Paragrafen

Lokale heffingen

Lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

De diverse verordeningen belastingen en heffingen worden jaarlijks in december voorafgaand aan het betreffende jaar vastgesteld. In de begroting is al uitgegaan van het nieuwe niveau van de tarieven. Waar dat mogelijk is en wettelijk is toegestaan worden de tarieven van 2018 verhoogd met de pbbp indexering (prijs bruto binnenlands product) van 2,4%. Een uitzondering hierop vormen de tarieven voor afval en riolering. Deze tarieven zijn gebaseerd op kostendekkendheid.

Kaderstellende documenten
De jaarlijks vastgestelde verordeningen belastingen en heffingen.

Overzicht geraamde inkomsten
In het hierna volgende overzicht staan de in onze gemeente geldende belastingen en heffingen. De verwachte opbrengst aan belastingen en heffingen bedraagt in 2019 € 12,6 miljoen, ongeveer 15,6% van de totale gemeentelijke baten.

Programma

 Lokale belastingen en heffingen

 (bedragen x € 1.000)

Jaarrekening 2017 Begroting 2018 (incl. wijz) Begroting 2019
0 Algemeen plaatselijke verordening               26               46      45
0 Leges publiekszaken             281             448    166
8 Leges omgevingsvergunning             945             625     626
3 Toeristenbelasting             165             148     148
7 Begrafenisrechten             145             150     150
7 Afvalstoffenheffing (excl. kwijtscheldingen)          2.811          2.731 2.946
7 Rioolheffing (excl. kwijtscheldingen)          2.504          2.645 2.763
0 Onroerendezaakbelasting          4.517          4.309 4.413
0 Precariorechten          1.339          1.300 1.300
  Totaal        12.733        12.402 12.557

 Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting bedraagt 5% van de logiesomzet in onderkomens niet toebehorende of ter beschikking gesteld door de belastingplichtige en 2.5% van de logiesomzet in onderkomens van of ter beschikking gesteld door belastingplichtige. Deze percentages zijn niet gewijzigd.

Afvalstoffenheffing
Het tarief van de afvalstoffenheffing is gebaseerd op 100% kostendekking. De tarieven voor 2019 zullen in december worden vastgesteld in de betreffende verordening.

Rioolheffing
In de begroting 2018 is afgesproken dat we in vier jaar willen toegroeien naar 100% kostendekking. Dit betekent over 2019 en maximaal de volgende twee jaren een extra verhoging van de tarieven van ongeveer 2% per jaar.  De tarieven voor 2019 zullen in december worden vastgesteld in de betreffende verordening.

Onroerendezaakbelasting

De tarieven voor 2019 zullen in december worden vastgesteld in de betreffende verordening. 

Precariorechten
In 2018 worden voor € 1,7 miljoen aanslagen precariorechten voor kabels en leidingen opgelegd. Omdat de opbrengsten precariorechten voor de jaren na 2013 nog omgeven is met een aantal risico’s wordt voor hetzelfde bedrag een voorziening gevormd (zie raadsbesluit d.d. 8 oktober 2012).

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Bestemmingsheffingen (afvalstoffenheffing en rioolrecht) en retributies (bijvoorbeeld leges, marktgelden en standplaatsgelden) zijn bedoeld om met de inkomsten uit die belastingheffing de gemeentelijke lasten van die activiteiten te bekostigen. Om te voorkomen dat een gemeente met deze specifieke belastingen ook andere activiteiten financiert, is in de Gemeentewet het verbod opgenomen dat de geraamde baten de geraamde lasten overschrijden. (De wetsbepalingen die de kostendekkende tarieven voorschrijven, spreken steeds over geraamde bedragen. Dit komt doordat de rechtsbescherming vereist dat de verordening voor aanvang van de belastingheffing moet zijn vastgesteld. Op dat moment zijn alleen de verwachtingen bekend. De mate van kostendekkendheid moet derhalve op begrotingsbasis worden vastgesteld.) Door dit vereiste mogen de opbrengsten hooguit kostendekkend zijn. In de praktijk spreekt men dan ook wel van kostendekkende tarieven. Als de opbrengsten minder dan kostendekkend zijn, zullen de lasten uit andere inkomsten worden betaald. Bijvoorbeeld uit de algemene belastingen (met name OZB) of uit de algemene middelen. Als de gemeente niet voor kostendekkende tarieven kiest, betekent dit dat niet alleen de kostenveroorzakers, maar alle belastingplichtigen meebetalen. Het uitgangspunt dat de veroorzaker betaalt, wordt dan losgelaten. 

Kruissubsidiëring
Zeker bij leges waarbij de tarieven voor verschillende activiteiten in één belastingverordening worden geregeld, kan zich de vraag voordoen op welk niveau de kostendekkendheid moet worden getoetst. Het uitgangspunt daarbij is toetsing op verordeningenniveau, waarbij de geraamde lasten van alle benoemde activiteiten worden gedekt door de gezamenlijke baten uit de te heffen belastingen/leges. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk: een verwacht overschot bij de ene activiteit wordt gebruikt voor de dekking van een verwacht tekort bij een andere activiteit en omgekeerd. 

Afval en Riolering

Kostendekkendheid
De mate van kostendekkendheid wordt in de onderstaande tabellen weergegeven:

Afval

Directe kosten    
Totaal van de gemeentelijke lasten  € 2.806.959  
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen  € 641.474  
Netto directe kosten taakveld    € 2.165.485
Indirecte kosten    
Btw  € 553.529     
Overhead en rente  € 27.415      
Netto indirecte kosten taakveld    € 580.944   
Totale lasten  product 'Afval 2019'    € 2.746.429
     
Totale heffingen    
Afvalstoffenheffing    € 1.925.045
Afvalstoffenheffing Restafval    € 791.291   
Afvalstoffenheffing GFT        € 30.000    
Totale heffingen  product 'Afval 2019'    € 2.746.336
     
Dekkingspercentage   100%

 Riolering

Directe kosten    
Totaal van de gemeentelijke lasten  € 2.199.887  
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen  €                -  
Netto directe kosten taakveld    € 2.199.887
Indirecte kosten    
Btw  € 453.434     
Overhead en rente  € 149.493   
Netto indirecte kosten taakveld    € 602.927   
Totale lasten  product 'Riolering 2019'    € 2.802.813
     
Totale heffingen    
Rioolheffing, baten  € 2.763.000  
Totale heffingen  product 'Riolering 2019'    € 2.763.000
     
Dekkingspercentage   98,6%

De gemeente Opsterland heeft als uitgangspunt dat de tarieven van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend moeten zijn.

Omgevingsvergunningen

Omgevingsvergunningen
De tariefstelling ten aanzien van de diverse omgevingsvergunningen is niet van een dergelijke omvang dat volledige kostendekkendheid kan worden bewerkstelligd. Een volledige kostendekkendheid kan niet worden gerealiseerd omdat dan de tarieven voor bepaalde vergunningen (bijvoorbeeld evenementenvergunningen) zodanig zouden moeten stijgen dat de hoogte van de leges niet meer in verhouding staat tot de activiteit.

Kostendekkendheid

Directe kosten    
Totaal van de gemeentelijke lasten € 689.295      
Totaal van de gemeentelijke baten; niet zijnde heffingen  €                  -  
Netto directe kosten taakveld   € 689.295  
Indirecte kosten    
Btw €                   -  
Overhead en rente € 232.270   
Netto indirecte kosten taakveld    € 232.270
Totale lasten  product 'Omgevingsvergunningen 2019'   € 921.565
Totale heffingen    
Heffingen € 626.104  
Totale heffingen  product 'Omgevingsvergunningen 2019'    € 626.104
Dekkingspercentage   68%

 

Lokale lastendruk

De lokale lastendruk 2019 kan niet eerder vastgesteld worden dan na vaststelling van de tarieven in december 2018. Bij het vaststellen van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitgangspunten uit het coalitieakkoord en de aangekondigde maatregelen.

De “Atlas van de lokale lasten 2018” (COELO) geeft voor onze gemeente het volgende rangnummer (nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 387 de hoogste):

  • Woonlasten meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner rangnummer 127 (2017 nr. 92)

Beleidsindicatoren

De beleidsindicatoren die betrekking hebben op woonlasten en gemiddelde WOZ waarde zijn opgenomen in programma 8.

Kwijtscheldingsbeleid
Voor de onroerendezaakbelastingen en de heffingen voor riool- en afvalstoffenheffing, zoals die elk jaar gecombineerd worden opgelegd, kan kwijtschelding worden verkregen. Bij kwijtschelding vindt een vermogenstoets en een inkomenstoets plaats. De gemeente moet hiervoor een norm vaststellen. Deze norm wordt gerelateerd aan de bijstandsnorm. In onze gemeente is de kwijtscheldingsnorm gelijk aan de bijstandsnorm (100%).

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie Een juist oordeel over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit kan alleen maar worden gegeven als er een juist en volledig beeld bestaat van de risico’s, de kans hierop en de eventuele financiële gevolgen. Daartoe wordt jaarlijks een risicoprofiel opgesteld.

Kaderstellende documenten
Beleidskader reserves en voorzieningen.
Beleidskader vaststelling bedrag post onvoorzien.

