoeg gelijk aan het begrote resultaat ter grootte van € 327.000,- (voordelig).

Per programma is de ontwikkeling van het resultaat als volgt:

Programma 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur

Het gerealiseerde resultaat  in programma 3.2 is € 133.000,-  hoger dan begroot.

De baten zijn € 24.000,- hoger dan begroot, voornamelijk door de vrijval van een deel van de verliesvoorziening (+ € 133.000,-) en  lagere grondopbrengsten (- € 126.000,-).

De lasten zijn € 109.000,- lager dan begroot. Oorzaak: lagere kosten bouwrijp maken (+€ 90.000,-.) en minder uren eigen personeel (+€25.000,-).

Programma 8.2 Grondexploitatie niet-bedrijventerreinen

Het gerealiseerde resultaat in programma 8.2 is € 324.000,- hoger  dan begroot.

De baten zijn € 628.000,- lager dan begroot door de gedeeltelijke vrijval van de voorziening materiële vaste activa (+ € 575.000,-) voor in exploitatie genomen gronden waarvan € 565.000,- voor Gorredijk Loevestein fase 4 zuid , de gedeeltelijke vrijval van de voorziening nog uit te voeren werken (+ € 34.000,-), de gedeeltelijke  vrijval van de verliesvoorziening BIE (+ € 217.000,-) waarvan + € 188.000 verwachte WBI-6 subsidie voor Terwispel Kolderveen (toegekende subsidie maximaal € 204.500,-), lagere rentekosten (+ € 100.000). lagere grondopbrengsten (- € 390.000,-) waarvan € 198.000,- voor Siegerswoude Uthôf en € 180.000,- voor Wijnjewoude Meester Geertswei en  een nadelige balansmutatie (- € 1.169.000,-).

De lasten zijn  € 952.000,-  lager dan begroot door inbreng in exploitatie genomen gronden uit de materiële vaste activa (- € 1.400.000,-),  de vorming van  verliesvoorzieningen  (- € 500.000,-) waarvan € 401.000,- voor Terwispel Kolderveen en € 98.000,- voor Gorredijk Loevestein fase 4 zuid, lagere kosten bouwrijp maken (+ € 994.000,-) waarvan  € 706.000,- voor later bouwrijp maken van Terwispel Kolderveen, minder uren eigen personeel (+ € 50.000,-) en  een  voordelig balansmutatie (+ € 1.781.000,-). 

Wijziging in de prognose van het resultaat

Het begrote nog te realiseren resultaat vanaf 2025 voor de BIE (+ € 35.000,-) is € 62.000,-  hoger dan in de begroting 2024 (- € 27.000,-).  Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een afname van het verwachte verlies voor Gorredijk industrie (+ € 133.000,-) en het verwachte verlies voor Gorredijk Loevestein fase 4 zuid (- € 98.000,-). 

Specificatie resultaat grondexploitatie
x € 1.000 Begr. 2024 (incl wijz.) Realisatie 2024 Mut. begr. /real. 2024
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur
Baten 123 147 25
Lasten -280 -171 109
Saldo -157 -24 133
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen)
Baten 1.518 891 -628
Lasten -1.310 -358 952
Saldo 208 533 324
Totaal grondexploitatie
Baten 1.641 1.038 -603
Lasten -1.590 -529 1.061
Saldo 51 509 458
Waarvan mutaties voorzieningen - -460 -460
Waarvan doorbelaste loonkosten 276 276 -
Resultaat exclusief mutaties voorzieningen en loonkosten 327 325 -2

4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

  • Conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en extra rentekosten kunnen ontstaan.
  • Verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag.
  • Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
  • Milieurisico’s.
  • Planschadeclaims.
  • Hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen.
  • Archeologische risico’s
  • Onvoldoende mogelijkheden in de met de provincie overeengekomen woningbouwruimte.

De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, zijn hiervoor voorzieningen gevormd. 