Inventarisatie van de risico’s en het weerstandscapaciteit

Risicoprofiel:
In onderstaande tabel benoemen we de risico’s en schatten daarbij de factoren "kans" (dat het risico zich voordoet) en "invloed" (de impact als het risico zich voordoet) in. De top tien van risico’s , gesorteerd naar invloed op de weerstandscapaciteit, geeft het volgende beeld.

Risico Kans maximaal financieel gevolg invloed Totaal risico
Uitgaven Decentralisatie Jeugd en WMO overschrijden de geraamde bedragen 50% € 1.500.000 13% € 750.000
Meerjarige afname WSW-medewerkers verloopt trager dan verwacht 60% € 400.000 4% € 240.000
Financiële consequenties herstructurering Caparis NV 15% € 800.000 2% € 120.000
Tegenvallende resultaten grondexploitaties. 15% € 1.000.000 3% € 150.000
Borgstellingen. 1% € 27.000.000 5% € 270.000
Financiële consequenties invoering BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) 90% € 2.000.000 31% € 1.800.000
Financiële tegenvallers grote projecten 10% € 20.000.000 34% € 2.000.000
De uitkering uit het gemeentefonds is in een volgende circulaire mogelijk lager dan verwacht. 50% € 1.000.000 9% € 500.000
         
  totaal € 53.700.000 100% € 5.830.000

De genoemde maximale financiële gevolgen zijn relatief. Een risico met een groot maximaal financieel gevolg kan op basis van de “kans” en “invloed” een relatief beperkte invloed op het aan te houden minimale weerstandscapaciteit hebben. Omgekeerd kan een klein maximaal financieel gevolg een grote invloed hebben.

Beheersing van de hiervoor genoemde risico's:

Financiële consequenties die voortvloeien uit het actueel worden van bovengenoemde risico's worden opgenomen in de jaarstukken (verantwoording) en komen via het resultaat ten laste van de algemene reserve. Zoals hierna aangegeven is het niveau van de algemene reserve voldoende.

Bepalen weerstandscapaciteit:
De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 6 miljoen. De weerstandscapaciteit is € 12,7 miljoen. Dit betekent dat wij in staat zijn om met de huidige weerstandscapaciteit ook grotere risico’s het hoofd te kunnen bieden.

In onderstaande tabel wordt de (incidentele) weerstandscapaciteit weergegeven. De bedragen zijn geactualiseerd tot het moment van opstellen van de begroting.

Incidenteel weerstandsvermogen (bedragen x € 1.000)    
Algemene reserve 1 januari 2019:    
Algemene reserve deel buffer 7.500  
Algemene reserve deel investeringen 1.582  
Algemene reserve vrij deel 3.670  
Totaal algemene reserve   12.752
Totaal bestemmingsreserves   8.893
Totale incidentele weerstandscapaciteit 1 januari 2019   21.645

In onderstaande tabel wordt het verloopoverzicht van de algemene reserve vermeld.

Algemene reserve (bedragen x € 1.000)
  Saldo
Saldo verantwoording 2018 14.528
Mutaties in 2018:  
Resultaat 2017 2.586
Resultaatbestemmingen 2017 168-
Verkeersknelpunten Sinneblomstrjitte 200-
Kansen culturele hoofdstad 87-
MFA Gorredijk 1.083-
Dekking negatief resultaat begroting 2018 2.824- 
Saldo na genomen raadsbesluiten

12.752

Naast de incidentele weerstandscapaciteit is er ook een structurele weerstandscapaciteit in de begroting opgenomen namelijk de post onvoorzien (€ 37.500).

Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Jaarlijks worden de risico’s geïnventariseerd. Daarnaast berekenen we het beschikbare weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen moet minimaal de berekende risico’s kunnen dekken.

Kengetallen

De vijf voorgeschreven kengetallen die onder andere met behulp van de bovenstaande geprognosticeerde balans zijn berekend, luiden als volgt:

Kengetallen Rekening 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022
1 Netto schuldquote 58,98% 65,94% 42,01% 42,98% 60,08% 61,33%
  Netto schuldquote excl. verstrekte leningen 40,80% 47,72% 42,01% 42,98% 60,08% 61,33%
2 Solvabiliteitsratio 28,22% 24,38% 26,23% 25,88% 22,29% 22,69%
3 Structurele exploitatieruimte -1,21% 0,15% -0,03% 0,37% 0,44% -3,42%
4 Grondexploitatie 3,64% 1,80% 2,51% 2,57% 2,28% 2,98%
5 Belastingcapaciteit 97,93% 94,07% 94,07% 94,07% 94,07% 94,07%

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie:

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft daarmee een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten die vervolgens onder dezelfde voorwaarden, zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties. In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). De gemeente Opsterland heeft ultimo 2019 geen opgenomen leningen uitstaan die zijn doorbetaald aan woningbouwcorporaties. Daarom is er met ingang van 2019 geen verschil tussen de beide netto schuldquote percentages. De kengetallen stijgen in 2021 omdat in dat jaar diverse grotere investeringen worden verwacht.

Solvabiliteitsrisico
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om op de lange termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Indien er sprake is van een forse schuld én veel eigen vermogen  (het totaal van de algemene en de bestemmingsreserves), hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien een lening is aangegaan omdat het eigen vermogen niet liquide is (het eigen vermogen ‘zit vast’ in bijvoorbeeld een gemeentehuis of is aangewend voor de financiering van andere investeringen). Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de financiele weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van de gemeente. De solvabiliteitsratio drukt immers het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen en geeft daarmee inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De VNG gaat ervan uit dat voor gemeenten een solvabiliteit van 20% toereikend is. De solvabiliteit ligt boven deze grens en is dus toereikend.

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting OZB. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. De relevantie van dit kengetal voor de beoordeling van de financiële positie schuilt erin dat het van belang is om te weten welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De kengetallen moeten daarbij in samenhang worden bezien. Wanneer bijvoorbeeld de grondexploitatie er niet toe bijdraagt om de schuldpositie te verminderen en de structurele exploitatie ruimte negatief is, geeft het kengetal belastingcapaciteit inzicht in de mogelijkheid tot hogere baten. 

Grondexploitatie
De afgelopen jaren is bij diverse gemeenten gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van de gemeente. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Het is belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio. De gemeente Opsterland heeft een gunstig kengetal ‘grondexploitatie’ en loopt op grond daarvan op dit terrein een veel kleiner risico dan veel andere gemeenten. Van een te hoge waardering van gronden is bovendien momenteel geen sprake.

Belastingcapaciteit
De OZB-bate is voor de gemeente Opsterland de belangrijkste eigen belastinginkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een eventuele financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen. Ook geeft de belastingcapaciteit aan welke ruimte er theoretisch is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In het BBV is er voor gekozen om de belastingcapaciteit te relateren aan landelijk gemiddelde tarieven. In de eerste plaats is voor een landelijk gemiddelde gekozen omdat over het algemeen geen maximum is gesteld aan belastingentarieven. Daarnaast geeft een gemiddelde meer inzicht in de betekenis van de belastingcapaciteit voor de financiële positie dan wanneer het gerelateerd wordt aan een maximaal te heffen tarief en worden deze gemiddelden ook onderling door gemeenten gebruikt om lasten te vergelijken. Het Coelo publiceert jaarlijks de “Atlas van de Lokale Lasten”, een macro en micro overzicht van opbrengsten van de hoogte en ontwikkeling van tarieven, heffingen en woonlasten dat mede daarvoor wordt gebruikt. Ook wordt voortaan in de meicirculaire van het gemeentefonds een overzicht opgenomen met de (ontwikkeling van de) gemiddelde lastendruk van de woonlasten van een meerpersoonshuishouden.

Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat deze beide heffingen niet per se kostendekkend hoeven te zijn (er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet benut wordt).

Uit de beschrijving van de verschillende kengetallen blijkt dat een afzonderlijk kengetal nog weinig zegt over hoe de financiële positie moet worden beoordeeld. Zo hoeft een hoge schuld niet per definitie een nadelig effect te hebben op de financiële positie. Het effect is namelijk ook afhankelijk van wat er aan eigen vermogen tegenover staat, hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost en wat bijvoorbeeld de omvang van de baten is. Ook een tegenvallende ontwikkeling van de grondprijs hoeft geen negatieve invloed te hebben indien de structurele exploitatieruimte groot (genoeg) is, of als de gemeente over voldoende ruimte in de belastingcapaciteit beschikt (er is in die gevallen ruimte om tegenvallers op te vangen). Het is dus, met andere woorden, niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten altijd in samenhang worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente.

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor het beheer van de openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen. Deze openbare ruimte bevat voorzieningen die we uit kapitaalgoederen noemen. Dit zijn wegen, wegbebakening, straatmeubilair, riolering, civiele kunstwerken (bruggen e.d.), openbaar groen, openbare verlichting en gebouwen. Het onderhoud hiervan is van belang voor de leefbaarheid en veiligheid in onze gemeente. Daarnaast is goed onderhoud van belang om kapitaalverlies te voorkomen.

In het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 (hierna: BKP) zijn de kwaliteitsniveaus van de arealen (te onderhouden kapitaalgoederen) openbaar groen, verhardingen en kunstwerken vastgelegd door de gemeenteraad (13 mei 2013). Hierin heeft in 2017 een herijking plaatsgevonden (notitie Kapitaalgoederen) om kapitaalvernietiging te minimaliseren. Het onderhoud van deze arealen is daarbij gedifferentieerd naar gebruik. Netjes waar het moet, sober waar het kan. De ambitieniveaus voor de riolering zijn vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan 2015-2019 (GRP).

Kaderstellende documenten

Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 (BKP)
Aanpassingen Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte op openbaar groen (vastgesteld 15-10-2015)
Notitie kapitaalgoederen 2017
Beheerplan onderhoud sportvelden (2008)
Beleidsnota Licht in de Duisternis (2009)
Gemeentelijk rioleringsplan 2015-2019 (GRP)
Gemeentelijk verkeer en vervoerplan 2010 Bereikbaar zijn en blijven (GVVP)
Evaluatie Gemeentelijk verkeer en vervoerplan 2010
Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland 2014

Wegen en verhardingen

Kerncijfers

De gemeente heeft ongeveer 2,7 miljoen m2 verharding in beheer. Deze bestaat voor 58% uit asfalt, 40% elementenverharding (klinkers, tegels e.a.) en 2% beton. De totale verharding vertegenwoordigt een geschatte waarde van ongeveer € 175 mln.

Areaal Hoeveelheid Kwaliteitsniveaus beheer en onderhoud verharding per structuurelement
Bedrijven terreinen Buiten gebied Centra Groen gebieden / Parken Hoofd wegen Woon gebieden
Fietspaden 85km Hoog Basis Hoog Zeer Hoog Basis Hoog
Parkeervoorzieningen 11,2ha Basis Laag Laag Zeer Hoog Laag Laag
Wegen 397km Basis Laag Laag Zeer Hoog Hoog Laag
Voetpaden / trottoirs 124km Laag Hoog Laag Laag Laag Basis

Huidige kwaliteit (CROW) op basis van inspectie 2018

Het gewenste kwaliteitsniveau van de verhardingen is vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan openbare ruimte 2014-2018.

Om kapitaalvernietiging te voorkomen is aanvullend in september 2017 de Notitie kapitaalgoederen vastgesteld waarmee de ambitie is uitgesproken om alle arealen op een basis niveau te gaan onderhouden.

Areaal Hoeveelheid Kwaliteitsniveaus beheer en onderhoud verharding per structuurelement
Bedrijven terreinen Buiten gebied Centra Groen gebieden / Parken Hoofd wegen Woon gebieden
Fietspaden 85km Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Parkeervoorzieningen 11,2ha Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Wegen 397km Basis Basis Basis Basis Basis Basis
Voetpaden / trottoirs 124km Basis Basis Basis Basis Basis Basis

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 en de herijking n.a.v. de Notitie Kapitaalgoederen 2017.

Het begrote budget wordt gebruikt voor groot en klein onderhoud. Om de arealen vanaf 2018 op een basisniveau te onderhouden wordt het jaarlijkse budget van €1.765.000 in vier jaar tijd verhoogd tot € 2.041.000 (jaarlijks met € 69.000).

Wegen budget onderhoud
Jaar Budget Verhoging Budget
2018 € 1.765.000 € 69.000 € 1.834.000
2019 € 1.834.000 € 69.000 € 1.903.000
2020 € 1.903.000 € 69.000 € 1.972.000
2021 € 1.972.000 € 69.000 € 2.041.000

Rehabilitatie (het totaal vervangen) van verharding wordt apart aangevraagd. Dit is in 2019 niet aan de orde. Het herstellen van de laag onderhouden arealen wordt gedurende 4 jaar uitgevoerd. Hiervoor wordt gedurende vier jaar jaarlijks € 248.000 in een egalisatiereserve gedoteerd (totaal € 992.000).

Toekomst

Wegen hebben afhankelijk van gebruik en soort een bepaalde (theoretische) levensduur. Het grootste deel van de wegen in de gemeente is aangelegd of gerehabiliteerd tussen 1970 en 1990. Dit zorgt er voor dat er in verhouding vanaf 2020 meer wegen aan vervanging toe zijn. Het zwaartepunt van deze (theoretische) vervangingspiek ligt tussen 2030 en 2050.

Riolering

Kerncijfers

In de gemeente ligt meer dan 350 km riolering onder de grond. Hiervan is 214 km vrijverval en 137 km mechanische riolering. Daarnaast zorgen 558 gemalen, 112 IBA’s (reinigingsstations op perceelniveau) en 5 bergbezinkvoorzieningen voor de verwerking van afval- en hemelwater. De totale installatie vertegenwoordigt een geschatte waarde van ongeveer € 146 mln.

Gemeentelijke watertaken Kwaliteitsniveaus  per structuurelement
Centrum Woongebieden Bedrijventerreinen Buitengebied
Afvalwater inzameling van afvalwater Hoog > Basis Hoog > Basis Hoog > Basis Basis
transport van afvalwater Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog
Hemelwater inzameling van overtollig hemelwater Basis > Hoog Basis > Hoog Basis > Hoog  n.v.t.
verwerking van hemelwater in riolen Basis Basis Basis  n.v.t.
verwerking van hemelwater in openbare ruimte Basis Basis Basis  n.v.t.
Grondwater inzameling van grondwater Basis Basis Basis  n.v.t.
verwerking van grondwater Basis Basis Basis  n.v.t.

Huidige kwaliteit (CROW) op basis van inspecties en prognoses.

Beheer

Het gewenste kwaliteitsniveau van de installatie is vastgelegd in het Gemeentelijke Rioleringsplan 2015 – 2019 (GRP). Met het voortzetten van het huidige beleid wordt de installatie op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Gemeentelijke watertaken Kwaliteitsniveaus  per structuurelement
Centrum Woon-gebieden Bedrijven-terreinen Buiten-gebied
Afvalwater inzameling van afvalwater Basis Basis Basis Basis
transport van afvalwater Basis Basis Basis Basis
Hemelwater inzameling van overtollig hemelwater Basis Basis Basis  n.v.t.
verwerking van hemelwater in riolen Basis Basis Basis  n.v.t.
verwerking van hemelwater in openbare ruimte Laag > Basis Laag > Basis Laag > Basis  n.v.t.
Grondwater inzameling van grondwater Basis > Laag Basis > Laag Basis > Laag  n.v.t.
verwerking van grondwater Basis Basis Basis  n.v.t.

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met het Gemeentelijk Rioleringsplan 2015-2019.

In overeenstemming met het GRP is in 2019 ruim €1 mln beschikbaar voor onderhoud en vervanging.

Toekomst

Tot 2040 is er voldoende budget om het vastgestelde ambitieniveau te handhaven. Na 2040 is de reserve uitgeput en worden de uitgaven hoger dan de inkomsten.

Vaarwegen en kunstwerken (water)

 Kerncijfers

Civiele kunstwerken
Omschrijving Aantal
Bruggen (beweegbaar) 17 stuks
Bruggen (vast) 28 stuks
Bruggen (hout) 96 stuks
Kademuren 6.860 m1
Oeverconstructies 26.734 m1
Vaarrecreatieve voorzieningen 36 stuks
Duikers 4 stuks
Tunnels* 4 stuks
Sluizen 1 stuks

*Van drie tunnels heeft de gemeente het dagelijks beheer. Het eigendom ligt bij de Provincie Fryslân of Rijkswaterstaat
Het totale areaal kunstwerken vertegenwoordigt een geschatte vervangingswaarde van ongeveer € 55 mln.

Beheer

Het gewenste kwaliteitsniveau van kunstwerken e.a. is vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan openbare ruimte 2014-2018. Binnen het begrote budget worden de kunstwerken / voorzieningen op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Areaal Kwaliteitsniveaus beheer en onderhoud verharding per structuurelement
Bedrijven terreinen Buiten gebied Centra Groen gebieden / Parken Hoofd wegen Woon gebieden
Bruggen (beweegbaar)  n.v.t. Basis Basis  n.v.t. Basis Basis
Bruggen (vast)  n.v.t. Laag Basis  n.v.t. Laag Basis
Bruggen (hout)  n.v.t. Laag  n.v.t. Basis Basis Basis
Kademuren  n.v.t. Basis Basis  n.v.t.  n.v.t. Basis
Oeverconstructies  n.v.t. Basis  n.v.t.  n.v.t.  n.v.t. Basis
Vaarrecreatieve voorzieningen  n.v.t. Basis Basis  n.v.t.  n.v.t. Basis

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018.

Groot onderhoud wordt gedekt vanuit de voorziening. Hier wordt jaarlijks € 257.000 aan gedoteerd. De totale uitgaven aan onderhoud bedragen in 2019 circa € 0,5 mln. Vervangingen worden separaat aangevraagd.

Toekomst

Voor kunstwerken is geen verwachte vervangingspiek. Tot en met 2025 betreft de theoretische vervanging circa €5 mln. Tot en met 2040 bedraagt dit circa €12 mln. Op dit moment is er nog geen sprake van kapitaalvernietiging aan vaste en houten bruggen.

Groen

Kerncijfers

Opsterland is een groene gemeente met een diversiteit aan openbaar groen. De grootste arealen zijn hieronder weergegeven.