Actuele risico’s in de bouwgrond in exploitatie

In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

5. Nog te realiseren resultaten bouwgrond in exploitatie

Eind 2024 waren nog  12 kavels voor woningbouw te koop in lopende bouwgrond exploitaties (BIE), waarvan 8  in Wijnjewoude (locatie OBS It Twaspan) en 4 kavels in Siegerswoude (Uthôf). Er was op deze locaties nog  5.040 m2 bouwgrond beschikbaar voor woningbouw. Dit is exclusief 11.000 m2 grond in Terwispel Kolderveen waarop een geurcirkel (milieucirkel) van een boerderij ligt. Hierdoor is deze grond voor onbepaalde tijd niet beschikbaar voor woningbouw. Ten westen van dit gebied is Terwispel Kolderveen fase 2 in 2024 in exploitatie genomen. Daar heeft de geurcirkel geen invloed op.

Op het bedrijventerrein Overtoom in Gorredijk zijn alle kavels verkocht. Op bedrijventerrein Tolbaas in Gorredijk zijn eind 2024 nog 7 kavels (16.368 m2) te koop. Enkele kavels zijn gereserveerd of onder optie.

De  gerealiseerde en nog te realiseren resultaten per complex zien er als volgt uit:

Resultaat Bouwgrond in exploitatie (BIE) per complex
x € 1.000 Resultaat 2024 Nog te realiseren resultaat Looptijd
Woningbouwlocaties: 0 0
Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 33 126 2027
Gorredijk - Loevestein fase 4 - zuid 0 -95 2030
Siegerswoude-Uthôf 0 248 2026
Terwispel - Kolderveen fase 1 0 10 2025
Terwispel - Kolderveen fase 2 0 -377 2028
Ureterp - Noord 55 228 2027
Ureterp - De Hege Kamp 237 0 afgesloten in 2024
Wijnjewoude-Meester Geertswei 6 / Locatie It Twaspan 0 2 2027
Totaal woningbouwlocaties 325 142
Bedrijventerreinen:
Gorredijk - Industrie *) 0 -107 2028
Totaal bedrijventerreinen 0 -107
Totaal saldo resultaat 325 35
*)  Het verwachte verlies in de complexen Gorredijk Industrie, Gorredijk Loevestein fase 4 zuid en Terwispel Kolderveen fase 2 is afgedekt met een voorziening.

Investeringen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

Over het verloop van de lopende investeringen informeren we de gemeenteraad in overeenstemming met artikel 5 en 6 van de financiële verordening periodiek. 
Bij de jaarrekening stellen we voor om afgeronde investeringen af te sluiten en lichten we eventuele overschrijdingen boven de € 50.000 toe.