Openbaar groen
Omschrijving Aantal
Bomen 49.000 stuks
Bosplantsoen 900.000 m2
Sierbeplanting 75.000 m2
Hagen 9.500 m1
Grasveld 965.000 m2
Bermen/ruigte 1.893.000 m2
Watergangen/vijvers 590.000 m2
Parkmeubilair 800

stuks

Beheer

Het gewenste kwaliteitsniveau van het openbare groen is vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan openbare ruimte 2014-2018. Om kapitaalvernietiging te minimaliseren is aanvullend in september 2017 de Notitie Kapitaalgoederen vastgesteld waarmee de ambitie is uitgesproken om meer arealen op een basis niveau te gaan onderhouden.

Binnen het begrote budget worden de arealen groen op de vastgestelde niveaus onderhouden.

Beeldkwaliteit  

Centra

Woon gebied

Hoofd wegen

Bedrijven terrein

Groen gebieden / parken

Buiten gebied

Begraaf plaatsen

Bomen

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Bosplantsoen

Basis

Basis

Laag

Laag

Laag

Laag

Basis

Sierbeplanting

Basis

Basis

Basis

Laag

Basis

Laag

Hoog

Hagen

 n.v.t.

Basis

Basis

Basis

Laag

Laag

Hoog

Grasveld

Basis

Laag

Laag

Laag

Laag

Laag

Hoog

Bermen

 n.v.t.

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Kruidenrijk gras

Basis

Laag

Laag

Laag

Laag

 n.v.t.

Basis

Watergangen/vijvers

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Parkmeubilair

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Basis

Hoog

Vastgelegde kwaliteit (CROW) in overeenstemming met de aanpassingen op het Beeldkwaliteitsplan beheer openbare ruimte 2014-2018 (15-10-2015) en de Notitie Kapitaalgoederen 2017.

In overeenstemming met het BKP is in 2019 € 1.964.000 beschikbaar voor onderhoud. De werkzaamheden aan het openbaar groen worden deels uitgevoerd door eigen dienst en Caparis.

Toekomst

In het areaal bomen komt ziekte voor (o.a. essentaksterfte en kastanjebloedingsziekte), waardoor op korte termijn (<5jr) de veiligheid van deze bomen niet kan worden gewaarborgd. Deze bomen (circa 5% van het areaal) worden gekapt. Voor een deel hiervan wordt herplant gepleegd.

Gebouwen

Kerncijfers

De gemeente heeft 52 gebouwen in beheer en eigendom. Het gemeentelijk vastgoed heeft een herbouwwaarde van circa € 63 mln.

Gemeentelijk vastgoed
Functieomschrijving Aantal
Bedrijfsvoering 11
Maatschappelijk 14
Monumentaal 8
Voormalige scholen en leegstaande gebouwen 6
Dorpshuizen 4
Overig 9
Totaal gebouwen 52

 Beheer

Het grootste deel (90%) van de gebouwen wordt onderhouden op basis van de kwaliteit ‘instandhouding’. Dit betekent dat aan de gebouwen werkzaamheden worden verricht om het gebouw te behouden in de staat waarin het zich bevindt. Deze gebouwen voldoen wat betreft het onderhoud aan de gestelde bestekskwaliteit. De overige gebouwen (10%) zijn niet meer in gebruik of zullen binnenkort niet meer in gebruik zijn en worden verkocht of gesloopt. Aan deze gebouwen wordt het minimaal noodzakelijke onderhoud gepleegd.

Voor het planmatig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar. Er is jaarlijkse een dotatie van € 731.000 aan deze voorziening. Gemiddeld wordt er jaarlijks ongeveer € 1 mln uitgegeven.

Toekomst

Overbodig vastgoed wordt afgestoten (sloop of verkoop). Voor het in stand houden van de gemeentelijke gebouwen is een voorziening beschikbaar.

Openbare verlichting

Kerncijfers

In Opsterland staan circa 4.400 lantaarnpalen waarvan ongeveer 90% in beheer en eigendom van de gemeente zijn. De overige palen zijn in beheer en eigendom van de Provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, woningcorporaties en VvE’s. De totale vervangingswaarde van de installatie bedraagt ongeveer € 6 mln.

Beheer

De beleidsuitgangspunten van de openbare verlichting staan vastgelegd in de notitie "Licht in de Duisternis" (2009). De masten worden onderhouden op CROW kwaliteitsniveau B (is overeenkomstig aan het ‘basisniveau’ zoals vastgelegd in het BKP).

Het begrote budget wordt gebruikt voor het onderhouden (in stand houden) van de huidige installatie. Voor vervanging wordt indien aan de orde een vervangingskrediet aangevraagd. 

Toekomst

De installatie openbare verlichting is relatief jong. Op basis van de theoretische levensduur ontstaat na 2025 een vervangingspiek. Deze wordt met de komende vervangingsprojecten afgevlakt. Voor het verder ombouwen van de installatie naar LED wordt jaarlijks €200.000 geïnvesteerd. 

Financiering

Financiering

Inleiding

Deze paragraaf gaat over de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Deze taken hebben als doel de gemeente te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.

Beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

In de financiële verordening heeft de raad het college bestuurlijk mandaat gegeven voor het uitoefenen van de financieringsfunctie. Het college zorgt daarbij voor:

  1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van tijdelijke overtollige gelden;
  2. Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s.
  3. Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen.
  4. Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017).

Beleidskader reserves en voorzieningen (2016).

Rentelasten, rentebaten, renteverdeling

De door de gemeente betaalde en ontvangen rente wordt per saldo verantwoord op Algemene dekkingsmiddelen.

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is vastgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Voor de in de komende jaren aflopende langlopende leningen wordt er van uit gegaan dat deze weer voor hetzelfde leningsbedrag worden aangetrokken tegen een geschat rentepercentage van 1%.

Renteverwachtingen 2019

Een belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling. De keuze tussen korte en lange looptijden wordt mede bepaald door de verwachte renteontwikkelingen. We verwachten in 2019 geen grote veranderingen in de rentestand. Daarnaast speelt de spreiding in de schuldportefeuille een grote rol.

Renterisicobeheer

Het renterisico is het volume aan uitstaande schuld, dat aan renteherziening onderhevig is. De wetgever heeft in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) eisen gesteld aan het renterisico dat een gemeente in enig jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Het college zorgt ervoor dat de gemeente verantwoord en goedkoop financiert binnen de gegeven normen.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet houdt in, dat maximaal 8,5% van de totale begroting met kort geld gefinancierd mag zijn. Voor 2019 is dit voor onze gemeente maximaal € 6,7 miljoen. Normaliter wordt getracht tot aan de kasgeldlimiet via kortlopende leningen te financieren omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan die van langlopende leningen.

Renterisiconorm

De renterisiconorm houdt in, dat maximaal 20% van het totaal van de begroting aan een renteherziening onderhevig mag zijn. Dit betekent dat we maximaal over € 15,6 miljoen renterisico mogen lopen. Het totaal op de langlopende leningen af te lossen bedrag in 2019 bedraagt € 5 miljoen (exclusief leningen die betrekking hebben op de doorgeleende leningen aan woningbouwcorporaties). We voldoen aan de renterisiconorm.

Doorgeleende leningen

Aan de woningbouwcorporaties zijn in het verleden leningen doorgeleend. Ultimo 2018 is het totaal van deze leningen € 12,3 miljoen. De resterende leningen worden in 2019 volledig door de woningbouwcorporaties afgelost. De leningen die wij daarvoor hebben aangetrokken worden ook in 2019 afgelost. Ultimo 2019 hebben we geen "doorgeleende leningen" meer.

Liquiditeiten

Ook in de toekomst zullen wij een beroep moeten blijven doen op de kapitaalmarkt. Aan de hand van de vastgestelde begroting 2019 wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld. Op deze wijze is er sturing mogelijk op onze financieringsbehoefte en de daaraan verbonden kosten.

Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering

De hoofdpunten van beleid worden beschreven in de programma’s van de begroting. Het realiseren van die beleidsdoelen kan alleen met de inzet van diverse middelen als personele inzet, financiële middelen en administratie, communicatie, ICT, onderzoek, informatievoorziening en archivering, juridische adviezen, inkoop, huisvesting en andere ondersteunende faciliteiten. De inzet dient effectief, efficiënt en integer te zijn.

De bedrijfsvoering en de ontwikkeling daarvan hangt nauw samen met vraagstukken rondom sturing en control. Met de woorden: "zijn we in control” wordt bedoeld of de besturing van de ambtelijke organisatie beheerst wordt. Hoe lopen de processen en zijn ze efficiënt ingericht, worden de processen en de kosten beheerst en zijn (financiële) risico’s benoemd, zijn risicobeheersmaatregelen tijdig getroffen, zijn de te behalen resultaten helder en smart geformuleerd, boeken we de resultaten die zijn afgesproken, wordt er op de juiste momenten verantwoording afgelegd? Deze zaken hebben permanent aandacht.
Bedrijfsvoering gaat daarnaast ook over innovatie: kunnen we de processen slimmer organiseren en kan het goedkoper en beter? De ontwikkelingsbijdragen van de communicatietechnologie spelen daarbij een essentiele rol. Neem als voorbeeld de ontwikkeling van app's op smartphones en tablets, ook in ons dagelijkse werk.

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingen die in de gemeentelijke bedrijfsvoering spelen. Vele ontwikkelingen zijn al ingezet en zullen in 2019 verder aandacht behoeven. Enkele accenten worden hierna toegelicht.

Kaderstellende documenten

Organisatieverordening (2017).