Overzicht investeringen

Terug naar navigatie - Overzicht investeringen

Excel-tabel

Krediet Realisatie t/m 2023 Realisatie 2024 Totaal realisatie Restant
Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Afsluiten
7004100 Verbouw werkcafé 398 329 73 403 -4 Ja
7040100 Verduurzaming gemeentelijke gebouwen 3.000 26 26 2.974 Nee
7040115 Nieuwbouw zoutloods GK 60 39 39 21 Nee
7123002 Bergplaats gemeentewerf Ureterp 278 12 252 264 14 Nee
7123006 Voorbereiding openbare ruimte De Finne 60 4 4 56 Nee
7123206 Bouwkundig Kortezwaag -660 7.165 709 -462 1.698 -462 2.407 -198 4.758 Nee
7123210 Nieuwbouw De Opdracht 2.489 3 30 32 2.456 Nee
7123215 Voorbereiding IKC De Finne 263 83 345 427 -165 Nee
7123219 Voorbereiding voetbal De Finne 369 4 4 365 Nee
7123221 Openbare ruimte de Opdracht 163 163 Nee
7123288 Nieuwbouw De Verbinding -150 3.997 -150 332 2.635 -150 2.967 1.030 Nee
7123291 Openbare ruimte De Verbinding 86 6 6 80 Nee
7123501 Vaste inrichting Kortezwaag 210 56 56 154 Nee
7123502 Onderzoeken en leges Kortezwaag 270 198 198 72 Nee
7123504 Openbare ruimte Kortezwaag 589 5 169 174 415 Nee
7123505 Installaties Kortezwaag -400 5.182 1.147 1.147 -400 4.035 Nee
7124024 Doorfietsroute Drachten-Heerenveen -5.400 7.200 30 43 73 -5.400 7.127 Nee
7124025 Vervanging brug Moanleane Wijnjewoude 490 6 32 38 452 Nee
7124028 Wijkvernieuwing Elkien Gorredijk 650 15 15 635 Nee
7124213 Nieuwbouw De Tynje 7 5.359 -107 1.880 4.102 -107 5.983 114 -623 Nee
7124214 Openbare ruimte De Tynje 258 168 168 90 Nee
7125313 V-49-DSF Opel E-Vivaro 50 50 50 Ja
7125329 Opel Movano VZN-69-X 83 83 83 Ja
7125330 Opel Movano VZF-96-F 54 54 54 Ja
7125331 Opel Movano VZS-23-K 76 76 76 Ja
7125332 Opel Movano VZF-04-G 55 55 55 Ja
7125333 Opel Movano VZV-45-X 66 66 66 Ja
7125334 Weidemann shovel 50 50 50 Ja
7126350 Hissink Snippercombi 50 50 50 Ja
7126451 Frontmaaier Eco Clipper EC-FM4 Sport 39 39 39 Ja
7129395 Gladheidmeldsysteem t.l.v. groep 3 50 20 20 30 Nee
7129396 Calcium opslagtank Up t.l.v. groep 4 43 3 3 39 Nee
7129555 Tiny Houses Gorredijk 182 12 129 140 42 Nee
7210000 Ombouwen 580 armaturen naar LED 260 260 Nee
7210100 Verv.rijb. Binnenwei Lippenhuizen Hemrik 300 301 301 -1 Ja
7420002 Noodlokaal Doarpsskoalle 390 196 196 194 Nee
7420106 Voorber.krediet nieuwbouw Lyndenstein 660 660 660 Ja
7570100 Vervangen 5 fiets-voetgangersbruggen 172 0 172 Nee
7570101 Vervangen verkeersbrug Langpaed 950 38 38 912 Nee
7570102 Vervangen verkeersbrug Poostweg 850 6 6 844 Nee
7610100 Overname pand Ikenhiem -146 146 24 24 -146 122 Nee
7610200 Voorbereiding MFC De Wier 145 6 6 140 Nee
7610300 Voorbereiding De Skâns 953 10 84 94 859 Nee
-6.749 44.160 -257 3.472 -462 12.970 -719 16.442 -6.030 27.719

Toelichting overschrijding groter dan € 50.000

Terug naar navigatie - Toelichting overschrijding groter dan € 50.000

Omschrijving (toelichting)

Voorbereiding IKC de Finne
Het project heeft vertraging opgelopen waardoor het voorbereidingskrediet niet meer toereikend is. Op 22 april 2025 is het definitieve krediet door de raad vastgesteld en is geen sprake meer van een overschrijding van het krediet.

Nieuwbouw De Tynje
Stichting MFA De Tynje heeft nog een aanzienlijk deel van de BOSA-subsidie te ontvangen. Deze subsidie wordt
momenteel voorgefinancierd door de gemeente. Daarnaast is er een verschil van inzicht tussen de gemeente en Stichting MFA De Tynje over de verdeling van financiële bijdragen. Het raadsvoorstel vormt hierbij het uitgangspunt. Over dit punt zijn gesprekken gaande maar er is nog geen volledige overeenstemming is bereikt.

OWO samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

Samen sterker, dat is de OWO-samenwerking. Het gaat om de samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op beleidsmatige terreinen waar dit vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt. En daar mogen we trots op zijn.

In 2024 is de OWO-bestuursovereenkomst geactualiseerd zodat deze beter aansluit op de huidige OWO-samenwerking, minder gaat over het oprichten van de OWO-afdelingen en meer gericht is het continueren en optimaliseren van de samenwerking. De OWO-klankbordgroep is tweemaal bijeengekomen en er zijn twee themabijeenkomsten georganiseerd, over het Omgevingsplan en over ICT. De 3e bijeenkomst is niet doorgegaan wegens te weinig aanmeldingen. 

Wat hebben we bereikt

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt

Omschrijving (toelichting)

Bodemplaatonderzoek OWO-VTH en OWO-B&R
Eerder hebben we onderzoek gedaan wat er nodig is de OWO-afdeling Bedrijfsvoering toekomstbestendig te maken. In 2024 zijn we een soortgelijk onderzoek gestart voor OWO-afdelingen Beheer & Registratie (B&R) en Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving (VTH). De uitkomsten verwachten we in het 1e kwartaal van 2025.

Digitale dienstverlening
Binnen de OWO werken we continue aan de verbetering van de dienstverlening. In 2024 hebben we daarom de volgende zaken opgepakt:   
•    Alle medewerkers zijn overgegaan naar Microsoft 365. 
•    De overstap naar een nieuwe kernapplicatie voor het Sociaal domein en Belastingen is nog niet geheel afgerond. Onder andere personele wisselingen intern én bij de aanbieder, zorgen voor vertraging. Naast de overstap naar nieuwe kernapplicaties betekent dit ook wat voor de medewerkers die ermee moeten werken. We onderzoeken hoe we het beheer van de nieuwe applicaties goed kunnen oppakken en leiden de medewerkers op te werken vanuit de nieuwe systemen. Afronding van beide applicaties volgt in 2025.
•    We werken hard aan verbetering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Samen met de gemeente Leeuwarden hebben we een regelanalist aangetrokken die aan de slag is het DSO beter en begrijpelijker in te richten. Deze omvangrijke klus loopt nog door in 2025. 
•    We maken grote stappen in het wegwerken van de achterstanden bij het archief. We verwachten dit project in 2025 af te ronden.
•    Wij zijn aangesloten op de MijnOverheid berichtenbox. We versturen de WOZ-aanslagen via de berichtenbox. De komende periode gaan we het aantal producten die we via MijnOverheid versturen uitbreiden.  

Datagedreven werken, Kunstmatige intelligentie en informatieveiligheid  
Datagedreven werken, kunstmatige intelligentie en informatieveiligheid worden steeds actuelere onderwerp binnen de OWO-samenwerking. We werken aan een datastrategie voor de OWO-gemeenten en zetten in op bewustwording bij medewerkers. Daarnaast hebben we: 
•    De eerste data dashboards (monitors) opgesteld om zo teams efficiënter met behulp van inzichtelijke data te laten werken. Denk hierbij aan een monitor bij VTH en bij gebiedsteams. 
•    De werkgroep A.I. opgericht om de ontwikkeling van Kunstmatige intelligentie te volgen, vraagstukken op te pakken rondom A.I. en advies te geven op welke wijze we veilig gebruik kunnen maken van A.I. 
•    De invoering van de Woo (wet open overheid) en de Wmbev (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) opgepakt om zo te voldoen aan beide wetten. 
•    Besloten in OWO-verband te werken aan nieuw informatieveiligheidsbeleid en willen we voldoen aan de BIO II, het nieuwe kader voor de overheid voor informatiebeveiliging. In 2025 hopen we dit nieuwe beleid aan u voor te leggen voor vaststelling

Inkoop, aanbesteden en verzekeren 
We werken in OWO-verband samen aan zowel inkoop, aanbesteden en verzekeren. In het Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MOVI) actieplan hebben we afspraken gemaakt hoe we binnen de OWO verdere stappen kunnen zetten op het gebied van maatschappelijke inkoop. Daarnaast hebben we in 2024 binnen OWO gewerkt aan de volgende zaken. 
•    Bij zowel de gebiedsteams, de aanbieders én de backoffice Sociaal domein is veel werk verzet om de nieuwe Inkoop Jeugd vanaf 1 januari 2025 goed van start te laten gaan. 
•    Het contractbeheer is verder geprofessionaliseerd en het verzekeringsbeleid is in OWO opnieuw vastgesteld. 

De omgevingswet, APV en omgevingsplannen 
In 2024 is de nieuwe Omgevingswet ingevoerd. Om deze nieuwe wet goed binnen OWO te organiseren zijn er een aantal zaken opgepakt:
•    Er zijn collega’s vrijgemaakt die vragen van inwoners over de nieuwe wet konden beantwoorden. 
•    We hebben afgesproken in OWO-verband de omgevingsplannen op te stellen. 
•    We hebben in OWO-verband sneltoetscriteria afgesproken om zo sneller een vergunning te kunnen verlenen voor kleinere werkzaamheden. 
•    We stemmen regelmatig af met de Fumo over de nieuwe taakverdeling en hoe we hier gezamenlijk goed uitvoering aangeven.  
•    We werken aan de aanpassing van de APV zodat deze goed aansluit op de nieuwe omgevingswet. We hadden de hoop dit in 2024 af te ronden, maar dit is niet gelukt. Besluitvorming wordt verwacht in de eerste helft van 2025. 