Inkoop en aanbestedingsbeleid OWO 2018 (2018-16078).

Normenkader rechtmatigheid (wordt jaarlijks door het college vastgesteld).

Bestuursovereenkomst OWO 2015 (2016-13886). 

Gekanteld werken

Om als gemeente gekanteld te werken en op die manier initiatieven uit de samenleving te kunnen faciliteren, wordt ook het nodige van medewerkers verwacht. Deze maatschappelijke context vraagt om duidelijkheid in de communicatie over de rol van de gemeente, meer maatwerk en betere dienstverlening, die sterker gericht is op de omgeving en de samenwerking. Medewerkers dienen vraaggericht maatwerk te kunnen leveren, met respect voor wet- en regelgeving

Organisatieontwikkeling, meer doen met minder middelen

Er worden steeds zwaardere eisen gesteld aan de ambtelijke organisatie en aan de bedrijfsvoering. De organisatie moet als gevolg van doorgevoerde ombuigingen met minder financiële middelen meer realiseren. Het gemeentelijke takenpakket en de gewenste kwaliteit nemen elk jaar toe. Aanjagers voor verhoging van efficiëntie en flexibiliteit om resultaten te boeken zijn onder meer projectmatig werken, digitalisering van de dienstverlening, maar ook samenwerking met andere gemeenten en ketenpartners. Dit vraagt continue aandacht. Door nieuwe taken kan de formatie ook toenemen. Er zijn dus twee tegengestelde bewegingen.

Verloop fte's op hoofdlijnen fte's
formatie begroting 2018             214
structurele nieuwe taken (Perspectiefbrief 2018) 2
sociaal domein 3
bezuiniging (taakstelling) personeel -1
structurele formatie begroting 2019            218

Bij de Perspectiefbrief 2018 zijn 3 fte meegenomen voor nieuwe taken. In het sociaal domein is voor 3 fte budget omgezet in formatie die directe zorg aan de cliënten verricht. Dit is een budget neutrale wijziging.  In 2018 is het laatste deel van de taakstelling op personeel (uit de begroting 2015) gerealiseerd, dit geeft een daling van de formatie met 1 fte.

 

Samenwerking in OWO-verband

De gemeente zet de samenwerking met Ooststellingwerf en Weststellingwerf voort.  OWO heeft de volgende gezamenlijke afdelingen:

  • Bedrijfsvoering (financiële administratie, personeels- en salarisadministratie, inkoop en aanbesteding, ICT, documentaire informatievoorziening en verzekeringen); gehuisvest te Wolvega.
  • Beheer en Registratie (belastingen, vastgoedinformatie en backoffice Werk, inkomen en zorg) ; gehuisvest te Oosterwolde;
  • Vergunningverlening, toezicht en handhaving; gehuisvest te Gorredijk.

Verdere finetuning van de aansluiting van vele processen en kwaliteitsniveaus van de OWO-afdelingen met hun respectievelijke moederorganisaties zal in 2019 met kracht worden voortgezet.

De bovenstaande resultaten van deze samenwerking vloeien voort uit de afspraken uit de Bestuursovereenkomst 2015.

Professionalisering van de organisatie

Bij een gemeente die modern wil besturen, hoort een daarop afgestemde organisatie, een organisatie met modern werkgeverschap én werknemerschap. Het betekent ook een samenhangende aanpak, waarin de verschillende beleidsterreinen elkaar versterken. Om dit te bereiken, gaan we in 2019, onder de noemer Koers 2022, verder met gekanteld werken en voeren we programmagestuurd werken in. Daarnaast is digitalisering een belangrijke ontwikkeling in onze organisatie. Het succes van deze ontwikkelingen is onder andere afhankelijk van cultuurveranderingen. Versterking van de competenties flexibiliteit, eigenaarschap, verantwoordelijkheid, ondernemerschap, sensitiviteit en proactiviteit helpt mee de dienstverlening aan de netwerksamenleving te verbeteren.

Overige ontwikkelingen

Herbezinning taken

In het laatste kwartaal van 2018 en in het eerste van 2019 wordt een proces doorlopen om de taken en werkzaamheden van de gemeente te herbezinnen. Dit traject wordt ingezet om zicht te krijgen op mogelijke ruimte om de nieuwe ontwikkelingen die op de gemeente afkomen en de ambities die in het coalitieakkoord zijn uitgesproken te kunnen realiseren. De raad en inwoners worden bij dit proces betrokken. De herbezinning kan ertoe leiden dat bepaalde taken niet langer of minder uitgebreid uitgevoerd worden.

Toezicht en controle op de gemeente

Toezicht en controle op de gemeente

Doel paragraaf toezicht en controle

In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de toezichtvormen en controles die in 2019 zullen plaatsvinden. Het gaat hierbij om toezicht en controle op de gemeente. Dit ter onderscheiding van toezicht en handhaving die de gemeente uitvoert op activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen. Puntsgewijs wordt ingegaan op:

  1. Accountantscontrole en rechtmatigheid
  2. Audits informatiebeveiliging
  3. Horizontale verantwoording college aan de raad
  4. Interbestuurlijk toezicht door de provincie
  5. Rekenkamercommissie
  6. Waarstaatjegemeente.nl

 

Ad 1 Accountantscontrole en rechtmatigheid

De raad heeft een kaderstellende rol met betrekking tot de accountantscontrole. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden  staan de wettelijke goedkeurings- en rapporteringstoleranties in een percentage van de omvangsbasis (de totale lasten van de gemeente) vermeld. De raad kan een lager percentage voor deze toleranties vaststellen. De uitgangspunten voor de accountantscontrole 2019 zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren:

  • De goedkeuringstolerantie is voor de jaarrekening 2018 vastgesteld op de wettelijke norm van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden.
  • De rapporteringstolerantie is voor de jaarrekening 2018 vastgesteld op 0,5% voor fouten en 1,5% voor onzekerheden.

  Overige uitgangspunten zijn:

1. Budgetrecht raad

Indien blijkt dat het door de raad geautoriseerde budget onvoldoende is, zal het college in principe voor aanvullende budgettaire ruimte voorstellen doen aan de raad. Dit is niet nodig als er door het college dekking kan worden gevonden binnen het desbetreffende programma. Maar als de uitgave inhoudelijk niet overeenkomt met de doelstellingen van de raad, dan moet het college dit alsnog ter besluitvorming voorleggen aan de raad. Mutaties worden elk jaar bij de Perspectiefbrief gemeld, waarbij het college een voorstel aan de raad overlegt tot het wijzigen van de lopende begroting.

2. Normenkader

Het normenkader bestaat uit alle wet- en regelgeving, die van belang zijn voor de accountantscontrole. Het normenkader wordt jaarlijks per 31 december door het college vastgesteld en ter kennis van de raad gebracht.

3. Controleplan

Het controleplan van de accountant over het verslagjaar 2018 zal met de auditcommissie van de raad worden afgestemd.

Met het vaststellen van de begroting worden ook de bovenvermelde uitgangspunten voor de accountantscontrole vastgesteld.

Ad 2 Audits informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker. Als gemeente werken we met de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). De BIG bestaat uit een stelsel van maatregelen op organisatorisch, fysiek en technisch gebied. Daarnaast zijn er specifieke wetten waar we aan moeten voldoen, zoals de basisregistratie personen (BRP), de paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet), de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de basiskaart grootschalige topografie (BGT) en Digid. 

Om een  veelvoud aan diverse audits tegen te gaan is in 2017 een start gemaakt met ENSIA (enkelvoudige normering, single information audit). Dit is een zelfevaluatietool om te kijken hoe de organisatie ervoor staat op het gebied van de bovenstaande wetten. 

Dit betekent dat maar één keer per jaar de zelfevaluatielijst ingevuld hoeft te worden. De informatie wordt gebruikt voor de horizontale verantwoording aan de gemeenteraad en aan diverse verticale verantwoordingslijnen als departementen.

ENSIA heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren door het toezicht te bundelen en aan te sluiten op de gemeentelijke planning & control-cyclus. Hierdoor heeft de gemeenteraad meer overzicht over de stand van zaken van de informatieveiligheid en kan hij bijsturen op de voortgang van de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging gemeenten (BIG). 

 

Ad 3 Horizontale verantwoording van college aan de gemeenteraad

Door de invoering van de Wet revitalisering generiek toezicht is de controlerende taak van de gemeenteraad versterkt. Dit komt tot uitdrukking door de volgende activiteiten:

  1. meer aandacht voor de uitvoering van de medebewindstaken in de jaarstukken en
  2. deelname aan het VNG-project Versterken horizontale verantwoording. Dit project richt zich op verantwoording via de website “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Wat punt a betreft wordt in het jaarverslag in verschillende programma’s informatie verstrekt over de uitvoering van landelijke wetgeving. In de meeste gevallen wordt dit in tabellen aangegeven, waarbij de ontwikkeling van de laatste drie of vier jaren te vergelijken is. Substantiële financiële mutaties worden toegelicht in de programma’s bij de derde W (wat kost het ?).

Naast deze vorm van verantwoorden is over de uitvoering van de medebewindswetgeving meer informatie te vinden op de website “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Een nieuwe toevoeging aan de begroting zijn landelijke kengetallen, die opgenomen worden bij de betreffende programma’s in de begroting.

Ad 4 Interbestuurlijk toezicht door de provincie (verticaal toezicht)

Het interbestuurlijk toezicht (IBT) is de wettelijke toezichtstaak die een provincie heeft ten aanzien van de uitvoering van de medebewindstaken door gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen.

De provincie richt zich als toezichthouder op de volgens de provincie meest risicovolle thema’s binnen de beleidsterreinen. Dit zijn de volgende beleidsterreinen:

Ook houdt de provincie toezicht op de financiële positie van gemeenten.

Het toezicht gebeurt op basis van vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten. Als basis van het interbestuurlijk toezicht is een goede horizontale verantwoording (controle door gemeenteraad bij gemeenten) onmisbaar.

Het interbestuurlijk toezicht is gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. Aan de hand van het stoplichtmodel wordt er een beoordeling gegeven. De uitkomst hiervan kan de kleur groen, oranje of rood zijn. Groen staat voor goed, oranje staat voor matig/risico en rood voor taakverwaarlozing. Ingrijpen gebeurt alleen als wettelijk vastgelegde taken niet of niet juist worden uitgevoerd. Of als besluiten in strijd zijn met het algemeen belang of het recht. In deze gevallen is de uitkomst van de beoordeling de kleur rood en kan de provincie gebruik maken van de volgende instrumenten:

  • Indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. Bij taakverwaarlozing kan de provincie de taak overnemen.
  • Schorsing en vernietiging. Als er besluiten worden genomen die in strijd zijn met het recht of het algemeen belang, kan het besluit worden voorgedragen voor schorsing of vernietiging.

 Informatie over de prestaties van onze gemeente staat op “www.waarstaatjegemeente.nl”.

Ad 5 Rekenkamercommissie Opsterland

De rekenkamercommissie heeft als taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door de gemeente vastgestelde beleid en de uitvoering van het beleid. De rekenkamercommissie is volledig onafhankelijk.

Voor 2019 zal de rekenkamercommissie een onderzoeksplan aan de raad voorleggen.

Ad 6 Waarstaatjegemeente.nl

De website "waarstaatjegemeente.nl" laat zien hoe onze gemeente er op verschillende beleidsterreinen voor staat. Daarbij kunnen vergelijkingen worden gemaakt met andere gemeenten. Het instrument “Waarstaatjegemeente.nl”, een product van VNG Realisatie (voorheen Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten /KING), is voortdurend in ontwikkeling. Bijvoorbeeld door betere indicatoren uit te vinden en nieuwe beleidsvelden toe te voegen. Naast de genoemde toezichtinformatie is op “Waarstaatjegemeente.nl” ook  andere informatie over Opsterland beschikbaar.

Voorbeelden zijn: bevolkingsontwikkeling, woningmarkt, overlast en onveiligheid, verkeersveiligheid, waardering onroerende zaken, sociale zekerheid (uitkeringen), zorg en welzijn, onderwijs, duurzaamheid, lokale economie en de baten en lasten in de gemeentelijke begroting.

Verbonden partijen

Verbonden partijen

Het doel van deze paragraaf

In de verschillende programma’s van de begroting worden maatschappelijke effecten beoogd die (mede) door externe organisaties worden verwezenlijkt. In een aantal daarvan heeft de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang. In deze paragraaf wordt daarvan een overzicht gegeven.

Definitie verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als:

  • een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat;
  • de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij door stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt.

 Visie op en de beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen

De gemeente heeft met het oog op het beperken van regelgeving geen afzonderlijke Kadernota verbonden partijen vastgesteld. Visie en beleid op verbonden partijen zijn daarom terug te vinden in deze paragraaf van de begroting. De gemeente voert overheidstaken uit en wil doelen bereiken in de samenleving. Dit moet effectief en efficiënt. In een aantal gevallen kan de gemeente deze taken en doelen niet of moeilijk zelf uitvoeren en is er een noodzaak om met andere gemeenten, provincie of waterschap samen te werken. De gemeente Opsterland voert hierbij een terughoudend beleid. Verbonden partijen worden alleen aangegaan als dit door de wet verplicht wordt gesteld of als er een ondubbelzinnig gemeentelijk belang is, gerelateerd aan grensoverschrijdende belangen en/of de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van de taken.

Bij deelname aan een verbonden partij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. De op te richten verbonden partij moet bij uitstek het instrument zijn om het gemeentelijke doel te realiseren.
  2. Er moet een gedegen afweging plaatsvinden met betrekking tot de vorm van de verbonden partij (praktisch en beperken van bestuurlijke drukte).
  3. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moet helder en duaal omschreven worden.
  4. Bij het aangaan van verbonden partijen moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschapsverhoudingen, winst- en risicoverdeling en te leveren (toetsbare) prestaties.
  5. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de inzichtelijkheid en beheersbaarheid van (financiële) risico’s.
  6. Er moeten voldoende waarborgen in de regeling worden opgenomen voor democratische legitimatie (bij overdracht raadsbevoegdheden) en voor controle en beïnvloeding door o.a. inzichtelijke en transparante begrotingen en verantwoordingen, het verstrekken van relevante en adequate informatie (nieuwsbrieven en tussenrapportages) en door controlemechanismen als financiële adviescommissies en rekenkameronderzoek.

 Kaderstellende documenten

De diverse gemeenschappelijke regelingen en daaraan ten grondslag liggende collegebesluiten en raadsbesluiten.

Overzicht verbonden partijen

Lijst verbonden partijen

  • Gemeenschappelijke regelingen:
    • Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
    • Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou
    • Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten
    • Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden
    • Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Fryslân te Leeuwarden
    • Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten
  • Vennootschappen:
    • Caparis NV te Drachten
    • NV Afvalsturing Fryslân
    • NV Fryslân Miljeu
    • NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
    • BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch
    • CBL Vennootschap BV Den Bosch
    • CSV Amsterdam BV Den Bosch

 Informatie per verbonden partij:

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

GR Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Ellen van Selm

Te behartigen openbaar belang

De gemeenschappelijke belangen van de Friese gemeenten op de terreinen van publieke gezondheidszorg, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing, het bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, het in standhouden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer en tot slot het zijn van een platvorm voor samenwerking voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners, dan wel organisaties en andere openbare lichamen.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

3,70 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017 € 2.342.541.

Eigen vermogen per 31-12-2017 € 3.041.686.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 53.790.000.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 55.525.486.

Het resultaat

2017:  € 1.271.000.

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: € nihil

Betaling voor verrichte diensten in 2017: € 2.458.000.

Bijdrage 2018: € 2.586.802.

Bijdrage 2019: € 2.612.167.

De risico’s die de gemeente loopt

De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.

De Veiligheidsregio Fryslân is nog volop in ontwikkeling om de bedrijfsvoering verder op orde te brengen. De veiligheidsregio heeft daarnaast te kampen met de invoering en overname van wettelijke taken met de implementatie en uitvoering van de regionalisering van de brandweerzorg. Dit vergroot de druk op de bedrijfsvoering.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 1 Veiligheid; 4 Onderwijs; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

GR Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grou

 

Portefeuillehouder

Anko Postma

Te behartigen openbaar belang

Het behartigen van de belangen van de 24 deelnemende Friese gemeenten, de provincie en het waterschap bij de uitvoering van taken en bevoegdheden op het gebied van het milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

Het aantal stemmen is afhankelijk van de financiële bijdragen van de deelnemers en wordt jaarlijks vastgesteld. Opsterland heeft op dit moment 1 stem van de 75 (1,33%). Een wijziging van de stemverhoudingen is aanstaande.

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017: € 430.704.

Eigen vermogen per 31-12-2017: € 5.729.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 1.652.068.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 3.883.035.

Het resultaat

2017: -/-  € 193.301

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Bijdrage 2018:  € 206.697.

 

Risico’s die de gemeente loopt

Er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten. De FUMO vult een organisatie in op basis van uitgangspunten en een bedrijfsplan uit 2012. Intussen is gebleken dat die uitgangspunten niet meer actueel zijn. Dit verhoogt het risico van financiële tekorten in de aanloopfase. Diverse gemeenten, waaronder de OWO-gemeenten, hebben in een zienswijze aan de bel getrokken en dringend gevraagd om een uiterst sober en zuinig opereren.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 7 Volksgezondheid en milieu; 8 Bouwen, wonen en gronden

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

GR Sociale werkvoorziening Fryslân te Drachten

Portefeuillehouder

Libbe de Vries

Te behartigen openbaar belang

Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften voor de 8 deelnemende gemeenten.

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft de uitvoering van deze taak “uitbesteed” aan Caparis NV (“Caparis”).

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

12,50 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017: € 690.000.

Eigen vermogen per 31-12-2017: € 625.000.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 8.266.000.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 6.394.000.

Het resultaat

 Resultaat 2017: -/- € 65.000.

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage 2017: nihil.

Betaling voor verrichte diensten in 2017: € 3.968.000.  Begroting 2019: € 3.610.000 voor 122 formatieplaatsen in zogenoemde SE’s (standaard eenheden van 36 uur).

Risico’s die de gemeente loopt

Gemeenten ontvangen van het Rijk een bijdrage in de kosten van de sociale werkvoorziening. Deze bijdrage is m.i.v. 2015 jaarlijks verder door het Rijk naar beneden bijgesteld. Omdat de rijksbijdrage op dit moment al onvoldoende is om de werkelijke kosten (loonkosten) te dekken, zal het tekort de komende jaren verder toenemen. Dit zogenoemde “subsidietekort” moet door de gemeenten zelf worden gedragen.