Het VTH beleidsplan, ondermijning en veiligheid 
We zien bij VTH een verschuiving van onderwerpen die veel tijd vragen. Zo hebben we in 2024 veel tijd gestoken in leefbaarheid, burenruzies, statushouders en ondermijning. Ook zien we steeds meer soevereinen in onze regio. Dit kost VTH ook steeds meer tijd en inzet. De extra beschikbaar gestelde voor toezicht en handhaving zijn zeer welkom gebleken. 
We hebben het afgelopen jaar veel inzet gepleegd op:
•    Het trainen van medewerkers zodat zij hun werk veilig kunnen doen. Denk hierbij aan de RTGB (Regeling toetsing geweldbeheersing buitgewoon opsporingsambtenaren) trainingen. 
•    De maandelijkse ondermijningsdag in één van de drie OWO-gemeenten. Dit zijn integrale acties met diverse professionals om ondermijning tegen te gaan.  
•    Het uitvoeren van controles op o.a. illegale bewoning, prostitutie en uitbuiting en huisvesting. 
•    De voorbereiding, vergunningverlening en toezicht rondom evenementen. We hebben afgesproken in OWO-verband te werken aan nieuw Evenementenbeleid.     

Het VTH beleidsplan liep tot eind 2024. In het eerste kwartaal van 2025 ontvangt u daarom een voorstel het beleidsplan te verlengen tot 2026 om zo het vierjarige plan gelijk op te laten lopen met de collegeperiode. 

Vluchtelingen

Gevoerd beleid vluchtelingen

Terug naar navigatie - Gevoerd beleid vluchtelingen

 Inleiding
In deze paragraaf verantwoorden wij ons over het gevoerde beleid, de gemaakte kosten en de te ontvangen compensatie vanwege de opvang van vluchtelingen uit de Oekraïne.

Gevoerd beleid
Opsterland heeft verschillende taakstellingen op het gebied van huisvesting van vluchtelingen. Hieronder valt de opvang van Oekraïense ontheemden, de huisvesting van statushouders en de opvang van asielzoekers volgens de spreidingswet. 

Voor de opvang van Oekraïense ontheemden moeten gemeentes locaties verzorgen. In Opsterland hebben we verschillende gemeentelijke locaties. In 2024 is voormalig schoolgebouw de Tsjerne verbouwd voor de opvang van 40 Oekraïense ontheemden. Een deel van de Oekraïense ontheemden wordt in gemeentelijke particuliere locaties opgevangen. Verschillende locatiecoördinatoren zorgen ervoor dat de opvang goed verloopt. Vanuit het gebiedsteam is extra formatie ingezet om bijvoorbeeld de leefgeldregeling goed te laten verlopen. Daarnaast worden er projectleiders ingezet voor de realisatie van locaties en werken er beleidsadviseurs aan de verschillende opgaven. 

In september 2024 heeft de raad besloten om voormalige zorglocatie Ikenhiem in Beetsterzwaag te verbouwen tot een doorstroomlocatie voor statushouders. Om dit goed op te zetten zijn er verschillende medewerkers aan het werk. In 2025 wordt de doorstroomlocatie opgeleverd. Deze locatie draagt bij aan de spreidingswet, omdat we hiermee asielzoekerscentra ontlasten.

De opgave huisvesting vluchtelingen pakken we integraal op. We zetten in op transparante communicatie en goede integratie. 

Onderstaande tabel geeft de inkomsten en lasten weer van de opvang in 2024.

Oekraïne crisis baten en lasten
x € 1.000 2022 2023 2024
Inkomsten
Rijksvergoeding GOO en POO 3.524 4.201 4.067
Transitievergoeding - 360 800
Totaal inkomsten 3.524 4.561 4.867
Lasten
Kosten transitie - 804 1.154
Huisvesting 438 493 557
Verstrekkingen 476 235 202
Begeleiding 160 62 66
Personele lasten 559 608 576
Overig 17 50 3
Totaal lasten 1.649 2.252 2.556
Restant (inkomsten - lasten) 1.875 2.309 2.310