De GR treedt op als financier voor Caparis. Voor de leningen van de GR aan Caparis zijn door Caparis zekerheden gesteld in de vorm van hypotheek- en pandrecht. Het risico voor de GR bestaat daarin, dat Caparis in staat moet zijn om aan de vereiste aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen en dat bij ingebrekestelling de waarde van de verkregen zekerheden niet toereikend is voor het aflossen van de financiering.

Er is dus een risico dat de deelnemers bij eventuele tekorten moeten bijspringen (zie Verbonden partij Caparis).

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 6 Sociaal domein.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

GR Recreatieschap De Marrekrite te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van 19 deelnemende Friese gemeenten (excl. Ooststellingwerf en de vier eilanden) en de provincie Friesland op het gebied van een evenwichtige en gecoördineerde ontwikkeling van de watersport en van andere vormen van recreatie op en aan het water, met inachtneming van de belangen van natuur en landschap.

In de praktijk wordt gezorgd voor de bevaarbaarheid van waterwegen (baggeren), beheer en onderhoud aanlegsteigers en andere voorzieningen, vuilnisophaal in watersportgebieden en een uniforme regeling brugbediening.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

4,55 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017: € 4.410.207.

Eigen vermogen per 31-12-2017:.€ 4.012.195.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 635.465.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 1.520.946.

Het resultaat

2017: -/- € 398.012

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Bijdrage in 2017: € 17.487.

Bijdrage waterrecreatie: € 12.544 (begroting 2019).

Bijdrage landrecreatie: € 3.363 (begroting 2019).

Bijdrage baggerfonds: € 466 (begroting 2019).

Bijdrage onderhoud Fietsen en wandel : € 6.757 (begroting 2019).

Risico’s die de gemeente loopt

De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat de deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 5 Sport, cultuur en recreatie.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

GR Hûs en Hiem, welstandsadvisering en monumentenzorg in Friesland te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Anko Postma

Te behartigen openbaar belang

Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân.

In de praktijk betekent dit geven van welstandsadviezen over bouwplannen en het adviseren over algemene welstandsvraagstukken.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

3,85 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017: € 165.742.

Eigen vermogen per 31-12-2017: € 321.942.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 107.080.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 93.672.

Het resultaat

2017:  € 156.200

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Voor de dienstverlening door Hûs en Hiem is de gemeente een vergoeding verschuldigd die via de gemeentelijke leges wordt doorberekend aan de vergunning aanvragers. Er is dus geen vaste gemeentelijke bijdrage.

Lasten in 2017: € 64.302.

Risico’s die de gemeente loopt

De risico’s zijn in beginsel niet heel groot. Wel is er een inherent risico bij een gemeenschappelijke regeling dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 8 Bouwen, wonen en gronden.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

GR Exploitatiemaatschappij Bedrijvenpark Drachten te Drachten

Portefeuillehouder

Anko Postma

Te behartigen openbaar belang

Het te behartigen belang is het ontwikkelen en exploiteren van het bedrijvenpark Drachten en het verzorgen van een optimale afstemming van alle hiermee samenhangende aspecten en bevoegdheden van de beide deelnemers, de gemeente Smallingerland en Opsterland.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

50 %

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017: € 0.

Eigen vermogen per 31-12-2017: € 3.594.330 (Gerealiseerde winst)

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 12.441.082.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 11.971.972.

Het resultaat

2017: € 3.594.330 (de gerealiseerde winst wordt niet uitgekeerd maar binnen de exploitatie gehouden)

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: niet van toepassing.

Betaling voor verrichte diensten in 2017: niet van toepassing.

Risico’s die de gemeente loopt

De prognoses van de resultaten zijn gebaseerd op aannames (restant looptijd, tempo van verkopen, fasering woonrijp maken). De verwachtingen, waar de resultaten op zijn gebaseerd zijn zo goed mogelijk onderbouwd. Echter hoe langer de looptijd (in dit geval tot 2030) van de exploitatie, hoe minder betrouwbaar de prognoses en dus ook het berekende resultaat zijn.

Beide gemeenten zijn op basis van de afgesproken verdeelsleutel aansprakelijk voor eventuele verliezen. Al gerealiseerde winsten worden binnen de exploitatie gehouden ter dekking van eventuele risico’s. De gemeente Smallingerland heeft in de jaren 2012-2013 2,6 miljoen bijgestort als gevolg van een voorzienbaar tekort. Daarmee gaan we er op basis van de huidige verwachtingen vanuit dat er sprake is van een minimaal kostendekkende exploitatie.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 3 Economie.

  

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

Caparis NV te Drachten

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang.

Het in opdracht van de Sociale werkvoorziening Fryslân uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften voor de deelnemende gemeenten.

Bij Caparis NV kunnen mensen die in aanmerking komen voor een WSW-dienstverband te werk gesteld worden. Voor een deel van de WSW-ers is het niet haalbaar om bij een private of publieke organisatie te werken. Voor dat deel van de populatie is door de 8 gemeenten van de gemeenschappelijke regeling Sociale werkvoorziening Fryslân in 2001 de Caparis NV opgericht.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

De wetgeving is per 1 januari 2015 veranderd. Dit heeft gevolgen voor de uitvoering van de wetgeving door Caparis NV.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 3.465 aandelen (7,77%).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017 € 13.920.000.

Eigen vermogen per 31-12-2017 € 16.091.000.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 9.966.000.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 7.505.000.

Het resultaat

2017: € 2.171.000

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: € nihil.

Betaling voor verrichte diensten: opgenomen bij GR Sociale Werkvoorziening  Fryslân.

Risico’s die de gemeente loopt

De komende jaren zal Caparis NV  omgevormd worden naar een sociale onderneming. Hiervoor zal in 2018 een businessplan worden geschreven. De omvorming zal gepaard gaan met herstructureringskosten en zou kunnen leiden tot een lagere waardering van het vastgoed. De omvang van deze kosten is nog niet vast te stellen. Bij een faillissement valt het aandelenkapitaal van € 3.465 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering van de wetgeving op andere wijze te continueren.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 5 Sport, cultuur en recreatie; 6 Sociaal domein; 7 Volksgezondheid en milieu.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

NV Afvalsturing Fryslân (AF) en NV Fryslân Miljeu (FM) (beide Omrin) te Leeuwarden

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

Het te behartigen openbaar belang is het voor de aandeelhoudende Friese gemeenten inzameling en verwerking van afval.

De NV Afvalsturing zorgt voor de afvalverwerking. De NV Fryslân Miljeu voor de inzameling. Omrin is de handelsnaam van beide NV’s.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 120 aandelen in de NV Afvalsturing (4,00 %) en 11.381 in de NV Fryslân Miljeu (8,10%).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017: € 44.721.000 (AF) en € 7.412.000 (FM). Eigen vermogen per 31-12-2017: € 48.680.000 (AF) en € 7.908.000 (FM).

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 180.871.000 (AF) en €16.871.000 (FM). Vreemd vermogen per 31-12-2017: €160.130.000 (AF) en € 16.979.000 (FM).

Het resultaat

2017: € 4.080.000 (AF) en € 1.167.000 (FM).

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: € nihil.

Betaling voor verrichte diensten in 2017: € 2.442.803 (AF en FM).

Risico’s die de gemeente loopt

De Restafvalstoffen Energie Centrale (REC) is in 2011 in gebruik genomen. Het niet volledig benutten van de capaciteit van de REC vormt op de langere termijn een risico voor de resultaten van de onderneming. Tot op heden heeft de REC bijgedragen aan lagere verwerkingskosten met als resultaat een lager tarief voor afvalstoffenheffing voor de inwoners. Voor de toekomst is dit dus niet zeker.

Bij een faillissement valt het aandelenkapitaal van € 54.454 (Afvalsturing) en € 75.119 (Fryslân Miljeu) weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma's 2 Verkeer en vervoer; 7 Volksgezondheid en milieu.

  

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 66.651 aandelen (0,12 %) op 31-12-2017.

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017 € 4.468 miljoen.

Eigen vermogen per 31-12-2017 € 4.953 miljoen.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 149.514 miljoen.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 135.072 miljoen.

Achtergestelde schulden per 01-01-2017: 31 miljoen.

Achtergestelde schulden per 31-12-2017: 31 miljoen.

Het resultaat

Netto winst 2017 € 393 miljoen (2016: € 369 miljoen).

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: niet van toepassing.

De gemeente ontvangt jaarlijks een dividend. Over 2017 was dit: €  168.627.

Betaling voor verrichte diensten: niet van toepassing.

Risico’s die de gemeente loopt

De BNG is een solide bank in handen van overheden met een beperkt statutair werkterrein. Dit biedt financiers vertrouwen. De bank heeft een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen scherpe prijzen.

Bij een faillissement valt het geplaatst/gestort aandelenkapitaal van € 151.225 weg en moeten kosten worden gemaakt om de uitvoering op andere wijze te continueren.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 0 Bestuur en ondersteuning.

 

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie te Den Bosch

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

 

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 34.746 aandelen in de PBE (0,02 %).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen per 01-01-2017 € 1.638.704.

Eigen vermogen per 31-12-2017 € 1.620.245.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen per 01-01-2017: € 50.833.

Vreemd vermogen per 31-12-2017: € 17.940.

Het resultaat

Er is in 2017 een verlies gerealiseerd van € 18.549.  Dit bedrag is onttrokken aan de algemene reserve van de BV.

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: niet van toepassing.

Betaling voor verrichte diensten: niet van toepassing.

Risico’s die de gemeente loopt

De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk € 1,-.

Het risico is nihil.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 0 Bestuur en ondersteuning.

  

 

Naam en vestigingsplaats

 

 

CBL Vennootschap BV en CSV Amsterdam BV beide te Den Bosch

Portefeuillehouder

Rob Jonkman

Te behartigen openbaar belang

Deze twee BV’s zijn van tijdelijke aard en handelen reserveringen voor risico’s en verstrekte leningen aan derden van het voormalige Essent af.

Veranderingen in het belang dat de gemeente heeft

Er zijn geen veranderingen geweest.

Zeggenschap

De aandeelhouders hebben zeggenschap via het stemrecht op de aandelen. Opsterland bezit 464 aandelen in elke BV (0,02 %).

Het eigen vermogen

Eigen vermogen CBL per 01-01-2017: € 787.743.

Eigen vermogen CBL per 31-12-2017: € 146.779.

Eigen vermogen CSV per 01-01-2017: € 3.209.046.

Eigen vermogen CSV per 31-12-2017: € 869.698.

Het vreemd vermogen

Vreemd vermogen CBL per 01-01-2017: € 148.644.

Vreemd vermogen CBL per 31-12-2017: € 16.517.

Vreemd vermogen CSV per 01-01-2017: € 170.799.

Vreemd vermogen CSV per 31-12-2017: € 64.924.

Het resultaat

Resultaat 2017 CBL: € 18.881 verlies.

Resultaat 2017 CSV: € 109.945 verlies.

De resultaten zijn ten laste van of onttrokken aan de algemene reserves van de BV’s.

De geraamde financiële bijdrage van de gemeente

Algemene bijdrage: niet van toepassing.

Betaling voor verrichte diensten: niet van toepassing.

Risico’s die de gemeente loopt

De boekwaarde van de aandelen is verwaarloosbaar, namelijk in elke BV € 5.

Het risico is nihil.

Programma waaronder deze verbonden partij valt

Programma 0 Bestuur en ondersteuning.

 

Grondbeleid

Grondbeleid

Uitgangspunten

De hoofdlijnen van het grondbeleid zijn vastgelegd in de nota grondbeleid. Het grondbeleid staat voornamelijk ten dienste van de programma’s 3 Economie (bedrijventerreinen) en 8 Bouwen, wonen en gronden (woningbouw, zonneparken). Doordat grond van grote waarde is heeft het grondbeleid  invloed op het weerstandsvermogen (de vermogenspositie) van de gemeente. In de begroting hebben de baten en lasten van de bouwgrondexploitatie en de daarmee samenhangende financiële risico’s een incidenteel karakter. Door marktconform grondwaarderingen en de vorming van voorzieningen voor verwachte tekorten zijn de risico’s beheerst.

 

In de nota grondbeleid is vastgesteld dat de keuze voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid bij het ontwikkelen van nieuwe locatieplannen jaarlijks gedaan wordt in deze paragraaf grondbeleid van de begroting. Evenals in voorgaande jaren zal in 2019  een terughoudend en voorzichtig actief grondbeleid worden gevoerd over ruimtelijke ontwikkelingen op gemeentelijke grond. Bij ontwikkelingen op particuliere gronden zal de gemeente faciliterend en ondersteunend optreden. In nagenoeg alle dorpen zijn op dit moment gronden in eigendom voor woningbouw. Om wettelijke afwaarderingen van grondbezit (regelgeving BBV) te voorkomen, zullen vòòr eind 2019 keuzes gemaakt worden over het gebruik van gemeentelijke grondposities voor woningbouw en bedrijventerreinen. De ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvestigingen concentreren zich in de dorpen Gorredijk en Wijnjewoude. Het bedrijventerrein Drachten-Azeven valt onder de gemeenschappelijke regeling en valt daarom buiten het kader van deze paragraaf.

 

In financieel opzicht wordt een voorzichtige koers gevaren. Dit uit zich in de navolgende zaken:

  • op de voorraad grond die niet in exploitatie is genomen, worden geen kosten bijgeschreven;
  • exploitaties worden financieel behoudend opgezet. Bouwrijp maken gebeurt pas op het moment dat er voldoende zekerheid is over de grondverkopen;
  • winstbepaling en winstneming vindt plaats volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (BBV);
  • de buffer van de algemene reserve geeft dekking voor de financiële risico’s.

Kaderstellende documenten

Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet (2017)

Nota grondbeleid 2018-2021

Ontwikkelingen grondbedrijf

 

  1. Economische situatie en meerjarenperspectief

    In 2019 en de daaropvolgende jaren zal de prognose van het financiële resultaat zich stabiliseren ten opzichte van de prognose in de begroting van 2018. Door de aantrekkende woningmarkt is er een toename van de vraag naar (koop-)woningen. In de begroting van 2019 en in het meerjarenperspectief 2020-2022 zijn de verkopen behoedzaam geraamd.

  2. Bouwgrond in exploitatie (BIE)

    Er zijn, verspreid over de verschillende dorpen, tien bouwgrondcomplexen in exploitatie (BIE) bestaande uit woningbouwlocaties en het bedrijventerrein Gorredijk industrie (Overtoom en Tolbaas). De boekwaarde was per 31 december 2017 circa € 2,9 miljoen inclusief de gevormde voorzieningen voor de complexen Gorredijk industrie en Tijnje Riperwâlden (totaal circa € 0,6 miljoen).

    Prognose van het meerjarige resultaat

    Het verwachte exploitatieresultaat voor de BIE is € 3,7 miljoen (voordelig) en is gebaseerd op recente verkoopprognoses. In de tijd uitgezet zullen de resultaten naar verwachting als volgt worden gerealiseerd:

    Verwachte exploitatieresultaten in miljoenen euro's
    in het begrotingsjaar 2019 1,2
    in de jaren 2020 t/m 2022 3,0
    in de jaren ná 2022 - 0,5
    Totaal 3,7
  3. Belangrijke ontwikkelingen/wijzigingen in de prognose van het resultaat

    Het begrote resultaat vanaf 2019 in de BIE is € 0,3 miljoen lager dan de begroting 2018. De daling van de prognose wordt veroorzaakt door een herberekening (verhoging) van de toegerekende interne uren en door de verwachte winstnemingen in 2018.

  4. Algemene risico’s in de grondexploitatie

    Het nemen van risico’s is inherent aan grondexploitaties. De volgende risico’s zijn van belang:

    • conjunctuur- en renterisico’s, waardoor de vraag naar bouwgrond kan afnemen en

          extra rentekosten kunnen ontstaan;

    • verandering in woon- en werkvoorkeuren en behoeftes, tussen het tijdstip van het tot stand

    komen van het plan en het moment van aanbieden van de bouwgrond, waardoor het product niet meer aansluit op de vraag;

    • het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen;
    • milieurisico’s;
    • planschadeclaims;
    • hogere prijsstijgingen en lagere opbrengststijgingen dan voorzien in exploitatieberekeningen;
    • archeologische risico’s;
    • het niet kunnen krijgen van voldoende woningbouwcontingenten.

     

    De risico’s worden beheerst door het uitvoeren van (markt)onderzoeken, door te zorgen voor flexibiliteit in het proces en door vroegtijdige verwerving van grond tijdens de planontwikkeling. Daarnaast wordt de financiële ontwikkeling van de onderhanden complexen (BIE) jaarlijks beoordeeld ten opzichte van de door de gemeenteraad vastgestelde exploitaties (kredieten). Als de risico’s leiden tot verwachte negatieve resultaten, worden hiervoor voorzieningen gevormd ten laste van de algemene reserve. 

  5. Actuele risico’s in de bouwgrondexploitatie

    In de lopende grondexploitaties is het risico aanwezig dat toekomstige gebiedsontwikkelingen minder winstpotentie zullen hebben dan verwacht, bijvoorbeeld doordat de boekwaarden hoog opgelopen zijn door de gemaakte kosten, zoals bouwrijp maken, of door tegenvallende verkoopopbrengsten.

    Verwachte totaalresultaten onderhanden complexen
    (bedragen x € 1.000) voordelig nadelig looptijd
    Woningbouwlocaties:      
    Frieschepalen  - De Skâns 4 -   2021
    Gorredijk - Loevestein fase 4 - west 33 -   2021
    Hemrik - Fabryksleane 295 -   2020
    Lippenhuizen - De Wiken 611 -   2020
    Terwispel - Kolderveen 36 -   2019
    Tijnje - Riperwâlden   54 2020
    Ureterp - Noord 401 -   2021
    Ureterp - De Hege Kamp 2.777 -   2025
    Wijnjewoude - Zuidwest 148 -   2020
    Totaal woningbouw  4.305 54  
    Bedrijventerreinen:      
    Gorredijk - Industrie -   569 2028
    Totaal bedrijventerreinen -   569  
    Totaal 4.305 623  
    Saldo resultaatprognose 3.682